Gisterenavond alles buiten weer even opgeruimd en de fiets vastgezet op de fietsendrager. In de verte was al een lichtspektakel zichtbaar.
Rond 11 uur liggen we op bed en een half uur later barst het natuurgeweld los.
Ik vraag me af of we de waterbak van Nova toch ook niet beter naar binnen hadden kunnen halen en overweeg heel even dat alsnog te doen. Totdat zich in mijn hoofd een scenario afspeelt dat de camperdeur uit mijn hand vliegt zodra ik em open doe en hoe die er vervolgens uit zou klappen (ik kan goed fantaseren). En een nieuwe waterbak van Nova zou ongetwijfeld minder kosten dan een nieuwe camperdeur. Dus de bak blijft staan.
Vervolgens bedenk ik me dat er nog een washandje over de camperspiegel buiten hangt. In gedachten zie ik voor me hoe iemand aan het andere eind van de camping s ochtends een grijs washandje voor zijn deur ziet liggen. Gelukkig heb ik er nog meer bij me, dus ook dat is onvoldoende reden om me buiten te wagen.
Tenslotte spookt een wegvliegend dakraam door mijn hoofd. Oorzaak nummer 1 dat camperaars hun dakraam verliezen is omdat ze het bij het weggaan vergeten te sluiten. En bij een snelheid van 100 kilometer per uur, laat een dakraam zomaar los. Ik vind dat het buiten best met snelheden van 100 kilometer per uur tekeer gaat. Maar hoe gaat dat raam eigenlijk dicht?
Bas slaapt door al dit natuurgeweld heen. Hij lijkt er zelfs beter door te slapen.
Ik fantaseer over de volgende ochtend lekker koffie drinken voor Fred. En dat alles in en om onze camper deze nacht ongeschonden doorstaat.
Dat helpt, want ik val in slaap. Een onrustige slaap weliswaar, maar ik slaap tenminste.
S ochtends hoor ik iets dat lijkt op het geluid van een spugend Noofje.
Dat blijk ik goed gehoord te hebben.
Ik kleed me aan en loop met kleed en wasmiddel naar de wasplaats voor bbq's en kleden (echt, staat er letterlijk)
De waterbak van Noof staat nog keurig op zijn plaats en het washandje ligt precies onder de spiegel op de grond.
Koffie, vraagt Bas me als ik weer terug ben.
Om er vervolgens achter te komen dat we geen stroom hebben. Zekering bij de campingkast eruit geknald.
Ik loop naar voren en speek de vrolijke animatiejongen aan, die iedereen een bon giorno wenst. Elke dag opnieuw. Nee, van elektriciteit heeft hij geen verstand, maar hij troont me mee naar twee collega's die het zwembad aan het schoonmaken zijn en legt in rap Italiaans uit dat ik nu geholpen moet worden.
Binnen vijf minuten is de elektriciteit hersteld en zitten Bas en ik inderdaad aan het 's nachts door mij voorgestelde bakje koffie.
De campingstraten worden schoongemaakt met een bladblazer en het leven herpakt zich weer.
Uit alles blijkt dat deze camping wel meer stormen heeft doorstaan.
Na de tweede bak koffie besluiten Bas en ik naar een delicatessenzaak te gaan. Slechts 1,2 kilometer bij ons vandaan. Maar omdat het toch nog wel een kleine 20 minuten lopen is, de weg bergopwaarts gaat en de temperatuur opnieuw de 30 graden aantikt, besluiten we met step en fiets te gaan. Inclusief een hond in de mand. Op dat moment komt babbel ons vragen wat we gaan doen. We gaan weg babbel. Je zult even iemand anders de oren van het hoofd moeten kletsen (zeg ik niet, maar denk ik wel)
De eerste honderd meter step-fietsen, stoppen we drie keer. Noof zwiebert gevaarlijk heen en weer en het lukt maar niet om haar mandje stabiel te krijgen. Na de derde keer zit ze een soort van goed. We beginnen de klim naar boven. Binnen een paar honderd meter ligt mijn tong op mijn slippers. En dat met versnelling één. De step van Bas weigert dienst bij zoveel klimgeweld. Als ik zeg dat we een helling van 45 graden beklimmen, dan is daar geen woord aan gelogen (nou ja, een beetje dan, maar het voelt als 45 graden)
We besluiten naar boven te lopen.
