Vannacht hebben we voor het eerst ook 's nachts de airco aan gehad. Zo warm en vooral benauwd was het.
Gelukkig zorgt de regen 's nachts ook dit keer weer voor de nodige verkoeling, wat vertrekken een stuk aangenamer maakt.
Landsgrens, geeft onze navigatie, kort na vertrek, aan. Huh? Landsgrens? We zijn nog lang niet in Nederland en al ver weg van Zwitserland. Blijkt dat onze camping tegen Frankrijk aanschuurt. Dus zo zijn we toch nog zeker een kwartier in La douce France.
Omdat er op korte afstand geen tankstation direct aan de weg ligt, besluiten we er toch maar af te gaan. Want anders zou Fred alweer te warm zijn om direct te starten.
Vorig jaar zochten we ons werkelijk een slag in de rondte toen we er ook bij een Frans stadje af gingen om te tanken. Gelukkig ligt deze vrijwel direct onderaan de afrit.
Het is ook nog eens een onbemande pomp én er staat verder niemand. Dus laten we de motor van Fred draaien, terwijl we tanken (en negeren daarmee het bord in het Frans, waarop staat dat de motor uit moet tijdens het tanken)
Het gaat top en al bijna 'high fivend' willen we weer wegrijden. En dan hebben de Fransen iets geniepigs bedacht. Een soort smalle slalom, met hoge stoeprand, om weg te kunnen rijden. En Fred, die nog altijd met zijn heupjes bijna het asfalt kust, gaat dat niet redden. Althans, niet zonder schade.
En dus rijden we achteruit bij het tankstation weg. Gelukkig staat er nog steeds niemand. 😅
Verder gaat de reis zeer voorspoedig en al tegen twaalven rijden we de laatste camping van onze vakantie op. De incheck is binnen 2 minuten gepiept, zodat Fred, die nog steeds ronkend voor de receptie staat, niet al te lang geluidshinder veroorzaakt.
Onze plek is groot. Zeg maar gerust huge!
Pas als we staan en vanuit onze stoelen voor ons uit mijmeren, realiseer ik me dat we twéé plekken in beslag hebben genomen. En omdat de hoekplek ook nog niet bezet is, hebben we nu in feite 3 plekken. 😁
Meestal stroomt een camping in de loop van de dag dan alsnog vol. Maar tegen half zes zijn we nog steeds tijdelijk grootgrondbezitter.
Het aansluiten van de elektra zorgt voor een kleine uitdaging. Althans, niet voor Bas, maar als je wat op leeftijd bent en wat wiebelig op je beentjes staat, dan zeker. Je moet er namelijk een trapje voor opklimmen (zie foto)
Het blijkt dat de camping waar we nu staan al meer dan eens overstroomd is.
Hoe dan, denken we, als we even later langs de Rijn lopen, die naast de camping ligt. Het water zal zo'n 15 tot 20 meter moeten stijgen om de camping te bereiken. En toch is dat precies wat al meer dan eens gebeurd is. Dat zien we als we bij de Vredesbrug staan.
Zonder ons daar van bewust te zijn, hebben we blijkbaar gekozen voor een camping met een schat aan (oorlogshistorie).
Sterker nog, de twee torens, die inmiddels als museum dienen, waren onderdeel van de filmset van een film over deze beroemde Vredesbrug van Remagen. Althans, wat er nog over is van deze brug.
En op diezelfde museumtoren prijken 3 bordjes. 2 daarvan dateren uit 1993 en 1995 en geven de waterstand van toen aan. Hoewel we ons 15 meter hoger bevinden dan de Rijn, zouden we kopje onder staan als we ons toen bevonden waar we nu staan. Dus best logisch, dat de elektriciteit palen omhoog geplaatst zijn. Hoewel het niet erg consequent is doorgevoerd, want in het midden van de camping staan ze gewoon op heuphoogte. 😆
Bas en ik willen het museum eigenlijk wel van binnen bekijken. Maar viervoeters zijn niet toegestaan. We mogen Noof wel even buiten aan een paal vastbinden? Ze kent overduidelijk onze Noof niet. Als we het al in ons hoofd haalden om haar ook maar ergens buiten ons zicht vast te binden, dan gaat ze zo erbarmelijk janken dat het lijkt of dit niet ooit de set was van een oorlogsfilm, maar van Dances with wolves.
