Vandaag zijn we begonnen aan de vijftiendaagse camperroute ‘Dwars door de Pyreneeën’. Deze route van de NKC is ruim 900 km lang en gaat van west naar oost. De route gaat door de Franse en Spaanse Pyreneeën en door Andorra. Het gebergte strekt zich uit over ongeveer 430 km van de Golf van Biskaje naar de Middellandse Zee. De grens tussen Frankrijk en Spanje loopt grotendeels over de hoofdkam. De bergketen is ongeveer 50 miljoen jaar geleden ontstaan door botsing van het Iberisch schiereiland met het Europese continent. Water, sneeuw en wind hebben in de loop der tijd indrukwekkende canyons uitgesleten. Er zijn 129 pieken, verschillende zijn hoger dan 3000 meter. Aan de Franse kant zijn de hellingen steiler dan aan de Spaanse kant.
Van Salies-de-Béarn zijn we naar het westen naar Bardos gereden. We kwamen meteen over een smalle brug. De route ging verder over smalle, soms steile, landwegen. Gelukkig kwam ons slechts twee keer een tractor tegemoet. Na een half uur waren we al bij de Butte de Miremont, een toren met een uitzicht van 360°. We waren er om kwart over negen, de ochtendnevel lag als een deken over de Pyreneeën.
Van Bardos ging de route naar La Bastide-Clairence, een opvallend dorpje waar veel kunstenaars wonen. Een bastide is een Frans type middeleeuwse stad met een rechthoekig stratenpatroon, dat de stad verdeelt in acht huizenblokken rondom een centraal marktplein. La Bastide-Clairence is gesticht in 1312. De kerk Notre-Dame de l’Assomption heeft een bijzondere architectuur met een massale vorm van de klokkentoren en een overdekte Romaanse veranda aan de zijkanten. De veranda’s maakten deel uit van de naastgelegen begraafplaats. Het was een mooi dorpje en de cappuccino op het terras smaakte voortreffelijk!
Onderweg naar Campo-les-Bains passerden we verschillende keren een open koeienstal. De koeien stonden op een rij naar de weg te kijken. Campo-les-Bains is een mondaine badplaats met thermaal baden en veel grote, luxe hotels. We zijn naar Villa Arnaga gereden, net buiten Campo. Zowel de villa als de parktuin zijn te bezichtigen. Helaas waren we er tegen twaalven en ging het complex dicht tot twee uur. Twee uur wachten op het parkeerterrein, het was inmiddels weer boven de 30°, vonden we te lang. We zijn verder gereden naar Espelette.
Espelette is bekend om zijn bijzondere pepers/paprika’s, de Piment d’Espelette. Het hele dorp hangt er vol mee. Alleen in de omgeving van Espelette wilde het plantje, volgens overlevering door Columbus meegebracht uit Mexico, gedijen. Tegenwoordig wordt er streng gecontroleerd dat de peper alleen uit deze omgeving komt. We hebben een potje piment gekocht. We zijn benieuwd naar de smaak. Ook worden er heilzame eigenschappen aan toegeschreven. Alles in het dorpje stond in het teken van toerisme. Behalve piment werd er ook kaas, ham en worst uit Espelette verkocht, én een lekkere likeur.
In Saint-Jean-Pied-de-Port (Heilige Jan aan de voet van de bergpas) zijn we naar camping Municipal Plaza Berri gegaan, er was nog een mooi plekje onder de bomen vrij. De camping ligt aan het riviertje de Nive tegen het centrum aan. We waren al een aantal kilometers door het dal langs de Nive gereden. Onderweg zagen we verschillende keren een fronton, een muur voor het spelen van paleta, een soort kaatsen.
Later op de middag zijn we het stadje Saint-Jean gaan bezichtigen. De 16e eeuwse stad is ommuurd en heeft een oude vesting, hier dook de naam Vauban weer op. Vauban heeft in de 17e eeuw veel vestingen ontworpen in Frankrijk en Spanje. De stad heeft een strategische ligging aan de pasweg die over de Pyreneeën naar Spanje voert. Door een van de stadspoorten kwamen we in een gezellige winkelstraat in het historische centrum waar veel Baskische souvenirs, zoals espradilles en baretten, werden verkocht. De weg naar de Citadelle, de vesting, was behoorlijk steil, maar wel te doen. We kwamen langs de Porte de St. Jacques waar pelgrimgangers naar Santiago de Compostella de stad binnenkomen. Er waren inderdaad veel pelgrims in de stad, die in Saint-Jean kwamen uitrusten voor ze de Pyreneeën overtrekken. Er waren veel hostels en overal zagen we de Jakobsschelp.
De eerste etappe van de route door de Pyreneeën is goed bevallen. De bergen zijn hier nog niet zo hoog, naar het oosten worden ze steeds hoger. De route ging over smalle landwegen, maar ook over bredere doorgaande wegen. We hebben 105 kilometer afgelegd. Het is nog erg warm, ‘s middags is het niet aangenaam om ergens rond te lopen. Over een paar dagen wordt er koeler weer voorspeld.
Geschreven door Jajo.op.reis