Het voelt echt als een herkansing. Bijna als een andere reis. In Lourdes heb ik toch wat afgesloten.
Ik geniet enorm van het gezelschap, al wisselt dat ook en is het hard werken en soms accepteren dat de dingen gaan zoals ze gaan. En das niet altijd hoe ik zou willen dat het gaat of hoe ik denk dat het mogelijk is.
Ik geniet van 'het leven in de gites'. De drukte, het eten met een grote groep en ach, zo nu en dan slapen op het bovenste stapelbed. Het hoort erbij.
Ik geniet ervan dat mn lijf het lopen aan kan. Zelfs na corona. Het ziek zijn was kort en krachtig en ik realiseer me hoeveel geluk ik heb dat ik mijn oude energie en longkracht heb en dat dat niet is aangetast door corona.
Ik geniet van het landschap met heuvels, mooie dorpjes, nu weer wijngaarden (Madiran, Gascogne, Armagnac).
En ik geniet ook van het vooruitzicht op naar huis gaan. Het is mooi geweest.
De avond in Espalais is prima verlopen wel jammer dat niemand écht de moeite nam om mij mee te nemen in het gesprek, ook de gastheer niet. En na paar keer vragen of het langzamer kan of om een grap, die soms zelfs mijzelf betrof uitgelegd te krijgen en dat daar weinig mee gedaan wordt valt niet mee. Soms kwam er een vlaag van boosheid in mij naar boven. Doe gewoon eens moeite! Hoe zo is de ontmoeting met andere pelgrims het meest belangrijk als je alleen maar wilt praten met je landgenoten? Soms denk ik dat ik in plaats van beter, de gesprekken steeds minder goed kan volgen. Nou ja, het is wat het is. De groep van 4 (het setje Franc en Christine en verder Patrick en Sylvie) kenden elkaar en later merkte ik dat het ook moeilijk mixte met anderen. Ze hadden blijkbaar genoeg aan elkaar. Het lag dus niet aan mij. Ondanks dat ben ik de volgende dag met hen vertrokken. Had het niet gevraagd. Soms gaan dingen natuurlijk, soms is het allemaal niet zo duidelijk. Ik heb een paar keer geprobeerd een gesprek te beginnen of door gewoon wat dingen te vragen, maar er kwam weinig respons.
Gelopen door Auvillar, een prachtig dorpje, met een oude graanhal. In een winkel allen wat eten ingekocht. Na 2 uurtjes wandelen heb ik pauze gehouden en zijn de anderen doorgelopen. Liever alleen verder dan het ongemak. En ze zijn niet onvriendelijk, dat is het niet, laat ik zeggen dat mijn verwachting hoger ligt of anders.
In Saint Antoine, nog zo'n prachtig dorpje, koffie gedronken. De 4 waren daar voor mij neergestreken en ach het voelt wel vertrouwd, maar er werd niet veel gezegd. Toen ze wegliepen kreeg ik van Patrick een bemoedigend schouderklopje. De mevrouw van de bistro sprak ook Nederlands. En ik kreeg een echte koffie verkeerd. Ja, zo legde ze uit aan andere mensen op het terras: zo drinken de Nederlanders hun koffie graag. Haha nouja, sommigen dan.
Een paar kilometer verder langs de weg, op een heuvel, een tafeltje met koffie en thee en een paar boomstammen om op te zitten. Een vrouw, Marie-Anne, zat er pauze te houden en ik vroeg of ik haar mocht vergezellen. En dat mocht natuurlijk. Beetje gebabbeld en van het schitterende uitzicht genoten. Er kwam nog een man langs, die zn rugzak dropte en verderop een sigaretje ging roken. Behalve bonjour, geen gesprek.
Daarna alleen verder gelopen.
