Woensdag zijn we uit Granada vertrokken richting Cordoba. Onderweg zagen we weer veel olijfboomgaarden. Onze eerste stop was in Priego de Cordoba, ongeveer 100 kilometer ten zuiden van Cordoba. Op het oog is Priego een welvarend stadje, alles ziet er mooi verzorgd uit. We zijn eerst naar het Olijfolie museum, hoe kan het anders in deze omgeving, gegaan. Het was een leuk klein museum, alles in het Spaans, maar gelukkig waren er plaatjes van het procedé van olijf tot olie. Via een mooie stenen wenteltrap kwamen we bij het museum.
Vlakbij het museum was El Castillo, een Moors kasteel. Vanwege Semana Santa, de paasweek, waren zowel het museum als het kasteel gratis te bezoeken. Natuurlijk zijn we ook naar de toren gegaan. Het was een trap met hoge treden, makkelijk voor lange mensen. Maar na de laatste trede kwam een heel laag en smal deurtje, niet makkelijk voor lange mensen. Het uitzicht op de Barrio de la Villa, de wijk met de witte Moorse huizen, was prachtig. We zijn later door de wijk gewandeld. Het zag er erg mooi uit met de smalle straatjes, de witte huizen, de fonteinen en de vele planten. Op de terugweg naar de camper wilden we de lokale olijfolie van uitstekende kwaliteit kopen, maar helaas het was na 13.30 uur en alle winkels waren dicht. Om 17.30 uur gingen ze weer open, dus geen speciale olijfolie.
Van Priego de Cordoba zijn we naar Cordoba gereden. De wegen in Spanje zijn over het algemeen goed, veel vierbaans en goed onderhouden. Het is prettig rijden en schiet lekker op, al is een lokaal weggetje af en toe ook leuk. In Cordoba hebben geparkeerd bij het voetbalstadion. Op deze Parking del Arenal mag overnacht worden. Het was een kwartiertje lopen naar het centrum. De route liep langs de rivier de Guadalquivir. Toen we de stad ingingen, viel meteen de enorm grote Mezquita op, een moskee met een kathedraal erin. Er zaten op de muur al veel mensen te wachten op de processie. Ook hier kwamen ‘s avonds verschillende processies voorbij. Eentje hebben we bij toeval gezien. We zaten op een terrasje en opeens werden de consumpties overgegoten in plastic bekers. Sommige processiegangers liepen op blote voeten en glas was gevaarlijk. We hebben dit keer het wisselen van de dragers van de paso gezien. Het gordijn ging een stukje open, de vermoeide dragers kropen eronderuit en de nieuwe kropen eronder. Als iedereen op zijn plaats stond werd er geroepen en werd de paso opgetild en ging het verder. ‘s Avonds hebben we twee traditionele gerechten gegeten, Salmorejo (gazpacho met ham en ei) en Rabo de Toro (stoofpot met stukken stierenstaart). Het smaakte erg lekker.
Donderdag hebben eerst de Puente Romana bezichtigd. Deze Romeinse brug van 15 pijlers heeft een toegangspoort aan de ene kant en een verdedigingswerk aan de ander kant. Bij de rivier staan verschillende oude gebouwtjes, één had een schoepenrad. Op de brug speelden verschillende straatmuzikanten. Het was een mooie wandeling over de brug.
De volgende bezienswaardigheid was het Alcázar de los Reyes Christianios. Dit 14e eeuws versterkt paleis herbergt een museum met archeologische vondsten, een badhuis en een mooie tuin. Het Alcázar was binnen prachtig gerestaureerd. We hebben genoten van de mooie tuin met vijvers en fonteinen. Helaas stond er een lange rij wachtenden voor de toren, we besloten niet aan te sluiten.
Vanaf het Alcázar was het maar een paar minuten lopen naar de Mezquita. Deze enorm grote moskee heeft in het midden een kathedraal. Op het hoogtepunt van de Moorse periode had Cordoba zeer veel moskeeën. Met de bouw van de grote moskee werd gestart in het jaar 785. Twee eeuwen later werd de bouw voltooid. Na de Reconquista, toen de Moren verjaagd werden, werd het centrale deel van de Mezquita vervangen door een rooms-katholieke kathedraal. De Mezquita is nu een gewijd rooms-katholiek gebedshuis, tegen de zin van moslims. Het is een erg bijzondere combinatie van Moorse pilaren en versieringen samen met de rooms-katholieke symboliek in één gebouw. Alles was rijk gedecoreerd, ook de plafonds.
Na de bezichtigingen zijn we de stad verder gaan verkennen. Eerst de Juderia, de Joodse wijk, rond de Mezquita. De grote Joodse gemeenschap werd in 1492 door de katholieken uit Cordoba verjaagd. De prachtige oude, smalle straatjes met de winkeltjes en restaurantjes zijn er nog. Op een terrasje hebben we het traditionele gericht Flamenquin gegeten, een gefrituurde rol van varkensvlees omwikkeld met Serranoham.
Cordoba heeft zeer veel pleinen. We hebben er twee bezocht, Plaza de la Corredera en Plaza de Tendillas. De naam van het eerste plein is afkomstig van de stierengevechten die hier in het verleden plaatsvonden. Het plein leek op de Plaza Mayor in verschillende andere steden. Aan het Plaza de Tendillas waren veel mooie gebouwen te bewonderen. Ten noorden van dit plein lagen de moderne brede winkelstraten.
Na alle vermoeienissen van de stad zijn we teruggegaan naar de camper. We hebben nog een paar uur in het park bij de Parking del Arenal op het gras zitten bijkomen.
Vandaag zijn we 30 kilometer zuidwaarts gereden naar camping Carlos III in La Carlota. Hier blijven we een paar dagen om de nodige huishoudelijke klusjes te doen en vooral te relaxen. Het paasweekend is erg druk in Spanje, veel Spanjaarden die een paar dagen onderweg zijn.
Geschreven door Jajo.op.reis