Deze morgen mijn ontbijtje rechtopstaand aan de bar genomen, zoals men dat hier in Italië doet. De snelste en goedkoopste manier en dan hop, op de vaporetto naar de eerste locatie. Dat was een mooie fototentoonstelling (tip uit het gidsje) Die ging om 10u open en ik had nog een margeke om iets toeristisch te doen in de buurt. Het San Marcoplein was dichtbij, dus werd het dat. Ondanks het vroege uur was het er al redelijk druk. Van duiven nog amper sprake, sinds het ten strengste verboden is van ze nog te voederen. Denk daar dan nog de omheinde bouwwerf bij ergens halverwege het plein, de vele souvenierkraampjes met Venetiaanse brol en jullie begrijpen dat de betovering ver te zoeken was. Ik nam wat obligatoire foto’s en ook de Brug der Zuchten kon niet ontbreken. Deze brug spreekt tot ieders verbeelding, maar het heeft niets met erotiek te maken. Deze brug verbindt het Dogenpaleis op het San Marcoplein met de oude gevangenis. Toen de veroordeelden over de brug liepen en ze voor de laatste keer het daglicht konden aanschouwen, slaakten ze een diepe zucht.
Het was een kleine fototentoonstelling van de amerikaan Peter Hujar, die op vrij jonge leeftijd aan de complicaties van aids overleed. Hij omarmde ongegeneerd de mannelijke sexualiteit, maar was evenmin bang om in zijn werk te focussen op dood en sterven. Tot vandaag onbekend voor mij, maar blij dat ik zijn kwetsbare zwart-witfotografie heb leren kennen.
Op weg naar het Arsenale even een kleine break genomen op een terrasje aan het water en aan de hand van het gidsje mijn te bezoeken paviljoenen voor vandaag aangevinkt. De mensen spreken me hier trouwens aan over dat boekje. Ze zien me erin lezen in de desbetreffende tentoonstelling en vragen waar ik dat gekocht heb. Welldone Klara en Glean!
En dan heb ik mij gesmeten voor het tweede zwaartepunt van de Biënnale: het Arsenale. Het Arsenale is een enorme scheepswerf achter hoge muren met kantelen. Toen men er vroeger de oorlogsschepen bouwde, moest dat goed afgeschermd worden voor mogelijke spionnen. Al sinds 1893 bieden elk jaar de enorme gebouwen van de Corderies, met de afwisselende Biënnales voor architectuur en hedendaagse kunst, onderdak aan werken uit de hele wereld.
De weg ernaar toe liep langs vele kanaaltjes en wanneer een gondel passeerde, spatte de weerkaatsing in het water van een paleis of huis uiteen. Met zijn riem vermengde de gondelier de baksteenroze, okeren en marmerwitte tinten, die vervolgens versmolten met het groen van het water. In de sestiere Castello geldt: hoe verder je richting het Arsenale gaat, hoe rustiger het water, hoe smaller de grachten, hoe stiller de steegjes.
En vandaag werd ik best wel omver geblazen door de tentoonstellingen. Het is geheel toevallig dat ik begon met de Giardini, maar ben heel blij dat het zo gelopen is. Het centrale paviljoen stelt net als dat van de Giardini veel verschillende kunstenaars ten toon en meestal zijn het mensen die voor het eerst mogen exposeren op de Biënnale. En dat is vaak de meest toegankelijke kunst. In de paviljoenen zijn het vaak meer installaties met een soort handleiding en veelal ondersteund met video’s en dromerige muziek. Er gaat in deze expositie voor het eerst ook veel aandacht naar textielwerk, wat toch lange tijd een ondergeschikte kunstvorm bleef en hier ten volle in zijn waarde wordt gezet. Ik heb prachtige textielwerken gezien vandaag! Ik heb me de voorbije twee dagen al zot gefotografeerd en heb nog weken werk om de foto’s op te kuisen, kunstenaars op te zoeken en los te komen van al deze indrukken hier. Wat een bijzondere ervaring!
In de late namiddag nam ik de boot naar het eilandje La Certosa voor de installatie van Ersan Mondtag, de kunstenaar van het Duitse paviljoen van gisteren. Ondertussen las ik dat hij ook de maker is van de opera Der Silbersee, die in Gent te zien was. Het werk op het eiland was een geluidsinstallatie en vooral een oefening in waarneming en concentratie, maar vond ik op zich niet zo waw. De combinatie met de desolate locatie werkte dan weer wel.
De wandeling van het parcours was in elk geval hét mentale rustpunt van de dag en dat was ook de bedoeling van Mondtag, dus ben ik best blij met mijn uitstapje 😉
En eenmaal terug in de buurt van de flat heb ik mij nog eens culinair gesmeten.
Eerst een aperitivo met wat cicchetti. De spritz, uitgevonden in Venetië, en de cicchetti zijn dé symbolen van de Venetiaanse aperitivo. Cicchetti zijn snacks en kleine gerechtjes, zoals sandwiches, bordjes olijven en gegrilde groente, gefrituurde visjes en vleeswaren op stukjes brood of polenta. Pretentieloos fingerfood, dat je met je handen of hoogstens een prikkertje eet. Individuele snacks heten cichetto, het enkelvoud. Je kan de hapjes de hele dag door bestellen, maar ze zijn vooral verbonden met de aperitivo. Overal kun je in de bacari deze cicchetti proeven die volgens de Venetiaanse tradities bereid zijn. Een bacari is een soort kruising tussen bar en restaurant. Je kunt er meestal staand aan de toonbank of buiten op krukjes, zittend aan tonnen, cicchetti eten. Als de mensen hun werkplaatsen verlaten staat alles klaar in de omliggende bars voor de aperitivo. En dan heb ik me verplaatst naar een restaurant uit de tips van mijn huisbazin, waar ze heerlijk seafood serveren. De carpaccio van tonijn en de spaghetti alle vongole waren simpel bereid, maar hemels!
Life is good in Venice 😀
Geschreven door Annicks.traveladventures