Het valt nog niet mee dit reisblog bij te houden. Ik loop achter, maar ja, het vervelendste daarvan is vooral dat ik dingen vergeet. Dat zullen jullie verder niet merken. 😄😄
Dank voor jullie reacties, ik vind het leuk om reacties te krijgen op wat ik beleef onderweg en schrijf. 😊
Het is best druk, vooral nu met meer pelgrims. Je loopt overdag, bij aankomst even bijkomen, douchen, kleding wassen, gezelligheid met anderen, samen eten en daarna meestal hup naar bed, niet altijd, soms natafelen. En dan kun je in bed nog wel eens schrijven/tikken, maar mijn oogjes vallen (Klaas) Vaak snel toe. Vroegste tijd dat ik in bed lag deze reis: kwart voor 9. Als je snel loopt en vroeg aankomt, heb je tijd voor jezelf, maar ja, dat overkomt me niet zo vaak. 😆 Of als je alleen in een hotel/chambre zit. Dan ga ik meestal ook later slapen. 😊
Ik ga gewoon weer verder waar ik gebleven ben.
Donderdag 5 mei van la Gasnerie naar le Masbareau: van de ene boerderij naar de andere. 2 zoons die een bedrijf hebben en er hard voor werken. 2 moeders, ongeveer even oud, begin 70 met heel andere achtergrond.
Met Paul vertrokken en na het eerste dorp le Châtenet nogwat alleen verder gelopen. Helaas geen restaurant daar, dat staat te koop. Dat is veel hier. De leegloop uit de dorpen zet zich in dit gebied voort.
Kreeg bericht van Paul dat ie verkeerd was gelopen, maar hij was toch nog eerder in Saint-Leonard-de-Noblat dan ik. 🤔
Vlak voor St Leonard pauze gehouden. Daar kwam ik Jos tegen, zonder hond Sita. Wat leuk om haar weer te zien! Zij loopt samen met Belgische Sabina. Een tijd gekletst en samen verder gelopen. Zij slapen in St Leonard, ik nog 6 km erna.
In st Leonard kwam ik Paul nog even tegen, en gedag gezegd. Hij moest nog een heel eind verder. Die zie ik niet meer terug.
Van de nieuwe gastvrouw had ik via de sms 'instructie' gekregen over het bezoek aan de kerk van Saint Leonard. Deze heilige wordt gezien als bevrijder. Er was iets met erop of eronder lopen en relikwiën en ik had het niet helemaal begrepen en achteraf bleek: helemaal níet begrepen. Gemiste kans. 😆 Ik zag zn grafsteen, ik zag de ketting, maar nergens een ingang of trap om erboven of eronder te komen. Toch maar even mijn hand erop gelegd. Je weet niet waar het goed voor is.
Achteraf bleek het op een andere plaats in de kerk te zijn, achter het altaar, waar een beeld van de heilige Leonard staat. Tja, als dat niet aangegeven staat. 😏 Voelde me evengoed wel bevrijd. 😉😆
Op een terras zag ik Zoë en Simon, een jong Frans stel uit Parijs die ik een dag eerder was tegengekomen bij de lunch. Met hen wat gedronken. Het was hun laatste dag, van 5 wandeldagen.
Ik nog door naar le Masbareau.
Het was een groot landhuis met ernaast een boerderij.
Mevrouw riep van boven uit de tuin, dat ik naar binnen kon. Schoenen, stokken en rugzak graag bij de ingang laten en ze kwam zó.
Ik bleek te slapen op de schuurzolder. Beneden in de schuur was een zithoek, wat oude kasten, een voetbalspeltafel en speelhoek voor kleintjes; het was er een soort van gezellig gemaakt. Dan een trap omhoog naar zolder waar 4 bedden stonden. Met een rotan zitje. Het rook er lekker en stoffig. Dwars over de zolder een lage balk, die vol zat met houtworm, waar je onderdoor moest. En een hek zodat je niet vanaf de open zolder naar beneden kon kukelen. Ik was helemaal terug in Anna Paulowna. Vóór de verbouwing van de overloop, ook zo'n hekje, waarover je de schuur in keek. En dan die grote balken. Jammer genoeg was ik de enige pelgrim, dus het was een beetje stilletjes in de grote schuur.