Noof vindt het allemaal best. Ze zit prinses heerlijk in haar troon. Ik ben maar wat jaloers op haar.
Als we eindelijk boven zijn, belanden we met onze neus in de boter. Niet alleen wordt de delicatesse winkel gevonden, ook blijkt er vandaag markt te zijn. Een hele lange markt. We wandelen met fiets en step aan de hand langs de kraampjes. Nova blijft lekker zitten waar ze zit. Ciao Bello! Horen we om de haverklap. Met een vertederende blik van omstanders. Om haar schattigheid compleet te maken, vouwt Noof haar voorpootjes over de fietsmand heen. Opnieuw is onze viervoeter de attractie van de dag.
Aan het einde van de markt zien we centrum social staan. Geen idee wat het betekent, maar er staat ook café bij èn het is lekker bergafwaarts.
We blijken terecht te komen bij een postkantoor, met iets wat op een café lijkt, daar aan vast. Dit kan het vast niet zijn en we dalen nog wat verder af. Niënte. Oftewel helemaal niets. En dus klauteren we met step, fiets en Noof weer naar boven.
Terug over de markt dan maar. Waar we twee gezellige handdoeken kopen en een telefoonhouder voor op de fiets of op de step. Zodat de navigatie, die nu in een armband om mijn bovenarm bungelt achterwege kan blijven. Al werkt het wel, met mijn headset over mijn oren. Zo zijn we er tenslotte ook gekomen.
Aan het begin van de markt heb ik op de heenreis nog een gezellig kledingsetje gescoord en dat, samen met de handdoeken en telefoonhouder, maakt dat we nu op zoek moeten naar een pinapparaat.
Binnen vijf minuten vinden we er één en terwijl Bas pint, valt mijn oog op een rubberen deurmat voor Fred. Lijkt me toch iets beter werken dan de stoffen editie die er nu ligt.
Bas kijkt me met rollende ogen aan als ik voorstel de mat te kopen en vraagt me hoe we dat mee gaan nemen. Aan het stuur van zijn fiets bungelen nu al een loodzware rugtas (vanwege die delicatessenzaak) en een tasje met handdoeken. En ook mijn rugzak is gevuld. Gewoon, oprollen en voor, bij Nova in de mand. Tegenstribbelen heeft geen zin. Mijn man kent me langer dan vandaag. Kort daarop deelt Noof haar mand met een opgerolde deurmat.
De terugweg gaat natuurlijk zeer soepel, bijna alleen maar bergafwaarts. De enige beweging is het af en toe inknijpen van de remmen omdat we anders te snel naar beneden zoeven.
Bij terugkomst op de camping delen Bas en ik een prosciutto met meloen bij onze bananensplitbar. Hugootje en biertje erbij. Het leven is goed.
S avonds is er live muziek en wat zullen we morgen eens gaan doen?
Als ik terugkomt van een kort ritje met de fiets, heeft Bas het scherm ingedraaid. Om zes uur wordt er weer regen verwacht. Regen die de rest van de avond en nacht kan duren. Bye, bye, muziekavondje. Na enige aarzeling van mijn kant, besluiten we nu te gaan eten bij ons favoriete camping restaurant. Als het losbarst, zijn we tenminste zo thuis. Dit keer gaat de waterbak van Nova wel vast naar binnen. We leren het wel.
Na het eten wil Bas nog een ijsje. Ik zie de donkere lucht. En dus lopen we toch maar vast terug.
Als we bij terugkomst de camperdeur openen, valt de eerste druppel op mijn hoofd. We lopen gauw naar binnen, terwijl ik op de valreep een washandje van de buitenspiegel pluk. Bijna weer vergeten.
Geschreven door Esthers.camperreizen