Zoals ik gisteren al schreef, zijn we beland bij de roze granietkust.
De Côte de Granit Rose is zo’n plekje dat je eigenlijk moet bezoeken bij warm weer en strakblauwe lucht. We hebben geluk, het zonnetje schijnt en alhoewel van een strakblauwe lucht nog geen sprake is, genieten we enorm. De ongekend grote stenen krijgen door de zon hun beroemde roze kleur. In deze omgeving vind je ook zeven eilanden en is het daarbij een van de grootste vogelreservaten die je in Frankrijk gaat vinden.
Door de grote stenen en de vele dennenbomen heeft deze streek echt een eigen uiterlijk en karakter. Je vindt er tevens een aantal grote zandstranden. De wandeling die we hebben gemaakt was ca 7 km en startte vlakbij de camping. Je hoeft het pad maar te blijven volgen.
Vanaf het Plage du Corz Pors bij Trégastel ga je eerst naar het eiland Renote. Onderweg zie je de eerste rotsen met vormen die typerend zijn voor dit deel van de Bretonse kust. Vervolgens kom je langs de Baai van Sainte-Anne, het Plage de Tourony, het Château de Costaérès... Uiteindelijk kom je in Ploumanac’h, een oud vissersdorp. De granietrotsen en de vierkante vuurtoren Men Ruz zijn zo roze als het maar kan.
We lopen hier ook een klein stuk over de GR34 sentier des douaniers, een oud douanierspad dat langs de gehele grillige kustlijn van Bretagne loopt. De douaniers bemanden vroeger dit pad tegen smokkelaars.
Het was een mooie wandeling en vooral zeer indrukwekkend!
Na de lunch (Math lag op een oor) nog een paar boodschappen gedaan. De supermarkt is op loopafstand van de camping.
Daar vond ik de “Gavottes” waar ik over gelezen had. Ja alweer een pannenkoek, maar dan helemaal anders.
Hoe gaat het verhaal over deze heerlijke kanten crêpe?
Volgens de legende vergat de banketbakker Marie-Catherine Cornic in 1886 in Quimper een pannenkoek op het fornuis. Om het te redden, vouwde ze het en rolde het op. De beroemde crêpe dentelle Gavottes was geboren, licht en knapperig naar de smaak. Sindsdien is de koekjesfabriek zich blijven ontwikkelen en heeft zij haar knowhow en de Bretonse culinaire traditie over de hele wereld verspreid. Het recept wordt angstvallig geheim gehouden, maar het is een zoet mengsel van tarwebloem, suiker en boter. Tegenwoordig zelfs met chocolade, caramel met zeezout….., om je vingers bij af te likken.
Ook dat andere koekje “Croquants de Bretagne” is typisch voor hier.
Wij ontdekken Bretagne in de breedste zin des woord….toch.
Over een halfuurtje eten we weer eens buiten de deur. Ik verheug me nu al op de fruits de mer.
Geschreven door JosetteMath.vakantie