We starten vandaag rustig op, want we hebben alle tijd.
Pas om 2 uur hoeven we bij het Colloseum te zijn, voor onze tour per golfkar.
Bus en metrorit verlopen soepel en na een korte stop bij de Piramide, komen we ruim op tijd bij het Colloseum aan.
Iets voor tweeën belt onze gids me op en geeft aan hoe ze gekleed is en dat ze nu staat te zwaaien. Of we haar zien? Nou nee. Dan blijkt dat bovenaan de trap bij de metro voor haar een andere betekenis heeft dan voor ons. Al had Bas het wel begrepen, maar werd hij weer eens overruled door zijn eigenwijze vrouw, die er vaak naast zit, maar wonderbaarlijk genoeg toch steeds weer het voordeel van de twijfel van hem krijgt.
Na de begroeting, gaat Judith, onze gids, op zoek naar het golfkarretje. Wat Bas al mijlenver ziet staan en waar zij bijna tegenaan botst voordat ze het het wagentje ziet.
Gelukkig rijdt ze niet zelf, maar hebben we een chauffeur.
Als we een ZTL zone binnengaan, wil ik weten hoe het zit met vergunningen. Judith, die hier al 25 jaar woont, heeft geen idee. Gelukkig kan onze chauffeur er wel alles over vertellen.
Al voordat we instappen, krijgen we de aftrap van alle historische informatie. Over het Colloseum. Oprecht interessant. Dat beloofd wat, denk ik dan nog.
Maar al snel wordt duidelijk dat je ook met teveel feitjes en weetjes kunt strooien. Vanaf de Trevi Fontein tot een de Spaanse trappen, ontpopt Judith zichbals een wanfelende encyclopedie.
De Spaanse trappen bekijken we eerst van boven en straks laat ze die ons ook nog van onderen zien. Aldus onze gids.
Inmiddels hebben we best trek en gelukkig geeft Judith op dat moment aan dat ze ons iets wil laten proeven; De lekkerste Tiramisu van Rome. Even denken we dat dit bij de tour in zit, maar we moeten em zelf afrekenen.
Voor de etalage van Dolce & Gabbana peuzelen we dit staand op. Daarna willen Sanne en ik nog even naar het openbare toilet. Judith zal ons wel even begeleiden en drukt op het liftknopje. Volgens mij zit er een trap aan de andere kant, oppert Sanne voorzichtig als we al even staan te wachten op de lift.
Oh ja, en hup, daar gaat ze weer. Sanne en ik dribbelen er maar weer achteraan.
Als er betaalt moet worden, heeft Judith geen idee hoe dit werkt en kijkt ons bijna wanhopig aan. Daarna zegt ze zuchtend dat zij het dan wel voor ons alle drie zal betalen. Want ook zij moet een plas.
Als ze klaar is, banjert ze gelijk door naar boven. Sanne en mij aan ons lot overlatend.
Met z'n tweeën wandelen we uiteindelijk weer naar boven, waar de toiletmeneer ons nog vraagt of ik Sannes moeder of haar zus ben.
Judith is compleet vergeten dat ze ons de Spaanse trappen nog van de onderkant wil laten zien en ik ben in dit stadium sowieso alles vergeten wat ik tot nu toe gezien en gehoord heb.
Bij de volgende bezienswaardigheid vraag ik me af of de stenen hier niet te heet zijn voor Noof. Waarop Bas zijn slipper uitschopt en met zijn blote voet aan de stenen voelt. Kan best, is zijn conclusie. Als we even verderop stil staan, zie ik Nova haar pootjes beurtelings optrekken en voel met mijn hand aan de stenen. Die smelt nog net niet vast en dus til ik Noof maar weer op.
Door mijn zweethanden glijdt ze echter steeds een stukje verder naar beneden. Gelukkig neemt Bas haar dan van mij over.
Als we weer in de golfkar zitten, haal ik mijn honden draaghengsel maar eens tevoorschijn. Want tillen gaat em echt niet meer worden.
