Met meer dan 200.000 inwoners is Trondheim na Oslo en Bergen de 3e grootste stad van Noorwegen. En toch voelt het niet als een grote stad. Trondheim was vroeger de hoofdstad van Noorwegen en heette toen Nidaros. Trondheim ligt niet echt in het midden van Noorwegen, maar toch wordt Trondheim door velen gezien als de scheiding tussen Noord en Zuid Noorwegen. Naar het zuidelijkste punt van Noorwegen (Lindesnes) is het 900 km en naar het noordelijkste punt van Noorwegen (Noordkaap) is het ca. 1.600 km.
Vandaag stond weer een stadswandeling op het programma.
Het was flink koud, - 13; ben blij dat ik mijn skibroek bij me heb. Toch was er ook flink wat zon en een mooie blauwe hemel.
Ook hier weer prachtige oude houten - mooi gekleurde - pakhuizen langs de rivier Nidelva. Ik heb ze kunnen fotograferen vanaf de Gamle Bybro, de oude houten stadsbrug.
Tijdens de uitleg gisteren werd erop gewezen dat als je in Trondheim bent, je ook zeker even een kijkje moet nemen bij de Trampe Cyclocable in de wijk Bakklandet. Het is een soort transportband. Je zet je rechtervoet in een soort van geleidingssysteem. Je wordt dan op je fiets naar de top van de steile heuvel gebracht.
Ik heb de Cyclocable gevonden, helaas helemaal onder de sneeuw. Daarom maar een foto van internet gehaald zodat je kunt zien wat wordt bedoeld.
Ook deze oude binnenstad heeft vaker grote branden gehad. Probleem was dat de huizen te dicht op elkaar stonden. Bij de herbouw van de huizen heeft men de straten breder gemaakt. Destijds werden de maten gemeten met „kanonlengtes“ vertelde de gids!!!!
De grootste trekpleister van Trondheim is toch wel de enorme Nidaros Kathedraal (met plaats voor 1.800 kerkgangers), de meest noordelijke gotische kathedraal ter wereld. De bouw duurde maar liefst 230 jaar en werd voltooid in 1300. Er staan 2 prachtige orgels. Het grote vrij strakke Steinmeyerorgel en het „goudgekleurde“ Wagnerorgel (met dank aan Roel, mijn mede-orgelreis-organisator-maatje). In deze kathedraal werden Noorse koningen gekroond totdat de kroning in 1908 uit de grondwet werd geschrapt.
De foto’s spreken voor zich.
De graven rondom de kerk liggen nog in de sneeuw en zijn heel oud.
Terug op het schip kon je na de lunch naar een lezing over de Sami.
De Sami (of Samen) zijn de inheemse bewoners van Lapland (Sápmi). Een van oorsprong nomadisch volk van jagers en verzamelaars. Zij leefden grotendeels van de rendieren die zij volgden op hun trek door een gebied dat zich uitstrekt over het uiterste noorden van Finland, Noorwegen, Zweden en een deel van Rusland. Er zijn geen politieke of geografische grenzen die deze mensen tot één volk maken. Wat de Sami bindt is de taal en hun cultuur. Dat bij Lapland vaak het eerst aan Finland wordt gedacht, heeft te maken met het feit dat Lappi de naam is van de noordelijkste Finse provincie. De meeste Sami wonen echter in Noorwegen (ca. 50.000) en Zweden (ca. 20.000), slechts een klein deel in Finland (ca. 6.000) en Rusland (ca. 2.000).
De Sami kennen, net als andere inheemse wereldvolkeren als de Indianen en Maori, een oeroude geschiedenis en een bijzondere cultuur. Lange tijd werd dit ontkend: het was verboden om de eigen taal te spreken en vast te houden aan hun unieke tradities en gebruiken. Inmiddels is er het besef in Scandinavië dat dit belangrijke cultureel erfgoed niet verloren mag gaan. Er zijn nog een paar families die een teruggetrokken bestaan leiden, maar voor de meeste Sami geldt dat hun leven weinig verschilt met dat van de Scandinaviërs: ze hebben gewone banen en spreken nauwelijks nog Samisch, hoewel het inmiddels een officieel erkende taal is. De traditionele kleding wordt meer en meer tot de folklore gerekend, evenals de traditionele muziek en hun prachtige handwerk. Het spreekt natuurlijk wel tot de verbeelding en om de rendieren kun je niet heen!
De lezing werd onderbroken doordat we uitgenodigd werden om op het achterdek de zogenoemde „blauwe mosselen“ te komen proeven. Daarbij uiteraard een passend wijntje.
Tevens een mooie gelegenheid om de vuurtoren van Kjeungskjær te fotograferen.
De vuurtoren staat bij de ingang van de Bjugnfjord. De toren is 20.6 m hoog en de lantaarn bevindt zich 17.5 m boven de zeespiegel bij hoogtij. De toren staat op een betonnen fundering op een rots die bij hoogtij overspoeld wordt. Het is de enige achthoekige vuurtoren in Noorwegen. Hij werd in 1880 gebouwd en werd tot 1947 bewoond door de vuurtorenwachters en hun families. Het verhaal gaat dat de kinderen aan een touw werden vastgebonden als ze buiten gingen spelen, uit angst dat ze in zee terecht zouden komen.
Nadien leefden de vuurtorenwachters op het land en bemanden ze om beurt de vuurtoren. Pas in 1956 werd de toren van elektriciteit voorzien. In 1987 werd de toren niet langer bemenst maar geautomatiseerd. Bescherming van de Noorse rijksmonumenten volgde in het jaar 2000. je kunt hier voor veel geld logeren, begreep ik.
In het tweede deel van de lezing konden we aan een „echte“ Sami vragen stellen. Deze vrouw was per toeval aan boord, op weg naar familie. In haar gemeenschap was men bezig met de „slacht“. Dit duurt een week. Ze vertelde dat haar dochter de kudde zal overnemen van haar ouders. Bij de Sami neemt niet het oudste kind, maar het jongste, het bedrijf van de ouders over. Ook kregen we uitleg over het brandmerken van de dieren. De kudde van de een mengt zich immers vaak met de kudde van de ander. Vandaag de dag gebruiken de herders snowmobiels; ook zij gaan met de tijd mee.
Inmiddels varen we alweer noordelijker richting Bodø. Het sneeuwt flink. Ik kon dit zien in het licht van de lampen in de haven waar net werd gelost en geladen.
Geschreven door JosetteMath.vakantie