Vandaag doen we het rustig aan. Behalve dan als het gaat om het vinden van onze volgende bestemming.
Een camping genaamd Nell in Überlingen hebben we ons oog op laten vallen. Betekent wel weer terug naar Duitsland.
Gisterenavond had ik al een mail gestuurd en vanochtend rond 9 uur bel ik er achteraan. Er wordt niet opgenomen. Ook niet de 5 belpogingen daarna. Per mail heb ik ook nog geen reactie. De klok tikt gestaag door.
Ik bel een andere camping in dezelfde plaats. Ook geen gehoor. Inmiddels heb ik in mijn mail twee afwijzingen uit Italië binnen. Zucht, vakantie begint zo bijna op werken te lijken.
Ook Bas doet dappere pogingen met het vinden van alternatieven en het bellen naar campings. Het mag allemaal niet baten.
Inmiddels is het half 12.
En dan lijk ik iets gevonden te hebben bij het Gardameer. Als ik opbel verzekert de vrouw aan de telefoon me dat ze plek heeft tot zondag. Reserveren is niet nodig.
Op de bonnefooi naar La Bella Italia dan maar? Bijna 5,5 uur rijden zonder reservering?
We besluiten het erop te wagen.
Ik wandel naar de receptie met telefoon en bankpas. 12 uur is de check out voordat we een dag moeten bijbetalen. Het is kwart voor 12.
Dan blijkt alleen contant afrekenen gewenst. Maar neem je tijd, stelt de jongen me gerust.
Stipt 12 uur rijden we weg, om 10 minuten later weer te stoppen voor een tankbeurt.
Ik heb Super getankt, zegt Bas. Als in benzine. Doemscenario's van uren stranden bij dit tankstation dringen om voorrang in mijn hoofd. Maar Bas verzekert me dat het geen kwaad kan. Hij heeft niet veel getankt en de rest vult hij alsnog met Diesel. De tankbediende, een vrolijke man van middelbare leeftijd, wenst me een fijne vakantie. Dat mag hij zo nog een keer doen. Bas tankt nu Diesel, waarna ik opnieuw naar binnen loop om af te rekenen.
Ik leg uit wat er gebeurd is.
Geen zorgen, zegt de vrolijke Frans. Benzine in een Diesel is niet zo erg. Gaat ie zelfs beter van lopen en ben je een paar uur eerder op je bestemming, voegt hij er met een knipoog aan toe.
Dat laatste blijkt niet het geval. Maar gelukkig kan het in elk geval geen kwaad.
Het eerste stuk van onze reis kenmerkt zich door door tunnelvisie (heerlijk zoveel tunnels als het bloedheet is en je geen airco tijdens het rijden hebt 😅). Verder is het vooral bergje op, bergje af.
De warmtemeter loopt op en op enig moment komt er dikke grijze rook uit de uitlaat, maar Fred houdt zich goed. Net als Nova. Die vooral heel veel slaapt.
Na drie uur rijden besluiten we even te stoppen voor een plas en wat wat water voor Noof.
Als we daarna weer weg willen rijden, pruttelt Fred wat en geeft vervolgens niet thuis. Heel even maar. En dan doetie het weer. Is inmiddels alweer een paar keer gebeurt, maar beperkt zich tot momenten dat we even stoppen en kort daarop weer verder gaan.
De bergen en dalen maken plaats voor het stadje Como, waar we dwars doorheen rijden (omdat zich daar blijkbaar de landsgrens van Italië bevindt) en waar scooters je links en rechts om de oren vliegen. Daarna volgt één en al snelweg, met motoren die de scooters nadoen. Je hebt hier ogen en oren in je achterhoofd nodig.
Bijna zeven uur later rijden we de camping op. Het doet zowaar Kroatisch aan, met het stoffige zand. Inclusief (de geur van) pijnbomen en de naalden die de grond deels bedekken. Ik voel me gelijk thuis.
Ook hier mogen we een plekje kiezen. Al blijft het (gelukkig voor mij, ivm die keuzestress) beperkt tot 4 plaatsen, die wèl genummerd zijn.
Op de campingkaart zijn alle nummers die vrij zijn, omcirkelt en mijn oog valt direct op een hoekperceel. Ik ben dol op hoekjes en met Fred is het ook nog eens handig inparkeren.
Als ik er naartoe loop, blijkt het als klap op de vuurpijl ook de meest schaduwrijke plek te zijn. Dit gaat em worden.
Nog geen kwartier na aankomst wandel ik alweer een rondje met onze viertvoeter, terwijl Bas zorgt voor elektriciteit (airco!) stoelen en een tafel.
Daarna wandelen we naar het kleine bar/ restaurantje, waar ik dan eindelijk èchte Italiaanse lasagne eet en Hugo drink, die er niet uit ziet als Hugo, maar minstens net zo lekker smaakt.
Weer terug bij Fred wil ik mijn spullen pakken om te douchen, als een klein meisje Nova in het oog krijgt. Ze wil alles over haar weten en daarnaast wil ze ook graag veel vertellen. Hoe ze heet (Esmee, dat gaat ze gelijk even voor me spellen). Hoe oud ze is (6). Dat ze na de vakantie naar groep 3 gaat en welke woordjes ze kent (boom, roos, vis) Ik zeg dat ze groep 3 best over kan slaan. Ze weet al zoveel. Maar dat is ze niet met me eens. Tien minuten later komt haar moeder haar halen voor de kinderdisco.
Als ik wil douchen blijkt in het laatste douchehokje in de rij iemand een ongelukje gehad te hebben. Of iemands hond. Daar wil ik niet eens over nadenken. Gelukkig zijn de andere douchehokjes wel schoon en ik ga er vanuit dat de laatste dat, na de volgende poetsbeurt, ook weer is.
Even later wandel ik weer naar buiten, waar het inmiddels donker is geworden. Net als in Kroatië valt de avond hier vroeg. Maar in tegenstelling tot Kroatië blijft het hier veel langer warm, zodat je nog heerlijk 's avonds buiten kunt zitten.
Ik plof neer in de stoel en als ook Bas even later terug is van een welverdiende douchebeurt, drinken we heerlijk wat op het terras voor Fred. En dan ineens hoor ik het; Fuut, Fuut. Het nachtvogeltje dat ons in Kroatië altijd het ultieme vakantiegevoel bezorgde omdat je het alleen s avonds hoorde, huist ook in Italië.
Het Gardameer, daar zijn we beland. Veel Nederlandser wordt het niet en we love it!
Geschreven door Esthers.camperreizen