Bij de volgende stop, ik ben inmiddels compleet kwijt welk bouwwerk we nu weer aan het bezichtigen zijn, hang ik Nova voor het eerst deze vakantie, in haar hangmat. Deze blijkt veel te laag afgesteld, zodat ik haar alsnog niet kan laten hangen, want dan bungelt ze ergens ter hoogte van mijn knie en kukelt ze er achterwaarts uit.
Sanne probeert de boel wat bij te stellen, terwijl we ondertussen ook hard achter Judith aan hollen en Bas ergens achter ons foto's maakt. Geen van allen krijgt nu ook maar iets van het verhaal van onze gids mee.
Vlak voordat we weer in ons vervoermiddel stappen, vraagt Sanne zich af of Noof inmiddels niet moet plassen. Maar ja, alleen maar stenen hier. Geen bosje te bekennen.
Daar is een prullenbak, zeg ik. Plassen honden vaak tegenaan en Noof plast graag over andere hondenpies heen. We lopen er naartoe en op commando plas ons monster tegen de vuilnisbak aan.
Terwijl we rijden geven we Noof gelijk maar wat te drinken, want het ziet er niet naar uit dat we daar op een ander moment tijd voor krijgen.
Ik zie een pinapparaat en vraag Judith of we daar nog moeten stoppen. Want de helft moet contant betaald worden en volgens onze gids komen we ondertussen genoeg pinapparaten tegen. Oh ja! Andrea wordt gelijk gesommeerd om te stoppen, maar we staan op een druk verkeerspunt, dus dat gaat niet lukken.
Vervolgens wordt er 10 minuten lang naar een pinmoment gezocht. Ik vind het helemaal prima. Even rust.
Als we even later op het plein bij de Sint Pieterkerk staan, is het moordend heet. Nova bungelt gelaten in het hengsel aan mijn zij, terwijl Judith weer een encyclopedie aan informatie over ons heen sproeit. Ik kreun inwendig als ik me bedenk dat we nog ruim een uur te gaan hebben.
Tjop, tjop, word ik uit mijn overpeinzingen gehaald. Het is weer tijd om verder te gaan.
Nog geen minuut later stoppen we alweer, bij bezienswaardigheid nr. 100. Ik ben er een beetje klaar mee en Noof ook, dus geef ik aan te blijven zitten. In eerste instantie blijven Bas en Sanne dan ook maar zitten.
Voor Judith is dat geen probleem. Ze stapt uit, zakt wat door haar hurken en tettert dan voorovergebogen en in Bas zijn oor, in het karretje wat zich hier allemaal heeft afgespeelt. Dit ziet er toch wel een beetje sneu uit en Sanne moedigt me aan om toch maar uit te stappen en dat zij dan wel bij Nova blijft.
Met een overvol hoofd aan historische informatie, laten Bas en ik ook deze woordenbrei maar weer gelaten over ons heen komen.
Op naar de volgende stop; het marktplein.
Met 80 kilometer per uur holt Judith over de markt heen, waarbij het mij niet duidelijk is of we haar moeten volgen en Sanne denkt dat ze zelf snel nog even wat boodschappen wil scoren. Aan haar lippen te zien, vertelt ze nu wat historische feitjes aan de lucht. Want wij horen haar op deze afstand al lang niet meer.
Het blijkt dat we haar moeten volgen. Ze kijkt niet eens verbaasd als ze eindelijk stil staat, zich omdraait en ons hijgend aan ziet komen hollen.
Judith loodst ons een winkeltje met worsten en kazen binnen, waar onlang ook Frans Bauwer is geweest, in het kader van de serie die over de Bauwers is gemaakt. En toevallig hebben Bas en ik uitgerekend die aflevering gezien en toen watertandend naar de beelden gekeken. We delen deze informatie met onze gids, even vergetend dat ze vooral veel aandacht heeft voor haar eigen verhaal. Vol trots vertelt ze dat aan haar gevraagd is om de Bauers door Rome te begeleiden.
Maar dit keer hebben wij geen aandacht voor haar verhaal, want deze winkel is voor ons allemaal echt een Walhalla.
We proeven zoveel worst en kaas, dat het maar goed is dat het nog uren duurt voordat we gaan dineren. Ondertussen roept Bas weer dat dit echt muy bien is. Iets wat hij deze vakantie te pas en te onpas roept.