De woning zelf was verrassend kneuterig. Gezien de grootte van de kamers en het huis zelf moesten er gewoon heel véél kamers zijn. 😄
Mevrouw deed aan table d'hotes. Ik was wederom de enige, omdat de gasten van de chambres niet mee aten.
Het eten was weer apart. Aperitief van zoete wijn, salade van rode kool en radijs en als hoofdmaaltijd een veredelde tostie met sla, het smaakte goed maar ik zou die witte boterhammen niet aan gasten voor durven zetten. Rabarbertaart toe. De wijn vloeide rijkelijk, vooral bij haarzelf. 😉
Mevrouw vertelde dat ze gescheiden was, haar man was er met een andere vrouw vandoor gegaan. Het huis was al meer dan 1000 jaar in zijn familie, maar hij gaf er niet om. Nu is het van haar. Alles kost vreselijk veel geld. Ze had net voor 50.000 euro een deel van de buitenkant laten opknappen.
Haar zoon heeft land gekocht rondom het landhuis en is een biologische boerderij begonnen, koeien, varkens, gras en mais. En daar vreselijk druk mee, altijd maar werken, maar het is zn passie. Hij woont in een naast gelegen huis, samen met Lidewij, zijn Nederlandse vrouw. 'Ze is net zo groot als jij', zei mevrouw. Haar zoon heeft geen interesse in het landhuis, haar dochter die elders woont ook niet. Maar zij houdt vol, ze wil het huis in ere én soort van in de familie houden. Ze liet me buiten zien waar ze bezig waren met gras inkuilen. En benadrukte almaar hoeveel werk het was. Lidewij deed de varkens. In de verte waren kleine veldjes met hutjes, soort kleine yurts 😀. Daar liepen varkens met hun kleintjes, iedere familie een eigen veldje, een eigen hutje. Als ze groter zijn gaan ze naar een grote stal. Daar klinkt de hele dag muziek, hebben ze schoon stro, én speeltuigen. Happy pigs! En happy pigs geven lekker(der) vlees. Dát geloof ik.
In een klein idyllisch dorpje, kwam een auto me tegemoet en stopte. Een mevrouw vroeg of ik nog wat nodig had. Ik verstond het eerst niet (of ik was te verbaasd) en toen vroeg ze het in het Duits. En ik kon niets bedenken, maar hoe lief is dit?
Oradour-sur-glane kwam ik tegen op de bewegwijzering en een aankondiging van een expositie. Ik kreeg kippenvel toen ik de plaatsnaam zag.
Ben er ooit met Kees geweest en het bezoek heeft een onuitwisbare indruk op mij gemaakt. Er heeft in WO II een vreselijke gruweldaad plaatsgevonden in het dorp: in een paar uur tijd is de bevolking uitgemoord en het dorp verwoest als vergeldingsactie. De heftigheid ervan is daar letterlijk voelbaar, beklemmend, want alles is gelaten zoals het toen was. Als je ooit in de buurt bent: weet niet of ik het aan moet raden, maar ik vond het toen érg indrukwekkend. En dan te bedenken dat dit soort dingen nog steeds gebeuren.
Vrijdag 6 mei naar Limoges.
Ik merk dat ik moe word/ben. De warmte hakt erin, evenals het vaker klimmen en dalen, hoewel het niet zo steil is over het algemeen. En nog geen rustdag gehad. Dat wil ik dan wel op een leuke plek. Het hotel waar ik overnachtte bleek in het weekend gesloten wegens gebrek aan personeel door corona. Geen zin om te verkassen, dus geen extra dag in Limoges. Leuke stad, Limoges. Een oud centrum, met mooie vakwerkhuizen. Veel jongeren, duidelijk een studentenstad. Het bezoek aan het office de tourisme heeft me weinig opgeleverd over de wandeling naar Rocamadour. De jonge dames hadden alleen plaatselijke info. Het duurde al een poos voor ze begreep dat ik wilde lópen naar Rocamadour, terwijl ik toch met rugzak en wandelstokken binnenkwam. "Wilt u slaapadressen voor Rocamadour?" 😏 Info over de highlights van Limoges lukte wel, maar niet veel mee gedaan. Vooral porcelein (museum en fabriek) en kunst. Geen tijd voor gemaakt. En een kathedraal ook natuurlijk, die heb ik gezien en volgende dag nog een paar mooie oude straatjes.
