Uit La Chapelle Baloue vertrokken. Weer een heerlijk, zonnige morgen. Nog stiller dan een andere zondagmorgen nu op 1 mei. Het blijft gek dat ik nog nooit onderweg enige beweging op zondag bij een kerk heb gezien. Maar ok, nu liep ik er om kw over 9 langs, das te vroeg.
Langs het buurtsupertje van Besma om de sleutel af te geven. Er kwam een fietser aan die vroeg of ze koffie had. Natuurlijk, zei Besma. Een mini buurtsuper van alle markten thuis. 😄
Heerlijke wandeling door glooiend landschap. En al die kleuren groen, zo prachtig. En in de berm veel bloemen. Vooral witte en paarse klokjes, soms boterbloemen. En aanvullende info over de Lelietjes van Dalen: die horen bij 1 mei. Men geeft ze aan elkaar met een gelukswens.
In Saint-Germain-Beaupré was een 1 mei feestje. Wandeling/speurtocht voor families, wielerronde, rommelmarkt. Een soort Koningsdag. Het moest nog een beetje loskomen, maar toch aardig wat mensen op de been. Een meneer heette mij welkom en zei: daar is een bar, kun je wat drinken. Maar ik moest alleen maar héél nodig naar toilet. En de bar was buiten bij de kerk, geen wc daar. Ik zag 2 wandelaars met rugzak: ook pelgrims? Ja, een Nederlands stel. Zij gingen verderop kijken of het café geopend was.
Een vrouw sprak mij aan of ik pelgrim was en of ik ging slapen in Saint-Germain. Ja en nee. Want ze zocht een pelgrim die bij haar gereserveerd had en zij was buiten op 'het feest'. Ik vroeg naar een toilet: "Bij de Mairie". Tuurlijk. De Mairie was aan het einde van het dorp. Dus in hoog tempo langs de rommelmarkt.
Het was een redelijk uitziend toilet. Paar dagen ervoor bij Gargilesse was het openbaar toilet nog zo'n oud exemplaar, met voetstappen en dan hangen. Griebels. Dacht dat het een nostalgisch grapje was. En dat in een toeristisch dorp! Toen nog maar even opgehouden.
Na toilet geen zin meer om weer terug te lopen, dus dát was het 1 mei feestje.
Heerlijk gelopen en aan een bosrand gepauzeerd en broodje gegeten. Daar kwam een man langs met petje op. Hij had iets bekends: het was Paul, een Nederlander. Ik herkende de foto's van Anna, die samen met hem gelopen had. Even later kwam het Nederlandse stel ook voorbij.
Alle 4 waren we op weg naar La Souterraine. Het laatste stuk met Paul gelopen en dat was nét iets boven mijn tempo, maar heb het zo gelaten omdat ik uit mezelf niet meer vooruit zou komen. 😏😜
La Souterraine is een iets grotere stad. De kerk was open en er lag een lijst voor de pelgrims statistieken. Het fijne van een kerk is ook altijd dat het er heerlijk koel is. 🥵Daarna met zn vieren nog een biertje gedronken in een cafeetje.
En dan op naar de gite, maison de pelerins met de veelbelovende naam: Le coucher du soleil. De zonsondergang.
Daar zat Eddy lekker in de tuin, was er al een dag langer. Leuk hem weer te zien. Dan waren er Maurice, een Nederlander van 27; Rob en Roos, het Nederlandse stel (40 -ers?); Paul, pensionado uit Vlaardingen en Els, een Vlaamse ook pensionado. We hebben heerlijk in de tuin gezeten, dat wil zeggen iedereen behalve Els. Ik sliep bij haar op de kamer. Ze was niet onaardig, maar zeker niet spraakzaam. Een tanige vrouw, zat in een hemdje en kort broekje op bed. Ze zei dat ze vroeg in de ochtend vertrok, zo'n 30 km loopt en graag begin van de middag ergens aankomt, zodat ze 'dan nog wat aan haar dag heeft'. 😏
En die dag heeft ze zondag na aankomst
alleen doorgebracht, zittend en liggend in bed, druk bezig met haar telefoon. De anderen en zelfs Claudine, de gastvrouw hebben haar niet gezien. Alleen Eddy, die heeft haar binnen gelaten. En ik dan. Ze heeft niet meegegeten.