Toen ik in Miradoux aankwam was mijn gite makkelijk te vinden. Ik had gereserveerd bij een gite/chambre d'hotes. Op de deur hing een briefje dat ze na 3 uur open waren en het was kw over 3. Ik had nog niet gebeld of de deur zwaaide open. Daar stond de heer des huizes, Jean Michel. Welkom! Ik stapte binnen en deed mn rugzak af en schoenen uit. Hij stond ondertussen met zijn vrouw te smoezen in de keuken en zij kwam naar me toe, stelde zich voor en vluchtte naar boven en JM zei: kom naar de keuken en ik ga je zo álles over het huis vertellen. Het voelde een beetje raar, alsof ik te vroeg was en ik bezig gehouden moest worden tot, ja tot wanneer, waarvoor?
Ik kreeg limonade (de Fransen zijn er dol op) en uitleg over het huis. Ze woonden er nog niet zo lang, paar maanden, alles opgeknapt, vroeger was het een slagerij geweest. En ik vroeg, ben ik de enige vanavond? Ja, helaas, was het antwoord en blijkbaar keek ik sip, want hij zei meteen: 'Als je ergens anders wilt slapen is dat geen probleem. Hier aan de overkant is een gite, daar zijn altijd veel pelgrims.' Hij stond op, liep naar de voordeur, zei: 'ja hoor, de man is aanwezig je kunt er zo heen om te vragen, vinden wij geen probleem.' Huh, wat is dit? Ik geloof dat ze graag wilden dat ik wegging. Hij stond ongeduldig bij de deur te wachten tot ik mijn schoenen aan had getrokken. Dus ik naar de overkant van het kruispunt. Een groot huis, binnen zat een bebaarde man net iemand in te schrijven. Ik vroeg of hij nog plek had, ja er was plek. Ik zei: ok, dan kom ik er zó aan met mn rugzak. En ik weer terug. Jean Michel stond me op te wachten. Heeft de buurman plaats? Mooi! Wil je je laatste slok limo nog? Inmiddels was zn vrouw ook weer beneden. Nee hoor, vinden wij écht niet erg als je elders gaat slapen. Als je dat nou liever hebt in een huis met anderen, doen wij niet moeilijk. En sorry, maar ik zie er niet uit, zei mevrouw, ik ben aan het schilderen... Nou ja, meer dan vreemd en ik ben vertrokken. Vervolgens kreeg ik in de gite een kamer alleen, met badkamer. Voelde als luxe, al was het een beetje oude meuk.
Rondje gelopen door het gehucht, kerk bekeken, natuurlijk, en achter de kerk vond ik een Gingko boom. In Vezelay was mij verteld dat een Gingko de enige boom is die de atoombom heeft overleefd. De Japanse notenboom, zoals hij wordt genoemd, wordt in Japan vereerd en staat symbool voor onveranderlijkheid, hoop, liefde, toverkracht, tijdloosheid en een lang leven. Das toch mooi!
En achter de kerk hing een bordje: boom van de vrijheid. Wat een symboliek voor één boom.
Die avond werd er door een aantal mensen van de gite gegeten in het plaatselijk restaurantje. De bazin kookte, serveerde, stond achter de bar en runde de hele tent in dr eentje. En er waren best wat eters. Aan tafel werd er wat geruild, want tussen alle Fransen was daar ineens nog een Nederlandse man, Jo, die op de fiets onderweg was naar Santiago. Heerlijk om Nederlands te kunnen praten. Na verloop van tijd hebben we ons keurig aangepast en weer Frans gesproken.
's Nachts werd ik wakker van iets op mijn voet en een geluid. Ik droomde dat er een blaadje van een plant, op mijn voet en daarna op de grond viel. Hé maar er is hier geen plant of boom. Was het een droom? Het voelde echt. Met het licht van de telefoon op zoek. Niks te zien. Ik weer slapen. Even later hoorde ik weer een geluid. Huh?! Weer in de rondte schijnen. In een hoek zat een groot insect op de muur. En hop, weg was t ie. In het nachtkastje. Er zat een enorme sprinkhaan, lijf van 5 cm lang. Brrr, die hopte dus over mijn voet en door de kamer. Ok, dan kan ik gaan liggen en verder slapen, maar dat gaat m niet worden. Nee, dan is de enige keus: op sprinkhanen jacht. Hij zat verstrikt in wat spinrag dus erg hopperig was ie niet meer. Het zakje van mn slaapzak diende als vangnet.