Alsof ze ons gehoord heeft, is er ineens aandacht voor Noof door onze gids. Of ze ook wat lekkers mag.
Met een volle tas kaas en worst, wandelen we weer richting golfkar.
Na dit culinaire hoogtepunt, geeft Judith aan dat de tijd er bijna op zit en vraagt ons wat we nog willen zien; het Pantheon of nog een andere bezienswaardigheid.
Hoewel ik meerdere keren heb aangegeven dat we zeker de Joodse wijk nog willen zien, lijkt ze deze optie bewust niet te noemen.
Als ik opnieuw aangeef dat we daar nu toch echt naartoe willen, lijkt ze bijna teleurgesteld, maar goed, wij betalen, dus bepalen.
In de Joodse wijk is veel dicht vanwege de sabbat, maar het is er vooral erg indrukwekkend. En lekker rustig. Een verademing in het drukke Rome.
Alle mooie plekken in het openluchtmuseum dat Rome is ten spijt, vind ik dit gedeelte van onze tour en het bij behorende verhaal nog het meest interessant.
En dan zit de tour erop. Andrea benadrukt dat we echt bij het restaurantje waar we nu voor staan, moeten eten. Want hier verkopen ze het beste eten van Rome. Reserveren is niet nodig. Aan de buitenkant ziet hetver niet denderend uit, maar we geloven hem op zijn woord em beloven hier straks te gaan eten.
Judith vraagt ons tenslotte nog of we ergens afgezet willen worden, maar we besluiten nog wat in deze wijk rond te struinen. En in een andere wijk, waar geen sabbat gevierd wordt, te shoppen.
We nemen afscheid van gids en bestuurder en maken ons op voor een avond in Rome.
Na wat gedronken te hebben op een terras, waar het personeel overduidelijk niet op ons zat te wachten, gaan we op zoek naar leuke winkels.
Dat ziet er in eerste instantie droevig uit, maar om de hoek van de straat blijken ze er toch in overvloed te zijn.
Sanne en ik doen ons opnieuw tegoed aan het kopen van kleding.
Een paar uur later zou hèt restaurant inmiddels open moeten zijn en wandelen we die kant op.
Daar aangekomen, blijkt het nog volledig verlaten.
Er zit alleen een serveerster, die diep gebogen over een tafel hangt en haar potentieel enige klandizie voor vanavond hardnekkig negeert.
Als we haar vragen of er plek is, wat ons een nogal overbodige vraag lijkt, vraagt ze ons of we gereserveerd hebben?
Eh nee, want volgens onze gids en Andrea was dat toch niet nodig?
Tja, dan heeft ze alleen binnen nog plek.
Bas en Sanne werpen een blik op het lege terras en naar binnen, terwijl ik al ja zeg.
Ziet het er buiten al uit alsof je beter op zoek kunt gaan naar het volgende restaurant, binnen ziet het er volgens man en dochter nog veel armoediger uit. Ik ben nog steeds reuze benieuwd naar het schijnbaar geweldige eten, maar natuurlijk willen we ook een beetje leuk kunnen zitten.
Dus geef ik aan dat we toch verder kijken omdat we buiten willen zitten.
Blijkbaar was dat een magische zin, want ineens is er toch een mogelijkheid buiten. Of we even 5 minuten wilen wachten?
In die 5 minuten komt ma Flodder, met in haar mondhoek een sigaret, aanzetten met 3 houten klapstoeltjes, die ze om een tafel heen zet, die we hier als haardhout zouden gebruiken.
Om deze toch wat aan te kleden, trekt ze ergens een groot vel papier vandaan, waar ze in Nederland bij de Chinees de bakjes mee in pakken.
Sanne wil haar stoeltje een plek verplaatsen, maar dat gaat niet zonder gevaar voor eigen leven omdat ze dan midden op de weg zit. En ze rijden hier niet zachtjes. Dus blijft ze maar zitten.