Iedereen gaat deze weg op zn eigen manier en ik geloof niet dat ik eerder iemand heb ontmoet die zich zo afsluit.
'Bijzonder' 🤨 vond ik ook dat ze om half 6 vertrok, maar dat niet zonder licht kon. Er waren geen gordijnen, dus echt donker was het niet. Je kunt ook je telefoon gebruiken ipv je bedlamp, maar ja, dat zijn zo van die dingen.
De rest van het kluppie, had een gezellige avond. Voertaal was Nederlands en soms Frans voor Claudine. Zij sprak ook wat Engels. Lekker gegeten. Leuke gesprekken. Rob was bijzonder adrem en stelde merkwaardige vragen, wat de nodige hilariteit gaf. Na het eten begon Paul het pelgrimslied te zingen, samen met Claudine. Handig met Youtube erbij.
Ultreïa, ultreïa e suseïa. Deus adjuva nos. Voorwaarts, hogerop; moge God ons helpen. Zoiets. Eddy en ik kenden het refrein, de rest zat erbij...en keek ernaar. ☺
Eddy heeft nog wat geïmproviseerd op de piano. Leuk om hem te horen spelen.
En daarna weer op tijd te bed.
Maandag 2 mei. Gezamenlijk ontbijt. Er was yoghurt en muesli. Heerlijk. En kaas.
Eddy gedag gezegd, hij had last van zn been. Hij ging eerder naar Limoges (eindbestemming van zijn tocht van 6 weken) dan gepland en de laatste dagen korte stukjes lopen.
Heb Claudine bedankt voor de geweldige ontvangst en zorg. Mede door zo'n gastvrouw is de plek zo fijn.
Deze dag gelopen met Maurice. Dat gaat dan een beetje toevallig, omdat wij de laatste waren die weggingen. Ik dacht 'die gast' loopt mij er helemaal uit, maar hij had last van zn voet/scheenbeen. Oeh, rustig aan! Maar hij liep wel en was niet van plan te gaan rusten.
We hebben steeds nagevraagd bij elkaar: is het tempo goed? In het begin liepen we allebei te hard. En ook na iedere pauze checken of we nog samen verder wilden lopen. Ja dus. Was echt leuk. Gesprekken over van alles, werk, familie, opvoeding, keuzes die je maakt, waarom de camino lopen, relaties, liefde, geloof. Lang hoor, zo'n dag, tijd genoeg. 😄 Ik heb er echt van genoten.
Af en toe even stilstaan en bewust genieten van de omgeving. Onderweg was er horeca open. Joepie! Bij de koffie en lunch kwamen we R&R en Paul weer tegen.
Mijn eindpunt was een hotelletje in Benevent l'Abbaye. We hebben er wat gedronken, een dikke hug en Maurice ging nog 5 km verder.
Paul sliep ook in het hotel. Het was er eenvoudig en prima. De douchecel stond naast het bed. De eigenaar was een Engelsman en zijn partner Frans. Als ik langsliep riep de eigenaar: klompen!! Een soort scheldnaam/koosnaam voor Nederlanders, had hij uitgelegd.
Ik heb een geweldige ontdekking gedaan, een enorme mijlpaal bereikt. Ik zie niet meer op tegen het stijgen, omhoog lopen. Ik kan omhoog kijken zonder er iets van te vinden. Van te voren nog wel, als ik weet dat ik vandaag moet gaan klimmen, maar als het zover is, is het weg. Gewoon gaan, kleine stapjes, rustig tempo: ik kom boven. En omdat ik langzaam ga, niet compleet buiten adem. Tenzij het heel steil is.
Ik word moe, ik krijg het warm, ik zweet, ik hijg: dat blijft allemaal hetzelfde, maar dat is het. En ik ben er zó blij mee.
Luctor et emergo!!😄
Dinsdag 3 mei. Paul is eerder vertrokken, we zien elkaar die avond weer, beiden op hetzelfde adres geboekt, in Châtelus-le-Marcheix.