Eddy appte dat hij ook in Limoges was, en zaterdag naar huis vertrekt. Samen eten? Goed idee! Dat was heel gezellig, we hebben lang met elkaar 'meegelopen' met tussenpozen en het was fijn om het zo af te sluiten. Het blijft apart dat zo'n periode van samen optrekken zo'n vertrouwd gevoel geeft en dan hoef je niet eens altijd diepzinnig gesprekken te hebben met iemand. Het feit dat je dit samen loopt geeft al een verbondenheid. Daarnaast is het ook prettig om met een bekende te eten in een grote stad.
Kwam in de verleiding om nu dan 'tête de veau' te bestellen, maar volgens de ober kreeg ik dan toch een oor, stukje wang en tong op mn bord.😳 Dacht dat hij een grapje maakte, maar nee....Het werd fish en chips. Ook lekker Frans 😂.
Zaterdag 7 mei naar Aixe sur Vienne
Gastvrouw en heer Veronique en Gerard, kwamen net terug van een paar dagen vakantie. En gingen 's avonds weer weg op bezoek. In die tussentijd stond ze nog voor me te koken. Ach, zei haar man, we zijn het gewend.
Ze heeft me getipt om op de website van het Franse genootschap te zoeken naar info over route van Bergerac naar Rocamadour. Kijk, dáár heb je wat aan.
Zondag 8 mei naar Flavignac. Zat met Evert en Jean-Paul in een refuge van de gemeente. Een ruimte van nog geen 4x4 om te slapen, koken en zitten met 4 personen: 2 stapelbedden, ronde tafel met 4 krukjes, aanrechtje met koelkast, 2 pitten, een kastje met een kleine voorraad levensmiddelen die we mochten gebruiken.
Gelukkig was het mooi weer en konden we buiten zitten. Evert vroeg nog heel beleefd of ik het geen probleem vond met 2 mannen in die ruimte. Geen enkel. En we hadden het wel gezellig. Kreeg de vraag van Jean-Paul of ik boven of beneden in het stapelbed wilde liggen. Ha, hij was een stukje ouder dan ik, maar heb toch het aanbod van het onderste bed aangenomen. Met de nachtelijke toiletgang in het vooruitzicht. Zo'n hekel aan stapelbedden, althans boven liggen.
Jean-Paul en ik hadden beiden het plan een bakje couscous salade te eten en ik had nog 2 paprika's. Evert zei: ik ga macaroni maken. Pasta lag er in de kast. Hij had tomatenketchup. Dat leek hem genoeg.
Ik vroeg hem of er ook andere ingredienten bij mochten, dan eet ik mee. Uiteindelijk deed Evert de macaroni en ik de saus. Paprika's voor de aanvullende vitamines, een blikje paté en spaghetti met saus uit de voorraadkast en kaas van Jean-Paul. Het werd een wereld maaltijd. 😄😋 In ieder geval was het genoeg!
Evert sprak net zoveel Frans als ik, Jean-Paul sprak rustig. Dat ging prima. Evert heeft Ave Maria in de kerk (pal tegenover de refuge) gezongen. We waren er niet bij maar hoorden hem galmen vanaf de overkant. Ik zong Ubi Caritas. Heerlijk, wat een akoestiek.
Evert is onderwijzer en daarna directeur van een basisschool geweest. Nu met pensioen. Een druk type, zei van zichzelf: ik praat graag en moet altijd bezig zijn. Als je het zat bent zeg je er wat van. Gelukkig kon hij ook goed luisteren.😉 En ik dacht steeds, op wie lijkt hij qua praten, nu weet ik het: Theo Maassen, hetzelfde stemgeluid.