Als we alle drie eenmaal zitten, blijkt de tafel zo hevig te wiebelen, dat het doet denken aan een scène uit het voormalig spookslot in de Efteling. Dus eten we met de ene hand en houden met onze andere hand de tafel vast. Soms vergeten we dat en ligt het tafelblad bijna op onze schoot.
De menukaart is een handgeschreven a-viertje.
En toch..
Het eten is, zoals beloofd, geweldig Buiten zit inmiddels alles inderdaad vol. Mensen die later spontaan aan komen lopen, moeten binnen eten.
We boffen maar.
Ook de rekening is handgeschreven op een boodschappenbriefje en als Sanne naar binnen loopt om te betalen en fooi te geven, komt de serveerster speciaal nog even naar buiten om daar ook Bas en mij voor te bedanken.
Met goedgevulde magen wandelen we terug naar het metrostation.
En met dit keer een verlicht Colloseum, tegen een donkere achtergrond, nemen we voor vanavond afscheid van deze imposante stad. Want dat blijft het.
Op het station raken we in gesprek met een Italiaans meisje, dat erg gecharmeerd is van Nova en dat is ook wederzijds. We kletsen wat, totdat de metro eraan komt.
Die zit al aardig vol en Bas en Sanne besluiten te blijven staan, terwijl ik op de laatste vrije stoel neerplof.
Hierop biedt een Italiaan van in de 20 onmiddellijk zijn plek aan Sanne aan. Onze dochter geeft aan dat het niet nodig is, maar de jongen staat erop.
Als Sanne eenmaal zit, onderwerpt hij haar aan een kruisverhoor. Waar ze vandaan komt, waar ze nu verblijft enz.
Ondertussen doet Nova kunstjes voor koekjes en vermaakt ze daarmee omze hele coupé.
De Italiaan moet er een halte later alweer uit en het Italiaanse meisje dat ons op het station aansprak, merkt lachend richting Sanne op dat ze haar nummer wel had kunnen vragen. Ze voegt daar met rollende ogen aan toe; so obvious! Oftewel; het lag er zo dik bovenop.
Sanne lacht met haar mee en geeft aan dat hij sowieso geen schijn van kans had gehad omdat ze al een hele lieve vriend heeft.
Met nog een tip voor the place to be in Rome als het om ijsjes gaat, nemen we afscheid van onze nieuw verworven Italiaanse vriendin, die er een halte eerder uit moet.
Als ik op het busstation bovenaan de trap bus 70 al klaar zie staan, trek een sprintje, voordat we weer een half uur moeten wachten.
Dan blijken zowel bus 70 als 709 klaar te staan.
70 staat dichterbij en lijkt als eerste te vertrekken. Dus nemen we die.
Een vrouw die wel bezeten lijkt, sleurt haar rolkoffer en sporttas, luid bellend de bus in. Ze ploft zonder aarzelen tussen 2 mensen neer, die van schrik een stukje opschuiven. Ook al is daar eigenlijk geen ruimte voor.
Schreeuwend en hard om zich heen slaand, zet ze haar gesprek voort. Met enige regelmaat voorziet ze ook het metalen frame voor haar van wat klappen.
Ondertussen zien we bus 709 al vertrekken en vult onze bus zich met een hele groep jongeren, die gekleed zijn om een avondje te stappen.
1 van die jongens gebaart de wild bellende vrouw dat ze rustig aan moet doen, waarna hij zelf met luide stem de bus van achtergrondgeluid voorziet. Evenals de rest van de jongeren.
Als ook onze bus eindelijk in beweging komt, stoppen we weer omdat er nog een aantal passagiers mee willen, die hard achter de bus aanhollen.
Eigenlijk past het niet meer.
Naast me staat een jongen een jointje te draaien en de temperatuur in de bus begint op te lopen, dus de zure lucht vult de lucht.
Ik denk (hoop vooral) dat we er over 2 haltes uit moeten.
Gelukkig ziet Sanne dat de jongens die tegenover haar zitten, een campingbandje dragen. Zij stappen er deze halte al uit en wij dus ook. We blijken inderdaad 'al' bij de camping te zijn.
Tegen elven liggen we op bed, maar deze dag was echt muy bien.
Geschreven door Esthers.camperreizen