Beest gevangen zonder te gillen (ik ben geen insecten fan) en door het open raam op straat gegooid. En nu maar hopen dat ie niet weer terug hopt mn kamer in.
De volgende dag van Miradoux naar Marsolan gelopen. Zo'n 25 km!
In het eerste dorpje was een schattig straatje met een gite: chez Nat(halie) en net toen ik langsliep kwam er een groep pelgrims naar buiten. Waaronder het stel dat ik op de eerste dag na Moissac was tegen gekomen: Blandine en Gaetan. Het was een gezellig weerzien. Gastvrouw Nathalie had de sleutel van het kerkje, dus ik er ook achteraan. Prachtig interieur.
Vlak voor het stadje Lectoure nog een pauze gehouden en heel wat bekende gezichten liepen voorbij. Na Lectoure was het nog best een eind. Én warm!!
De gite was in Marsolan. Gezellige drukte daar. Blandine en Gaetan en nog enkelen uit hun laatste gite en het groepje van 4 die ik eerder had meegemaakt en nog een paar. We waren in totaal met 14. Een jong meisje (23 jaar), samen met haar oom runden de zaak. Ik sliep met 4 anderen in een klein vakantiehuisje. Schattig. Wel bovenin het stapelbed. 😏 Marie-T(herèse) sliep beneden.
Er was een zwembad (volgende keer toch overwegen een badpak mee te nemen), waar de meesten zich in en rondom vermaakten. Vóór het eten gaf Gaetan nog een yogales, in de schaduw, onder een grote boom.
Daarna met zn 14en aan tafel. Erg gezellig.
De dag erna (donderdag 23 juni) met een groepje vertrokken, want er was een aardige afstand te lopen en iemand wist een afkorting. Mooi, ik doe mee. We waren nog niet lang onderweg of het begon te onweren. Was erg blij dat ik niet alleen liep. Onder een boom de regenspullen aangetrokken. Het begon harder te regenen. Er was ook een open schuur in de buurt. Er hing een bordje: privé, ja tuurlijk, dat snapt iedereen, maar onweer breekt wetten.
We waren met zn 10 en. En regenen!!!
Blij dat we droog stonden. Na een tijdje kwam de boer. He was not amused. We hadden moeten vragen of we er mochten schuilen. Want al die pelgrims die daar kwamen schuilen en aan zn spullen zaten ..
Pardon!
1 op de 2 pelgrims hadden slechte bedoelingen, volgens de man. Een paar mensen deden een poging op hem in te praten. En hij zei ook nog: ik ben echt geen slecht en sacherijnig mens. Nou...
Toen hij weg was begon Gilles te tellen: jíj bent goed, jíj bent slecht, jíj bent goed...😄
Toen het ook maar enigszins beter leek, zijn we verder gegaan. Kwartier later begon het weer te hozen en onweren. Lopen, lopen, lopen. Zwembad in de schoenen, sop, sop, sop. Iets verderop een kerkje, in de tuin langs de weg stond een bordje gericht aan pelgrims. Iets over dat het privé terrein was. Ik heb het niet uitgebreid gelezen. Niemand, zo bleek later. De helft van het groepje vluchtte richting kerk en deed pogingen naar binnen te komen. Ik stond met 3 anderen half onder een heg. Aan het begin van de oprijlaan. Het hielp niet veel. Na 20 minuten: hup weer verder. En weer begon het te hozen en hagelen. Schuilen onder een boom, geen goed idee. Aan de andere kant van de weg was een huis met schuur en afdak. Met 3 vrouwen liepen we naar het huis, de rest volgde en ging alvast onder het afdak staan. Grote hagelstenen kletterden neer. In het huis niemand te zien dan een hond. Er stond wel een auto, maar op ons geroep en geklop geen reactie. Dan maar zonder te vragen.
