Inmiddels zijn we in het departement Finistère, dat einde van het land betekent. Het is het westelijke deel van Bretagne. Gisteren hebben we eerst Guimilliau bezocht. Daar was een mooi voorbeeld van het typisch Bretonse Enclos Paroissial (Parochie-erf). Tussen de zestiende en de achttiende eeuw ontstonden complete kunstwerken in en rondom de kerk. De kunstwerken buiten waren gemaakt van donkergrijs graniet. In de kerk werden verrast door de mooie lichte, rijk versierde ornamenten. Het was bijzonder om te zien.
Daarna zijn we door het Parc Régional d’Amorique gereden. Dit park is landschappelijk de mooiste streek in het binnenland van Bretagne. Eerst hebben we de mooie route door de Monts d’Arrée met de hoogste ‘berg’ Roc Trévezel (384 m) gevolgd. In Chateaulin zijn we over een oude brug naar Menez-Hom aan de rand van de Monts gereden. De Menez-Hom is een flinke bult met een hoogte van 330 meter in het landschap. Helaas konden we door de laaghangende bewolking niet van het mooie uitzicht genieten.
Het schiereiland Crozon hoort ook bij het Parc Régional. Op dit schiereiland zijn veel baaien met een mooi strand. De indrukwekkendste plek vonden we Pointe de Penhin, de zuidwestelijke punt. We hebben over de rotsen gewandeld en van het mooie uitzicht genoten.
Daarna was het tijd om een overnachtingsplaats te zoeken. We kwamen terecht op camperplaats Sainte-Anne-la-Palud in Plonévez-Porzay. Het terrein was erg hobbelig, maar uiteindelijk stonden we recht genoeg en konden we genieten van het uitzicht over het strand. Hoewel het bijna de hele dag bewolkt was, werden we ‘s avonds nog getrakteerd op een rode avondzon.
Vandaag hebben we eerst twee toeristenplaatsjes bezocht en daarna nog drie ‘pointes’. Een drukke dag, maar de afstand tussen de verschillende bezienswaardigheden viel erg mee. We zijn begonnen in Locronan. Dit dorpje is vaak het decor van historische films. Sinds de bouw in de bloeiperiode in de zestiende en zeventiende eeuw bleef het plaatsje vrijwel onveranderd.
De volgende plaats was Douarnenez. In de haven liggen een aantal vissersschepen. De bekendste is de roodgeverfde Scarweather, een Engels lichtschip uit 1947. Na een kopje koffie met Bretonse Far (appelgebak) zijn we het schiereiland Cap Sizun opgereden voor de uitkijkpunten, de Pointes. Bij elke was een wandelpad, ook zagen we regelmatig de bordjes van de wandelroute GR34, de route rondom Bretagne.
De eerste was Pointe du Millier, een mooi uitkijkpunt aan de noordkant van het schiereiland. Daarna zijn we naar Pointe du Van gegaan. Opvallend was de kerk boven op de rotsen. Deze pointe vonden we de spectaculairste die we vandaag bezocht hebben. De laatste was Pointe du Raz, de bekendste en meest toeristische. Pointe du Raz is de meest westelijke punt van Frankrijk. Vanaf de parkeerplaats, de enige waar betaald diende te worden, was het ruim twintig minuten lopen naar de Pointe. De wandeling viel tegen, er was weinig te zien. Op de Pointe was het indrukwekkend. We klommen over de rotsen zover mogelijk naar het westen.
Na twee drukke dagen waarin we veel van het landschap, een paar mooie plaatsen en verschillende indrukwekkende uitzichten hebben gezien, zijn we neergestreken op camping Entre Pierres et Mer in Pont-Croix. Deze camping ligt midden op het schiereiland Cap Sizun.
Geschreven door Jajo.op.reis