Hij is beiaardier voor hobby en vertelde dat hij onderweg in België in kerken gespeeld heeft. Had er fimpjes van. 😊
Hij vertelde dat hij als onderwijzer de kinderen altijd goed in de hand had, en als directeur te maken kreeg met collega's die dat niet hadden. Dat hij nu, na zn pensioen wel eens nachtmerries heeft dat alles bij hém uit de klauwen loopt. Toch wel apart, vond ie zelf ook. Mooie en heftige verhalen had hij over zijn werk als directeur.
Bij het wakker worden de volgende ochtend was zijn eerste vraag: en Anna, hoeveel punten geef je de nacht? 😄 Altijd grappig, die Evert.
De mijne kreeg een 6je, de zijne een 7,5 en die van Jean-Paul een 9. Haha, dat zegt ook wat over de nachtelijke geluiden en wie daar last van had.
Afscheid genomen van beide mannen, die lopen harder en gaan verder dan ik.
Ik had de eer als laatste te vertrekken en de sleutel in de brievenbus van de Mairie te doen. Ik houd ervan, die simpelheid.
Maandag 9 mei van Flavignac naar le Lac, net voorbij Châlus. Lopend door Les Cars gehoopt op een café/restaurant dat open was. Helaas, werd verbouwd, stond leeg. Wat een triestigheid.
De omgeving hier is net weer anders dan zo'n 2 dagen geleden. Meer grasland afgewisseld met bosjes en paadjes, iets minder hoog ook.
Toen ik aankwam in Châlus was het maandag én middagpauze: uitgestorven. Alle horeca en winkeltjes dicht ☹, bloedje warm. Blik op het kasteel/ruïne geworpen.
Vond een supermarkt die open was. En kwam voor de tweede keer die dag een Franse pelgrim tegen. Hij had wél geluncht in Chalus, langs de grote weg. Ik weer terug, maar was te laat. Een cola lukte nog wel. Lunchtijd is hier van 12 tot 2 ongeveer. Na die tijd kun je vaak niks meer bestellen. Toen ik had betaald en de deur uit liep werd het rolluik achter mij dichtgetrokken. Zó zeg, zat er nog net niet tussen.
De laatste paar kilometers naar le Lac vielen zwaar, hoewel het een mooi paadje was, veel in de schaduw.
In le Lac had ik gereserveerd bij familie Jonker en mailcontact gehad met ene Bert. Ik had gehoord van vooruitloper Paul dat het een fijn adres is en er vervolgens 2 nachten geboekt. Lekker makkelijk een Nederlands adres. Bert had aangegeven niet voor 5-6 uur thuis te zijn. Instructie: deur was open, rechts slaapkamer met 2 bedden, kamer delen met een andere pelgrim, kon drinken pakken, etc. Toen ik aankwam, bleken er meerdere ingangen te zijn en was het even zoeken welke linkerdeur hij bedoelde. Prachtig huis, in oude koeienstal. De oude voederbakken waren nog terug te zien in slaapkamer en badkamer. Alles prachtig opgeknapt. Yves, de Fransman van eerder, zat binnen en had citroenlimonade gemaakt. Hè lekker! Hij zei meteen: er zijn 2 slaapkamers, ik slaap in de eerste, jij slaapt natuurlijk in die andere kamer. Dat was niet de instructie die ik van Bert gekregen had. Ik vroeg hem wat het probleem was. Geen probleem, maar hij was gewend dat mannen en vrouwen gescheiden slapen. Huh, welke camino ben jij aan het lopen? Ik dacht, dat ga jij dan maar regelen. Bert keek ook raar op van zijn vraag en zei, er is hier nooit een probleem met mannen en vrouwen die bij elkaar slapen. Maar Yves hield vol. En hij is uiteindelijk verkast naar een andere kamer. En ik heb niet geklaagd.😉
De familie Jonker is hier in 2016 komen wonen, met 3 kinderen, de oudste is in Nederland gebleven. Ze hebben het huis en schuren gekocht en vooral zelf veel opgeknapt. En er gîtes van gemaakt. Zij wonen zelf op bovenverdieping boven de vakantiewoning. En in het andere huis nog 3 apartementen voor de verhuur.