Het was een prima schuilplek. Ik heb het zwembad uit mn schoenen laten lopen en de sokken uitgewrongen. Hagelstenen als knikkers kwamen naar benee. Toen het rustiger was de rugzakken en regencapen weer om en gáán. Inmiddels waren we wat mensen kwijtgeraakt en nog met zn 8en. Na een korte tijd nog weer een bui. Vooral onweer. Opnieuw een schuilplek in een oude schuur bij een verlaten huis. Geen optie om te zitten, dus maar staan te staan en wachten tot het minder werd. Het leek of die ochtend de buien steeds draaiden en terugkwamen. Zeker een half uur in de donkere schuur gestaan. Toen het rustiger werd: hup gaan.
Na een paar km lopen was er een gite waar je ook wat kon eten. Heerlijk. En het weer was opgeknapt. Alles laten drogen in de zon. Lekker koffie en een omeletje. En daarna weer verder lopen. Door het vele water van die ochtend waren er flinke modderpoelen en plassen ontstaan. Hier en daar was een bovenlaag van de aarde verplaatst en stonden we ineens in een dikke laag modder. Het was glibberen en glijden, waarbij het water of de modder soms aan de bovenkant van de schoenen naar binnen liep. We waren gewaarschuwd om niet de route af te korten en over de weg te lopen, dat zou te gevaarlijk zijn, want veel bochten en verkeer. Nou ja, de paden leverden een heel ander gevaar op. Uitglijden, omlopen door ruige stukken bos met veel bramen om diepe plassen te vermijden, overspringen van steen naar steen bij een stroompje dat ineens een flinke stroom was geworden. En het gaf ook de nodige hilariteit. Dikke kluiten modder aan de schoenen, Gaetan op zn sandalen tot de enkels in de blup. Overal waar water was stond iedereen met zn voeten onder de straal. En uiteindelijk kwamen we bij een lavoir, een wasplaats met een soort vijvertje. En daar waren meer pelgrims die de voeten spoelden. Gezellig hoor, met zn allen in zo'n poeltje.
In Condom (ja, ook in het Frans heeft het woord 2 betekenissen en schrijf je het nèt iets anders) sliepen Blandine, Gaetan en ik in een gite 'le Relais de Saint Jacques', wat ook een jeugdherberg bleek te zijn. We waren de enige pelgrims. Ik alleen in een donkere slaapzaal, het stel op een kamer voor 2. Het stadje in voor een stempel in de kathedraal en om eten te halen. Er werd niet gekookt in de gite, maar er was een plankje met vlees en kaas voor ons in de koelkast. Een voorafje. De ontvangst werd gerund door 2 broers. De aankleding was leuk en druk. Wild behang, veel boeken, een oude telefooncel, routeboeken, foto's, souvenirs van reizigers en lekkere muziek. Er was een terras boven waar we ons zelf gekochte eten hebben gegeten. Couscous salade van de slager, een gevulde aubergine en veel fruit. Onze kleren waren door de machine gegaan: heerlijk na zo'n modderdag en alle vermoeienissen. En zo fijn om alle kleren weer fris te hebben. Dat is één van de fijnste dingen onderweg: schone, droge was.
De volgende dag vrijdag 24 juni had Blandine een taxi geregeld want joekels van blaren op haar hiel, die maar niet weggingen. Dus zijn Gaetan en ik samen vertrokken.
