Gisterochtend zijn we om half tien vertrokken uit Fiesole. We reden eerst weer door het drukke Florence. Daarna zijn we op zoek gegaan naar weg SR222, de Strada di Chianti. Onze navigatie wou via de snelweg, maar de aanhouder wint, via een smal landweggetje kwamen we op de SR222. Deze weg, ook wel Strada del Vino genoemd, is een mooie route door de Chiantistreek langs wijngaarden, olijfboomgaarden en dorpen.
De bekendste wijn is de Chianti Classico met ‘il gallo nero’ (de zwarte haan) op het etiket. In de middeleeuwen leverde de zwarte haan de beslissende bijdrage aan de eeuwigdurende vete tussen Florence en Siena. Er werd een bijzonder plan bedacht om de strijd te beslechten. Bij zonsopgang, als de haan voor het eerst kraaide, zou een ruiter vanuit Florence en een ruiter vanuit Siena vertrekken. Het ontmoetingspunt zou voortaan de grens tussen beide regio’s vormen. Florence had een zwarte haan en Siena een witte. Op slinkse wijze lukte het de inwoners van Florence hun haan voor zonsopgang te laten kraaien. De grens kwam daardoor niet midden tussen beide steden te liggen, maar dichtbij Siena. Waardoor bijna de hele Chianti onder het bewind van Florence viel.
We zijn over de Strada di Chianti naar Greve in Chianti gereden. De Strada is een mooie, maar ook drukke route met veel heuvels en mooie uitzichten. Helaas was het erg nevelig vanwege de regen de laatste tijd in Noord-Italië. Op een gegeven moment reden we achter een groep scooterrijders. En inhalen is lastig op de Strada.
In Greve vonden we nog een plekje op de camperplaats. Het dorpje dankt zijn naam aan de rivier de Greve. Het is een leuk dorpje met oude straatjes en een plein, Piazza Matteotti met Chiesa Santa Croce. In één van de restaurants op de Piazza hebben we als lunch een lekkere pizza gegeten. Later op de middag hebben we wijn geproefd in Enoteca Falorni. Een wijnkelder met veel soorten wijn. Er waren verschillende automaten met flessen wijn. Met een speciaal pasje konden we zelf wijn tappen. Het was leuk en lekker om te doen.
Vanmorgen hebben we de Strada di Chianti verder gevolgd. In Castellina in Chianti zijn we gestopt om het oude vestingstadje te bezichtigen. Op Piazza del Comune staat La Rocca, het reusachtig fort, tegenwoordig is het gemeentehuis en een museum erin gevestigd. Aan de andere kante van het dorp is de Via delle Volte, de keldergang van de vesting. Een straatje als deze hadden we nog niet eerder gezien in Italië. Aan de ene kant de vestingmuur met ramen en aan de andere kant onder meer een restaurant. In het stadje stond op een verkeersknooppunt een grote ‘gallo nero’.
Na de middag zijn we verder gegaan naar camping Luxor Chianti Village in Castellina. Deze camping ligt in een bos van 13 ha op een hoogte van 300 meter en is te bereiken over een smalle, bochtige onverharde weg van 2 kilometer. We hebben nog een tijdje buiten kunnen zitten met een kopje koffie in onze speciale campermokken. In Greve en Castellina was het erg druk met campers, maar hier op de camping waren wij eerst de enigen. Later kwam er nog een auto met een aparte caravan bij. Tegen de avond werd het drukker.
Geschreven door Jajo.op.reis