Ik ben wat later gegaan want naar het office de tourisme. Ik had namelijk van vooruitloper Jurjen begrepen en inmiddels zelf gezien dat er bordjes staan over route naar Rocamadour in deze plaats. Bij binnenkomst keek de dame me aan met een blik van: wat kom je doen. Een prettige binnenkomer. 😕 Toen ik info vroeg over de route naar Rocamadour, kreeg ik een wandelgids onder mn neus geduwd. Ik vroeg haar of er naast het boekje uit 2017 nog recentere info was over slaapplaatsen en of de route ook was te downloaden en bij alles haalde ze haar schouders op. Er kon geen fatsoenlijke reactie van af. Sorry, ik ben hier toch bij de VVV of niet dan?! Ik zag al dat de route in de gids anders liep dan de GR routes die ik in mijn app had staan. En qua slaapplaatsen stond er niet veel info in het boekje.
Ik heb spijt dat ik me er thuis niet in verdiept heb, vóór ik wegging. Toen had ik alleen gezien dat je vanaf Limoges met de trein richting Rocamadour kan.
Looproutes gaan helemaal niet vanuit Limoges, maar vanuit hier of verderop vanuit Bergerac. Lekker dan.
Ik heb bedacht dat ik dat avontuur niet aanga, om met een route alleen op papier en weinig info over slaapplekken 260 km te gaan lopen. Het plan is nu om door te lopen naar Bergerac (duurt nog even voor ik daar ben) en dáár de route te nemen naar Rocamadour. Die is korter, 180 km, en dan kan ik in Limoges nogmaals bij de Office de tourisme langs en hopen op meer behulpzame mensen. Ik loop dan wel meer 'om'.
Al met al vraag ik me af of ik überhaupt in deze reis de Spaanse grens nog ga bereiken 😏🤔😄, maar ik ga het zien. En jullie gaan het lezen.
Nog even langs bij de Carrefour voor de nodige energietoevoer en dan toch maar gaan. Inmiddels liep het tegen 11en en had ik 500 m gelopen, van de ongeveer 20 km te gaan. Vandaag zou ook het hoogste punt van de Voie de Vezelay gepasseerd moeten worden.
Wederom een prachtige route, mooie vergezichten. Hagedisjes in miniformaat die voor je voeten wegschieten, een hazelworm die zich onder wat dode blaadjes onzichtbaar maakt, een dikke zwarte tor die het wegdek over rent: je komt van alles tegen.
In Marsac koffie gedronken. Er waren 2 andere dames op het terras. Één van hen vroeg of ik als vrouw alleen op stap was. Ze gaf me een adres voor couchsurfing ('slapen op de bank'). Voor vrouwen die alleen reizen en bij andere vrouwen terecht kunnen. Te vinden op internet. Zij had daar ook gebruik van gemaakt tijdens wandelreis door Frankrijk.
Wat Fransen tegen je zeggen bij het weggaan of voorbij gaan, naast 'bon route' of 'bon chemin' (goede weg) is 'bon courage' en dat betekent goede moed. Mooie groet, vind ik dat.
De route staat in deze regio niet overal goed aangegeven. En ik had me voorgenomen meer op de route markeringen te letten en minder mijn app te gebruiken. Opletten en markeringen zoeken is niet mn sterkste punt, heb ik al door. Dit alles leidt regelmatig tot verkeerd lopen.
Ik liep een weg af langs een boerderij waar het een enorme bende was, niet ongewoon hier in Frankrijk. Kon geen markering meer vinden. Toch de app erbij: had even terug moeten afslaan. Dus teruggelopen en de juiste afslag, naar beneden. Even later hoor ik boven mij iemand roepen. Toen ik mij omdraaide stond er een oudere man, een boer, aan zn kleding te zien. Ik liep een stukje omhoog, hij naar beneden. Hij zei dat de oude route naar St Jacques over de heuvel ginds liep en hij wees naar verderop. Hè, ik loop nu toch goed? Ik weer kijken op mijn app. Ja, dit klopt. Ik wilde dag zeggen en doorlopen, maar hij hield me tegen door een plooi van mn fleece mouw te pakken. Hij zei, in het Frans uiteraard, zonder verder enige emotie: "Ik zoek een vrouw."
Uh pardon! Dit kan niet waar zijn. Ik moest moeite doen om niet heel hard te gaan lachen. Hij leek mij heel serieus. Oh help!