Hij vond het fijn zijn Engels te oefenen en ik soms Frans, soms Engels pratend. Hij is net met pensioen (voor Fransen is nu 62 pensioenleeftijd en ze zijn er maar wát trots op) Hij was begeleider bij verstandelijk beperkte jong volwassenen. Was gezellig om met hem samen te lopen. De hospitalier van de komende gite in Montréal had me erop attent gemaakt dat we vandaag vlak langs Larressingle kwamen, een mini Carcassonne, volgens hem. Klein ommetje. Was inderdaad een héél kleine vesting, maar wel aardig. Aan de binnenzijde 5 terrassen voor een handjevol toeristen. En een schoolklasje die een ridder met een groot zwaard volgden. Heerlijk, zo'n schoolreisje.
s Middags aangekomen in Montréal. Ik was de laatste pelgrim die gereserveerd had en dus moest ik in ieder geval boven in een stapelbed. Kamer met 7 bedden. Veel nieuwe mensen en paar bekenden. De hospitalier, Vincent, was Belg, dus kon ook in het Vlaams uitleggen. In de keuken stond de Duitse Anita te koken. 2 douches voor héél veel mensen, dan maar wachten op je beurt. Daarna nog een klein rondje Montréal. En op terras aangeschoven bij Brigitte, Gilles en Serge, voor een biertje. Brigitte en Serge zijn neef en nicht, Serge en Gilles zijn vrienden. Een mooi stel. Iedere keer als Gilles mij ziet, roeptie naar me: Ánna! Ça va? En dan ik: Gílles! Oui, ça va. Hij heeft iets vaderlijks. En hoewel hij ouder lijkt, werkt hij nog, in tegenstelling tot Serge die ook net met pensioen is.
We waren met zn 16en in de gite. Aan de achterkant een prachtig uitzicht. Volgens Vincent zijn bij helder weer de besneeuwde toppen van de Pyreneëen te zien. Gek, ik was daar laatst nog érg dichtbij.
Na het eten stelde Vincent zich op als een echte pelgrimsgastheer: het pelgrimslied moest gezongen worden! Ultreïa! We kregen de tekst en hij nam het met ons door, als een schoolmeester. En gelukkig was er een CD. Het was voor een aantal mensen echt too much! Het werd een soort opgelegd gemeenschapsgevoel. Daarna volgden nog wat ervaringsverhalen van hem over toen hij de eerste keer over de Pyreneëen was gegaan. Door de meesten werd beleefd geluisterd, een paar mensen waren afgehaakt. Hij was niet de eigenaar van de gite, maar hier voor 2 maanden vrijwilliger. Wel belangrijk om een sfeer neer te zetten. Maar dat kan ook te veel zijn. Nog even en hij ging zelf weer de camino lopen.
Iedereen ging op tijd naar bed. Ondanks dat het raam wagenwijd open stond was het er benauwd. Ik had nogal wat spullen verzameld op het bovenste bed. s' Nachts viel het doosje met oordoppen naar beneden, op het hoofd van Regine die onder mij lag. Sorry!!
En in een stapelbed klimmen is iets, maar eruit komen helemáál. 😬
Zaterdag 25 juni. Eindpunt van de dag was een gehucht genaamd Riguet. De kilometers wat beter verdeeld over de dagen, dat betekent iedere dag zo'n 20 +. Want een treinkaartje voor dinsdag en dan moet ik maandag in Aire-sur-l'Adour zijn. En geen zin in een laatste dag van 28 km
Volgens Vincent was de gite in le Riguet dit jaar geopend en doet de eigenaar dan extra zijn/haar best om het pelgrims naar de zin te maken. Samen met 2 jonge dames, Solain en Aurelie naar de gite in de middle of nowhere. Een hospitalier die daar tout seul woont en alleen aanspraak had van kat Misty en de oude buurman van wie ze het pand gekocht had. En nu was vriend Laurent er om klusjes te doen. Het leek me een eenzaam bestaan. Nouja, minder eenzaam als er pelgrims komen slapen. Prachtig gerenoveerd huis. We sliepen op de zolder. Bedden met echte lakens en dekbedden, wat nu fijn was want 's avonds koelde het erg af.
