Om half negen rijden we weg. Op naar Colmar.
We worden uitgezwaaid door onze Zwitserse buurman. Ik denk dat vooral Noof hem gaat missen. Vanwege die koekjes die ze elke dag van hem kreeg.
Onze navigatie blijkt een soort van Alzheimer ontwikkeld te hebben. Om de paar minuten vraagt hij of we een andere route willen ivm vertragingen verderop. Omdat een alternatieve route ons enorm veel tijd bespaart heeft toen we van Italië naar Zwitserland gingen, zeggen we elke keer weer braaf ja tegen de omleiding.
Maar het mag niet baten.
Na een krap uur belanden we in de file voor de Gotthardtunnel. Gelukkig rijdt het wel, al is het stapvoets.
Drie kwartier later is de file voorbij. Als we weer uit de tunnel komen, staat er een file aan de andere kant, van zeker vijf kilometer. Voor elke kilometer file voor de Gotthard, moet je een kwartier extra uittrekken, zo lees ik. Arme overkant.
Als we even stoppen voor een plaspauze en een tankbeurt, moet Bas zo nodig, dat hij mij vraagt om de tank vol te gooien, zodat hij snel naar het toilet kan.
Terwijl ik daar sta te tanken, stapt naast me een man uit en kijkt me goedkeurend aan. Ongetwijfeld ziet hij dat niet vaak, een vrouw die de camper voltankt.
Als Bas weer terug is, loop ik om Fred heen, waardoor ik naast de betreffende man sta. Ik plas even in Fred hoor, roep ik naar Bas. Dan zie ik dat de auto van de man naast me een Nederlands kenteken heeft.
Als we weer onderweg zijn, lukt het Bas maar niet om de perfecte stand voor de navigatie te vinden. Hij wiebelt, schuift en trekt er wat aan. Daar moet de navi niets van hebben en uit protest laat ie zich een paar keer dramatisch van het dashboard vallen. Als Bas desondanks nog steeds doorgaat met plukken en trekken, zet het ding nog een tandje bij en weigert dienst. Hij bevriest en zelfs uitzetten lukt niet meer. Gelukkig maar voor even, maar van schrik laat Bas de navigatie nu maar met rust.
Een rit van 3,5 uur zonder, wordt uiteindelijk een rit van 6 uur met file en vertragingen. Heel blij dat we besloten hebben om in 2 keer naar Saarburg te rijden.
Rond half 3 arriveren we op de camping in Colmar. In tegenstelling tot vorig jaar, spreken de dames hier goed Engels. Ook ligt het busstation richting Colmar om de hoek en als we willen kunnen we kaartjes bij de receptie kopen. 6 euro in totaal, heen en terug. Daar gaan we niet voor lopen.
We zetten Fred op zijn plek neer en laten luifel en stoelen lekker waar ze zijn.
Bizar trouwens dat we nu alwéér een hoekplaats hebben gekregen. Zonder erom te vragen.
Fashionable late lijkt ook voor de Fransen op te gaan. Want de bus vertrekt precies een kwartier te laat.
Colmar is werkelijk waar een bijzonder fotogeniek stadje en we kijken onze ogen uit.
Omdat we inmiddels best wel trek hebben, gaan we gauw op zoek naar een restaurantje. Die zijn er genoeg. Als je zin hebt in thee met gebak in elk geval. Want voor het diner gaan ze pas om 7 uur open. Of helemaal niet.
Uiteindelijk vinden Bas en ik een gezellig terrasje. En ze verkopen er zowaar mijn favoriete wijn; Gewurztraminer.
Echt eten blijkt ook hier nog niet te kunnen. Voor flamkuchen is het al te laat en alleen wat stokbrood, bladerdeeghapjes en smeersels kunnen besteld worden. Dus dat doen we dan maar.
Als we de wijn net hebben, moeten we verhuizen. Want onze tafel is nodig voor een reservering. Bij het opstaan ontdekt de ober Nova pas. Ach, we hebben een hond. Hij uit zich eerst in excuses en haalt dan een bak water voor Noof, die daar voor de vorm wat aan snuffelt. Hij heeft ook 2 jack russels, zo vertelt hij. Kortharige.
Alles in dit restaurant/ café gaat snel, oftewel vite, vite in het Frans. Het opnemen van de bestelling, het opruimen van de tafels en zeker het praten. Als ik onze ober vraag een foto van de fles Gewurztraminer te mogen maken omdat we em zo lekker vinden, loop ik maar mee naar binnen. Voordat hij, vite, vite, weer verdwijnt.
Nadat we hebben afgerekend, ga ik op zoek naar een wijnwinkel waar ze precies deze wijn verkopen. Bij de eerste winkel lukt dat niet. Wat wel lukt is dat de verkoper mij een andere Gewurztraminer aansmeert. Ik krijg er ook een heel verhaal bij in het Frans. Waar ik de helft niet van begrijp en terwijl de rij achter me langer en langer wordt. Maar deze man gaat helemaal los. Blij dat er eindelijk een toerist in zijn winkeltje is belandt die niet voor één de vele souvenirs komt, maar een gerichte vraag over wijn stelt. Mijn eigen souvenier, een piepklein dienblad waar net 2 kopjes koffie of 2 glazen wijn op passen, schuif is snel bij de fles en ik de bedank de beste man voor zijn uitgebreide info.
Een paar straten verder komen we opnieuw een wijnzaak tegen. Ik probeer het nog maar eens. Nee, deze verkopen ze niet. Maar ze hebben wel andere? Ik wil voorkomen dat ik ik straks met honderd flessen wijn op mijn rug terug moet en geef aan dat ik echt heel specifiek naar deze variant op zoek ben. Daarop kijkt de verkoopster me meewarig aan en zegt dat ik dan naar de supermarkt moet.
Als we weer terug zijn op de camping, delen Bas en ik samen nog een pizza en drinken we ook hier een glas Gewurztraminer.
Daarna wandelen we maar Fred. We kunnen onze oogjes met moeite open houden. Dus voor mij betekent dat nog even dit verhaal schrijven en zowel voor Bas als mijzelf verwacht ik dat we vanavond heel vroeg op bed liggen.
Geschreven door Esthers.camperreizen