Ik wist even niks te zeggen. Hij ging los: of ik getrouwd was en kinderen had. En ik antwoordde braaf naar waarheid. Oh, dus ik was vrijgezel, nou híj ook, zijn hele leven al. Z'n zus was pas overleden aan kanker, en hij wees naar z'n buik, zijn broers waren overleden, ook zijn jongere broer. Hij was helemaal alleen.
En dan: hoe oud ik was of mijn ouders nog leefden of ik broers en zussen had. En ik dacht dat hij zei: ik ben 60 nog wat.
Hij verontschuldigde zich dat hij zich niet geschoren had. Hij zocht een aardige vrouw en ik leek hem precies wat hij zocht. Of ik wilde blijven.
En ik zei: maar ik zoek geen man. En ik kan hier niet blijven want ik woon in Nederland. Hij vroeg of ik werk had en wat ik deed. Ik zei dat ik werkte voor de gemeente Rotterdam. Oh, zei hij: dus je werkt voor de burgemeester? Uh, oui!
En steeds weer die paar vingers op mijn arm of even mn fleece vasthouden.
Toen zei hij dat hij 75 jaar was en hij keek me uitdagend aan, of ik dat ook kon zien.
Ik moet zeggen: in zn jonge jaren was het vast een Adonis. Het was nu een klein tenger mannetje. Donker grijze krullen kwamen onder zn blauwe petje vandaan. Donkerbruine ogen. Ik was een kop groter en hij paste 2x in mij, qua breedte.
Hij zei: ik ga morgen bij vrienden eten, maar verder eet ik altijd alleen. Ik eet altijd hetzelfde.
Toen zei hij dat ik zijn nummer maar moest noteren in mijn telefoon. Nou nee.
Ik zei: meneer, ik ga verder, ik moet nog een eind lopen. Hij zei: als je even wacht pak ik mijn tas en ga ik met je mee. En daar moest hij zelf ook een beetje om lachen.
Ik ben gegaan, vroeg nog zn naam: Michel, de rest heb ik niet onthouden. De mijne vroeg hij niet.
In eerste instantie vond ik het vooral heel komisch. Boer zoekt vrouw, maar dan live. Recht voor zn raap. Gewoon vragen: nee heb je en je weet maar nooit.
Eigenlijk is het supertriest. Wat een eenzaamheid op het Franse platteland.
Als ie 15-20 jaar jonger was geweest, had ik het overwogen. 😉
Met alle hoogteverschillen, beetje last van linkerknie en de warmte was het een pittige dag. En lang. Rond half 6 was ik in Chatelus. Paul had al geappt of ik ok was.
Pfff, vooral moe.
De gastvrouw, Mme Dumont oftewel Françoise was een leuke vrouw, mijn leeftijd? of iets jonger. Klein, kort blond koppie, oorringetje, stoere boots onder opgerolde broekspijpen en wat het meest opviel: erg vrolijk. Ik vertelde het verhaal van mijn ontmoeting met de boer onderweg en zij sloeg zich op de knieën van de pret: "l'Amour est dans le Pré!" zei ze, de Franse versie van Boer zoekt Vrouw.
Paul en ik hadden beiden een kamer met douche, toilet op de gang en gezamenlijke keuken. Het bleek een vroeger hotel. Dan toch wel erg lang geleden. Haar ouders hadden vroeger een restaurant en hotel. Het restaurant hebben ze verkocht en van het hotel een gite gemaakt. Inmiddels heeft Françoise het van haar ouders overgenomen en is de bestemming vooral voor pelgrims. Haar ouders wonen op de begane grond.
Ze had voor ons gekookt en al het eten stond klaar in de koelkast.
Francoise werkt in het weekend als receptioniste in een verpleeghuis, ze werkt als huisschilder en verder doet ze aan kunst maken, paintbrushen oa ('verven' met spuitbussen). En ze woont in een yurt. Ze nodigde ons uit om 's avonds te komen kijken. Het was 100 m van de gîte, een superleuke plek. Een groene yurt achter de groentetuin van haar ouders. Klein, simpel, kacheltje in het midden, ecotoilet, douchen deed ze in de gîte. Ze woont alleen met 2 katten. Ze was er zó blij mee. En blij met haar hele leven. Écht een leuk mens.
Woensdag 4 mei, op pad, ongeveer 18 km. Samen met Paul vertrokken. Iedere dag is een genot om te lopen. De vogels, het groen, de rust, het prachtige landschap. En nog steeds mooi weer. 😎
Met Paul veel gebabbeld over slaapadressen, vrienden op de fiets, wandelen in Nederland.
