Het is maandagavond en we zitten binnen. Na een bijna volledig droge dag, valt de regen nu met bakken uit de hemel.
We zitten gelukkig heerlijk droog binnen en de regen buiten klinkt erg gezellig.
Drup, drup, hoor ik ineens. Dit klinkt alsof het binnen ergens lekt! En dan zie ik dat er bij de airco dikke druppels naar beneden ploffen. Binnen inderdaad.
Een jaar lang heeft Fred meerdere codes geel en zelfs oranje doorstaan, inclusief de laatste voorjaarsstorm. Ook hebben maar liefst drie vochtmetingen bevestigd dat alle kitranden van Fred fantastisch houden. Maar nu, bij de eerste fikse bui in Duitsland, regent het binnen.
Er worden wat teiltjes en bakjes geplaatst en Bas doet tot drie keer toe (elke keer begint het weer te regenen) verwoede pogingen om het dak droog te krijgen, zodat er duckted tape op de nu lekkende kitranden geplaatst kan worden.
Na poging nummer twee, als de regen inmiddels gestopt is, maar het dak nog te nat, gaan we slapen.
Althans, dat is het plan.
Om half 1 gaat mijn telefoon. Half in slaap realiseer ik me niet direct waar het geluid vandaan komt. En als ik dat wel besef, ben ik net te laat om op te nemen. Gemiste oproep van Sanne. In gedachten zie ik haar al in een sloot liggen. Want zo gaat dat, als ouder lijk je een patent te hebben op doemscenario's. Ik bel haar terug. Voicemail. En nog een keer. Weer voicemail. Slapen is nu geen optie meer. Ik probeer het nog eens en stuur haar een berichtje. Dat komt niet aan. Nog meer potentiële ellendige opties vullen mijn gedachten. En dan krijg ik een voicemail. Van Sanne. Na een minuut lang ruis, hoor ik haar lachen. Broekzakgesprek, begrijp ik.
Ik stuur haar een berichtje dat ik weer ga slapen en duik mijn bedje in.
Rond zes uur 's ochtends komt Nova bedelen of ze bij me mag. Het begint weer zachtjes te regenen en ik hoor hoe druppels het afwasteiltje vullen. Daarna slaap ik gelukkig nog heerlijk wat uurtjes, met een hond op het voeteneind.
Als we rond negen uur opstaan, is het het zo goed als droog. Bas haalt broodjes, laat Noofje uit en fixed daarna het lekkende dak met ducked tape.
Tegen twaalfen wandelen we richting Rudesheim. Een plaatsje op nog geen kwartier lopen van de camping.
Wijnhuizen, biertuinen, souvenierwinkeltjes, ijssalons, het kan niet op. Een rondvaart over de Rijn kunnen we ook nog maken. Of een ritje met het toeristische treintje. We komen oren en ogen tekort.
Na een uurtje stappen door Rudesheim, wandelen we terug richting camping, als ons oog valt op een wijnstrand. Een wijnstrand? Ja, je leest het goed. Als in strandstoelen, die uitkijken op de Rijn en waar je bij een plaatselijk stalletje de meest uiteenlopende glazen wijn kunt bestellen. En zo zitten we even later met een glas witte wijn in onze hand en uitzicht op de Rijn. Inclusief aanmerende boten. En omdat we zo lekker zitten, volgt er later nog een glas rosé. Met kaastaart voor Bas en nootjes voor Esther. Wat een leven hebben we toch.😄
Opnieuw blijkt Nova goed als toeristische trekpleister. Een Duits stel van de camping, dat ook op het wijnstrand is neergestreken, bewondert onze hond en geeft haar wortelsnoepjes. Die ze met smaak eet.
Het is uren later als we loom richting camping wandelen, waar we nog maar een wijntje opentrekken.
De plaatselijke camping bewegwijzeraar voert Nova nog meer snoepjes en Bas maakt kennis met onze Nederlandse buren.
En dan zie ik een gemiste oproep van Tom.
De overburen hebben met hun auto die van Bas geraakt. Het is wat het is. Hier, op vijf uur afstand van Nederland en in standje vrij, nemen we het bericht ter kennisgeving aan. Het is vakantie.
Geschreven door Esthers.camperreizen