Het is een ondernemend stel, Bert en zn vrouw. Zij was op dat moment in Nederland om te werken. Zij is geriatrisch verpleegkundige en gepromoveerd op zorg voor ouderen. Ze geeft nu les, een paar maanden en komt dan weer voor enkele weken naar Frankrijk. Vóór het project in Frankrijk zijn zij samen een zorgproject in WestFriesland gestart, voor dementerende ouderen. Een soort Herbergier maar dan anders.
Bert zat vol verhalen over de problemen die hij heeft gehad met de Franse overheid over het verbouwen van het huis. Én zijn nieuwste project een pand met apartementen in Limoges. Al de regels die soms zó inconsequent zijn. En het schoolsysteem in Frankrijk, dat zo ouderwets en streng is en voor zijn dochters, waarvan 1 dyslectisch is zo verschrikkelijk veel moeite kost om eraan te wennen. Daarnaast klonk ook hoe fijn het was in Frankrijk te leven. Qua weer, omgeving, eten en woonplek.
's Avonds heerlijk gegeten.
Ook lekker geslapen vooral met het idee er 's ochtends niet uit te hoeven. 😊
Yves was vroeg vertrokken. Beetje gelezen, verhaaltje getikt, reservering voor komende nacht geregeld. Dat was het. 's Middags met Bert mee naar Châlus, hij voor boodschappen, ik heb het kasteel bezocht en ben naar de kapper geweest.
Het kasteel of wat er nog van over was, was klein maar fijn en vooral oud. En moest me even inlezen wie die Richard Leeuwenhart dan weer was. Blijft ook niet erg hangen, die info. De donjon was indrukwekkend, wat betreft de dikke muren (meter of 3) en het smalle wenteltrapje naar boven. Michel uit Orléans had de foto's gezien op de status van whatsapp en wist meteen dat het om Richard Coeur de Lion ging. Jammer dat hij niet meer meeloopt want hij kon er zeker alles over vertellen met zijn kennis van geschiedenis.
Bert had een afspraak gemaakt voor mij bij een kapper. Mijn haar valt uit, al maanden en dat gaat maar niet over. Ik dacht: als het haar korter is, heb ik ook minder klitten, is beter. En ik houd ervan om tijdens vakantie naar de kapper te gaan, vooral in Frankrijk. Heb 1 keer een succeservaring gehad bij Franse kapper en dat blijft goed hangen. 😉
Het was een aangenaam bezoek en ze heeft het goed geknipt. En geadviseerd vit D te slikken (doe ik al) en mn bloed te laten nakijken, dat komt als ik thuis ben.
Daarna de 2-3 km terug naar Le Lac gewandeld. Zeer aangenaam op mn teva's en zonder rugzak.
De gîte was inmiddels aardig bevolkt. 4 nieuwe mensen. Rob, Nederlander, Christophe, Nelly en Shirley uit Frankrijk. Tijdje met Rob gekletst. Hij was meteen in tranen, wel bijzonder voor een grote stoere vent. Hij heeft veel gereisd en veel gedaan (oa Parijs Dakar Rally), maar als hij praatte over de Camino, gelijk in tranen. Zó mooi vond hij het: alles, de natuur, de stiltes en de ontmoetingen. En ook hoe hij zichzelf hier tegen komt.
Bert had mijn slaapplaats verplaatst naar de andere kamer: nu weer een vrouwen en mannen kamer. Nelly lag op bed, had een migraine aanval.
Met 4 mensen aan tafel en Bert die langskwam was het best een drukke avond.
De volgende dag, woensdag naar La Coquille. Wel opvallend die naam. Zo heet namelijk de Jacobsschelp. Blijkt dat La Coquille vroeger anders heette, maar omdat de route van St Jacques erdoor loopt, heeft het deze naam gekregen, al in 18 honderd zoveel.
Dit was het voor nu, anders komt het nooit af. Dit weekend hoop ik bij te schrijven.
Vandaag loop ik naar Perigueux, maar de afstand is flink, en de temperatuur hoog, dus even kijken hoe ik dat ga fixen. In Perigueux blijf ik 2 dagen.
Fijn weekend allemaal! Geniet van het mooie weer!
La Gasnerie - Le Masbareau - Limoges - Aixe-sur-Vienne - Flavignac - Le Lac - La Coquille
Geschreven door An.aan.de.wandel