We hebben er heerlijk gegeten. En geslapen.
Zondag naar een ander gehucht, Lanne-Soubiran, naar gite de Presbytère, naast een oud kerkje. Onderweg kwam ik Virginia tegen, een Amerikaanse met een opvallend uiterlijk. Een lange vrouw, veel tatoos, een oor vol oorbelletjes en lopend in een rok en op sandalen. Ze leek een beetje stug. Gilles liep eerder te mopperen dat ze geen gedag zei. Het was best fijn om Engels te kunnen praten en niet zoveel moeite te hoeven doen. We zijn een stukje samen opgelopen. Virginia mopperde op haar beurt weer op de Fransen, hoe moeilijk het was om een beetje contact te krijgen. En een gesprek. Dat zij wel dingen vroeg, maar dat mensen weinig terugvragen. Dat had ik ook al gemerkt.
Daar hadden wij 2 nu geen last van, dus heerlijk gekletst over ons leven, het waarom van het lopen, etc. In Nogaro afscheid genomen. Zij had daar een slaapplaats. Ik ben neergestreken op terras waar de anderen ook zaten en heb er heerlijk gegeten.
Het laatste stuk naar Lanne-Soubiran begon het nog stevig te regenen. Ik had samen met Aurelie een stuk afgesneden, scheelde toch weer zeker 2 km. Bij de gite kwam iedereen ongeveer gelijktijdig aan. Weer een gezellig weerzien met Charles, Serge, Gilles, Brigitte en David. Das echt leuk om steeds dezelfde mensen tegen te komen. De eigenaresse van de gite was met vakantie en een ander Belgisch stel waren gastheer en gastvrouw. Etienne en Nanou. Er was weer heerlijk voor ons gekookt. Er waren meerdere mensen die zich afvroegen hoe en waar ik nou gelopen heb. Aurelie had een kaart, dus ik kon het aanwijzen. Jemig, wat heb ik idioot ver gelopen! Van huis naar Lourdes en dan nog van Moissac naar (morgen) Aire sur l'Adour. Een belachelijk eind! 😄 Het was een gezellige avond. Nog steeds kan ik niet alles volgen, alleen de grote lijnen van een gesprek. En nog steeds wordt er weinig rekening met een anders talige gehouden, maar af en toe wordt er in het Engels vertaald of iets herhaald. Of ik hoor ze zeggen: Anna snapt het niet. Het was hoe dan ook wel een fijn clubje.
De volgende ochtend, mijn laatste ochtend, alleen vertrokken. Ben alleen begonnen, wil het ook alleen afmaken. Al snel haalde David mij in en ik op mijn beurt weer Serge, Gilles en Brigitte. Ik heb ook de laatste dag een stuk afgesneden. Was een prachtig weggetje. Er stopte nog spontaan een oudere heer of ik mee wilde rijden. Nee bedankt, ik loop lekker. Vlak voor Aire sur l'Adour nog wat gegeten. In een soort wegrestaurant, vol met werklui, die voor een plat du jour kwamen. Daarna kwam ik Serge, Brigitte en Gilles weer tegen en de laatste kilometers samen met hen naar de gite gelopen. Ik zag Solain en Aurelie op een terras en heb hen gedag gezegd, zij gingen naar een andere gîte.
Bij het office de tourisme langsgegaan voor de bustijden naar Mont de Marsan voor de volgende ochtend. Check.
Aangekomen in 'het huis van de pelgrims', bleken Virginia, Charles en ook Blandine en Gaetan er te slapen. Grappig: 'iedereen' was er.
Alejandro, een Spaanse man beheerde de gite. Met zijn vrouw, maar die was er niet. Hard werken in je eentje. Ook hier veel mensen en 2 douches. Eind van de middag nog rondje door het stadje gedaan. Maandagmiddag, alle winkels dicht. Het is dan meteen een beetje dooie boel.