In les Bilanges eerst koffie en daarna geluncht, hij had onderweg hetzelfde slaapadres als ik geboekt. Hier weinig keus. Of dát adres op nu nog 6-7 km of nog 14 km verder lopen. 😰
Na de lunch was het nog een makkie, zo leek het. We zijn ieder alleen verder gegaan.
Maar het viel helemaal niet mee. Leek verder dan ik dacht en eindeloos op en neer. Wel erg mooi. Het laatste stuk, donkere luchten, maar ik hield het droog.
Wéér na vijven aangekomen. Doodmoe.
De mw van de chambre haalde wat te drinken en we zaten buiten onder een tent. Het was een groot huis, bij een boerderij.
Meteen al hadden we een mooi gesprek. Hoe de weg iets zegt over je eigen leven. Hoe het je lessen leert en het leven zelf ook. Als je niet goed voor jezelf zorgt kun je niet goed voor anderen zorgen. Dat het belangrijk is dat je van je jezelf houdt en dan pas echt van een ander kunt houden. Dat je niet kunt verwachten dat mensen voor jou terug doen wat jij voor hen doet. Het klinkt nu zo als alle gebruikelijke clichés, maar zo ging het niet. Vond het een bijzonder gesprek met iemand die ik net ontmoet had. Ze vertelde ook dat ze vroeger table d'hotes deed en altijd veel mensen had en dat vooral Nederlanders daar gek op zijn. Maar nu was het haar te druk. Af en toe een pelgrim voor overnachten en eten was prima. En als het teveel werd nam ze de telefoon niet meer op. 😆
Daarna naar de kamer, buitenom, achterlangs, trappetje op. Een kamer met eigen badkamer op de gang. De kamer had een hoog schrootjesgehalte en het rook er muf. Ach! En verderop in de gang was de kamer van Paul.
We kregen bijzonder eten. Als aperatief een zoete wijn. Daarna soep, toen een vol bord, koud eten, met aardappel, couscous, boontjes en wat stukjes nepkrab. Poe, poe, vééél en wat gek dat we koud eten kregen. Het bleek het voorgerecht.😄 Er volgde nog een omelet met macaronie erin en witlofsalade. En puddinkje met rode saus toe. En koffie. Van dat afvallen is echt geen sprake meer.
Na het eten kwam ze bij ons zitten en het gesprek kwam op het geloof. En vooral het geloof in heiligen (naar aanleiding van de kerk waar we morgen langskomen) en engelen. Die heiligen is best een thema, deze reis. Ze heeft uitgelegd hoe zij het ervaart. Ook over de zielen van overledenen die ons begeleiden op ons pad. Die je volgens haar ook kunt vrágen je te begeleiden op je weg. In haar geval had ze het over haar overleden echtgenoot Paul. De engelen die ons beschermen en helpen, bijvoorbeeld Aartsengel Michael. En ik dacht aan het gesprek op dag 1 tijdens de koffie in de Jacobskerk in Den Haag.
Ik ervaar wel de onverwachte hulp (zoals de vrouw die mij hielp toen ik begin coronatijd in Frankrijk liep en naar huis wilde en de meneer die mij een paar weken geleden vlak voor noodweer een lift gaf) en benoem dat als mijn engelen. Zo'n Aartsengel Michael, das dan weer iets anders en behalve de gebruikelijke plaatjes van wit en vleugels heb ik er verder geen ander beeld of gevoel bij. Maar dat is vast ook een kwestie van loslaten.
Hoe dan ook, zulke gesprekken vind ik erg fijn. Bij Paul gingen inmiddels de luiken dicht.🤭😄
Niet al te best geslapen. De eerste uren wakker gelegen van een koe die veel, hard en in mijn oren wanhopig loeide. Was bijna in staat om te gaan kijken. Bíjna.
Vrijdag 5 mei op naar le Masbareau, volgens mme Poussin slaap ik in een kasteel. Das mooi!
La Chapelle-Baloue - La Souterraine - Bénévent-l'Abbaye - Châtelus-le-Marcheix - la Gasnerie/Orgnac
Geschreven door An.aan.de.wandel