Na een zalige slaap en langgerekt ontbijt gingen we terug en route. Er stonden terug twee dorpjes uit de selectie van ‘De mooiste dorpen van Wallonië’ op het programma: Falaën en Sosoye. In het laatste dorp hadden we een reservatie om 11u voor een rail-bike. We zouden door de valei van de Molignee (licht bergop) fietsen op het treinspoor. Op een twintigtal minuten stappen (fiks bergop) van de abdij van Maredsous, lag het eindpunt. Na het bezoek aan de abdij kon je dan op dezelfde manier terug en steeds bergaf. We deden dit ooit al eens in Frankrijk en is best pittig. Gisteren zag Danny dat niet meer zo zitten gezien de hitte en heb ik de rail-bike geannuleerd voor de goede gang van zaken. We zijn dan gewoon met de auto naar de abdij gereden. Een bezoek dat ons op verschillende vlakken wat tegenviel. Er zijn enkel rondleidingen met bezoek aan de abdij, kaasmuseum en pottenbakkersatelier in het weekend, feestdagen en schoolvakanties. Je kon nu enkel de abdijkerk bezoeken, die mooier is langs buiten dan aan de binnenkant. Wel een aantal mooie glasramen. Het bezoekerscentrum, dat eigenlijk gewoon een grote cafetaria en souvenirzaak omvat, wordt niet professioneel gerund. We hebben er een smakelijke toasti met Maredsouskaas en uiteraard het huisbier genuttigd, maar het had heel wat voeten in de aarde om eraan te geraken. Het bier heeft fijne en fruitige karamel aroma’s en past perfect bij de smaak van de Maredsous kaas. Het wordt gebrouwen in Brouwerij Duvel Moortgat te Breendonk.
Het is een Benedictijnse abdij in neogotische stijl, omringd door bossen waar verschillende wandelroutes lopen en zou een van de mooiste abdijen in België zijn. De monniken oefenen allerlei activiteiten uit: onthaal van bedevaarders en toeristen, gastenverblijf voor retraites, jongerenkampen, hulp aan behoeftigen en bediening van naburige parochies. Er wordt ook middelbaar onderwijs aangeboden en tot slot oefent de abdij ook economische activiteiten uit: pottenbakkersatelier, het onthaalcentrum, kaasmakerij en bakkerij. Zo bouwt ze mee aan de economische en sociale ontwikkeling van de streek.
We bewegen ons al twee dagen door een zeer landelijk en dunbevolkt gebied, de Condroz. Dit is eigenlijk een golvend plateau gelegen op een hoogte van 180 tot 340 meter en strekt zich uit over verschillende provincies in Wallonië. Het is een eerder vruchtbare landbouwstreek, met heel wat leemgronden en hier en daar kleine bossen.
Op 100 meter van ons verblijf staat de Notre-Dame van Foy en deze namiddag ben ik daar eens naar toe gelopen. Dit zou toch wel een belangrijk heiligdom zijn voor gelovigen en elk jaar met Pinksteren komt er een processie helemaal uit Rochefort hierheen (ongeveer 30 km) De kerk dankt zijn bestaan aan de ontdekking van een beeldje van de Heilige Maagd in een boomholte door een houthakker in 1609. Het beeld werd aanbeden. Na een aantal mirakels ontstonden bedevaarten en kwam de kerk tot stand (1623). Het meest opvallende in de kerk is het beroemde vakkenplafond met 145 panelen beschilderd met olieverf met taferelen uit het leven van Maria en met afbeeldingen van heiligen. De zoldering werd in 1935 gerestaureerd. Het miraculeuze beeldje is er ook nog te bewonderen.
We zijn vanavond naar Dinant moeten rijden om te eten, wegens sluitingsdag van het dorpsrestaurant. De 🎷 van Adolphe Sax is alomtegenwoordig in de stad, maar hierover morgen meer!
Geschreven door Annicks.traveladventures