Ik kwam moe terug. De anderen gingen om 6 uur naar de kathedraal voor de mis. Eigenlijk een goed idee, maar ik was te moe. Op bed met Virginia zitten kletsen. Was een boeiend gesprek over mijn ervaringen in Lourdes. Haar strijd met God en het geloof. En zij vertelde dat zij een deel van haar leven door de geest van iemand werd beheerst en dat die geest is uitgedreven toen ze een jaar of 20 was. En dat het daarna een stuk beter met haar ging.
Ja, een opmerkelijke vrouw. 😏
Even later kwam de rest van de kamer terug: de pastoor bleek ziek en er was geen viering en geen benediction van de pelgrims. Jammer voor hen en ik had dus niets gemist. 😊
Het was wederom een gezellige avond.
Ook voor Blandine en Gaetan de laatste avond. Zij gaan terug naar Metz.
Onrustig geslapen. Ook nog een korte nachtmerrie.😱
Heb heel erg veel zin om naar huis te gaan en ben erg moe.
Vanochtend iedereen gedag gezegd. 😥
De reis is goed gegaan. Had gezelschap het eerste deel van ene Jacques Groot. Een man uit Aire sur l'Adour die naar zijn vriendin in Parijs ging. Ik stond aan de verkeerde kant van de bushalte bleek, gelukkig heb ik het gevraagd, aan Jacques, die aan de overkant verderop stond. Hij is slechtziend en ging naar Parijs met een ingewikkeld groot pakket. En omdat ik wat aan hem vroeg maakte hij gelijk maar van mijn diensten gebruik. Eigenlijk was er een gekke vanzelfsprekendheid, waarop ik ineens op zijn spullen ging passen en hij mijn koffie betaalde in Mont de Marsan. We hebben samen gereisd naar Bordeaux en dat gaat dan best snel met wat babbelen. Hij vroeg of ik zijn nummer wilde zodat ik een gratis slaapadres had in Aire sur l'Adour als ik ooit weer verder wil lopen. Ach what de heck, dacht ik en nam me voor daar niet te gaan slapen. Toen hij mijn nummer ook had zei hij: dan heb ik nu ook een adresje in Den Haag. Oeh, had m niet uitgenodigd. Hij heeft familie in Tuitjenhoorn, dus komt af en toe naar Nederland. Nou ja, het zal zo'n vaart niet lopen. En als wel is het ook prima.
In Parijs was het stressen om binnen een uur van Montparnasse naar Gare du Nord te komen. Wat een ellenlange metrogangen zijn er! En wat een gehannis om door die poortjes te komen. Welk kaartje is voor wat? Ik ben 2x achter iemand aangeglipt.
Minder dan 10 minuten voor de trein vertrok, bereikte ik het perron. PFFF!
En nu na een lange reisdag ben ik thuis.
4 maanden gelopen. Van huis naar Lourdes, van Moissac naar Aire sur l'Adour.
Poe, hè.
Kan nu nog niet terugkijken of bedenken wat het me gebracht heeft. Ik heb af en toe wat op papier gezet onderweg.
Morgen heerlijk andere kleren aan. Kijk er naar uit. Ga van de week het zelf yoghurtmaken nog eens nader bestuderen en uitproberen.
Maar nu eerst slapen in mijn eigen bedje en alles rustig laten bezinken. Heb nog even vrij voor ik weer aan het werk ga.
Dank aan een ieder voor het meelezen en vooral meeleven. En voor de reacties in pindat en op de app. Ik hoop dat jullie er plezier aan hebben beleefd om het te lezen, net als ik er plezier aan heb beleefd om het te schrijven.
Bon courage, buen camino, voor iedereen of je nu loopt of niet.
Het is mooi geweest! Ik ben blij dat ik thuis ben en tevreden en dankbaar hoe het allemaal 'gelopen is'. Het was meer dan goed.
Geschreven door An.aan.de.wandel