De vrouw zucht en steunt nog maar even. Ze heeft het zeer heiß. Terwijl het binnen in de toren toch echt een stuk koeler is dan buiten. Bas geeft aan dat het om een klein hondje gaat (ik sta vooralsnog met Noof verdekt opgesteld achter een hoekje). Als we haar optillen en geen moment op de grond neerzetten, dan mag het.
Tuurlijk, doen we en ik til ons warme schaap op. Terwijl ik zelf al stik van de smoorhitte. Maar dit museum gaan we zien!
Het is toch geen gevaarlijk ras? Vraagt de museum medewerkster voor de zekerheid nog even, als ik met Noof onder mijn arm verschijn. Ons monster kijkt haar sullig en loom aan.
Direct nadat we zijn toegelaten, hoor ik achter ons een man in het Duits vragen of hamsters ook zijn toegestaan? Ik draai me om en zie hoe deze man ons voorbeeld volgt en met een grijns zijn mini hondje op de arm houdt. Nou vooruit, dan maar. Die 'hamster' ook maar naar binnen. Binnen 5 minuten is het hondenverbod al door 2 toeristen om zeep geholpen.
Zoals het een goede toren betaamt, zitten er ook trappen omhoog in. En hoe hoger we komen, des te warmer het wordt. Zeker met een hond tegen me aan.
Maar het is echt interessant en blijkbaar zijn we niet de enigen die dat vinden. Grote namen als Ghandi, John F. Kennedy en de Dalai Lama zijn ons hier voorgegaan en hebben dat zelfs bewezen door het zetten van hun handtekening.
Als we helemaal boven zijn, zien zowel ik als Noof eruit alsof we net de oversteek door een woestijn hebben gemaakt.
Natuurlijk heb ik Noof haar flexibele waterbakje nu niet bij me. En dus vraag ik of Bas een kommetje met zijn hand wil maken, zodat Nova wat water uit een flesje kan drinken.
Noof vindt het maar niks en het plasje water valt op de grond. Ik hoop maar dat de museum medewerkster niet binnen nu en een kwartier naar boven loopt. Want dan kan ik wel raden wat ze denkt en worden honden hier echt nooit meer toegelaten.
Weer buiten, blijkt dat we slechts 1 toren hebben bekeken (wirwar van trappetjes binnen, waardoor ik dacht alles gezien te hebben). Maar ik ben nu al in staat spontaan een duik in de Rijn te nemen, dus toren 2 laten we maar voor wat het is.
We wandelen naar een terrasje toe, voor een koele versnapering en vinden er 1, pal langs de Rijn. Maar zijn ze wel open? Want er zit niemand.
Ze blijken open te zijn, al zijn er meer personeelsleden dan gasten (met ons dus, twee).
Bas besteld een tiramusu en ik brood met huisgemaakt aioli en olijven.
De aioli lijkt verdacht veel op smeerkaas uit een Eru kuipje en de olijven zijn zo zout, dat ik de Rijn daarna wel wil opdrinken. Gelukkig smaakt Bas zijn Tiramisu wél lekker.
Voor het avondetendeten heeft Bas een échte Italiaan gevonden. Op 2 minuten lopen van de camping.
Hebben we wekenlang door Italië gereist, om op 3 uur rijden van Nederland, eindelijk èchte, huisgemaakte Italiaanse gerechten te proeven. Waarbij de ravioli homemade by mama is. De eigenaar heeft jarenlang op Sardinië gewoond, maar is, in tegenstelling tot zijn moeder, een geboren en getogen Duitser.
Omdat ik mijn roze badmuts van maar liefst 2 euro, precies 0 keer gebruikt heb, drink ik een cocktail genaamd swimming pool. Om de badmuts alsnog een soort van te eren.
De Italiaan blijkt te grenzen aan de tennisbaan en doet tevens dienst als kantine. Gezeten op het terras, waan je je daardoor precies in een vakantieoord. Op baan 1 spelen, ik vermoed een zus en haar broertje, puur voor de fun. Op baan 2 slaan 2 jongemannen om het hardst en op baan 3 zwiepen 2 mannen op leeftijd, zonder hun lichaam te verplaatsen en met een soepele slag die ervarenheid verraad, ontspannen een balletje. Uit de boxen schalt I'm good, van (oa) David Guetta.
En als de zon langzaam ondergaat, volgt daar nog de toegift van een nummer dat ik niet ken, maar waarvan de tekst precies mijn vakantiegevoel weergeeft; Oehoe, Im on vacation, every single day, cause I love my occupation.
En zo is het maar net. Want als je doet waar je van houdt, dan ben je élke dag met vakantie.
Geschreven door Esthers.camperreizen