Vandaag heeft Math een “rustdag” ingelast. Gewoon lekker nietsdoen.
Bij mij daarentegen “kriebelt” het altijd. Ik wil graag veel zien. Dus besloten we na de lunch om onze bezigheden maar eens te splitsen.
Terwijl Math na de lunch de binnenkant van zijn ogen ging bekijken, ben ik weer op de fiets gestapt richting stad.
En ik heb genoten. Alle winkels dicht, nauwelijks toeristen, het leek alsof ik het juiste moment te pakken had.
Wat heb ik gezien en uiteraard op de foto gezet (soms met en zonneschijn, want die scheen enorm fel)?
In het historische centrum van Rennes, bevinden zich de meeste bezienswaardigheden. Een van de bijzonderheden van de stad zijn
de vakwerkhuizen met kleurrijke gevels. Rennes is, zo lees ik, een van de steden in Frankrijk met het grootste aantal vakwerkhuizen.
Er zijn 286 in totaal! Ik heb een aantal op de foto gezet.
De oude stad is ook de thuisbasis van de meeste monumenten van Rennes, waaronder het stadhuis, de opera of de kathedraal. Deze gebouwen maken deel uit van de belangrijkste dingen om te ontdekken.
En zoals in elk historisch centrum zijn er natuurlijk vele cafés en restaurants om te eten en te drinken.
Allereerst de kathedraal. Per toeval kwam ik met mij fiets gelijk uit bij de prachtige gebouw. Meerdere malen herbouwd, eeuwenlang gebouwd en uiteindelijk gerestaureerd tussen 2009 en 2014, is de kathedraal van Rennes (“Cathédrale Saint-Pierre de Rennes” in het Frans) zeer verrassend. Zowel van buiten als van binnen prachtig.
Geïnspireerd door Italië zijn er prachtige glas-in-loodramen, een Romeins altaar, rijke versieringen en schilderijen, een prachtig gedecoreerd gewelf en een groot 19e eeuwse orgel te zien.
De reden voor al deze pracht en praal is dat de kathedraal van Saint-Pierre de kroningsplaats was van de hertogen en hertoginnen van Bretagne. Zeer de moeite waard om te bezoeken.
Tegenover de kerk liep een klein straatje naar beneden. Mijn aandacht werd getrokken door zowel de vakwerkhuisjes als de poort. Ik reed onder de poort door en toen ik me omdraaide zag ik dat ik de “Portes Mordelaises” was gepasseerd. Zij vormde vanaf de 15e eeuw de hoofdingang van de stad.
Dit gebouw bestaat uit een grote deur die de doorgang van voertuigen mogelijk maakte en een kleine voetgangersdeur omgeven door 2 symmetrische torens met machicoulissen. De poort werd afgesloten door een dubbele ophaalbrug en diende als verdedigingssysteem voor de stad.
In die tijd moesten alle hertogen van Bretagne een eed afleggen onder deze deur, alvorens te worden getroond, wat haar de bijnaam “Koningspoort” opleverde.
Vandaag de dag is deze poort een van de weinige overblijfselen van de stadsmuren van Rennes.
Iets verder door fietsend ( ja in de stille stad is dat nog goed te doen) bereik je de “Place des Lices”, de op één na grootste levensmiddelenmarkt van Frankrijk. In een prachtige omgeving, omgeven door grote vakwerkhuizen, zijn hier bijna 300 lokale producenten die fruit, groenten, verse vis, vlees en kaas verkopen. Helaas waren de markthallen gesloten; tja, het is zondag….
Al bijna vier eeuwen lang is het een belangrijke gebeurtenis in het leven van de stad voor Rennais.
Mijn weg vervolgend kwam ik het op het stadhuisplein van Rennes (“Place de l’Hôtel de Ville”). Hier ben ik gisteren ook geweest. Het is het mooiste plein van de stad en een bezoek waard vanwege de 2 historische monumenten: het stadhuis en de opera.
Het stadhuis werd gebouwd in 1720 na de grote brand die Rennes verwoestte. De architect heeft besloten om 3 monumenten in één te groeperen: Het stadhuis, het gerechtsgebouw en de klokkentoren in het midden. Het resultaat is een zeer esthetisch, holvormig gebouw.
Het stadhuis herbergt ook zijn eigen kleine pantheon, een kamer versierd met marmeren platen waarin de namen van alle Rennais (inwoners van Rennes) zijn gegraveerd die strijdend voor Frankrijk stierven. Het is gratis te bezoeken; oeps, vandaag niet, is zondag).
Tegenover het stadhuis staat het tweede opmerkelijke gebouw van het plein, de Rennes Opera. De ronde vorm is zo ontworpen dat deze perfect past in de gebogen vorm van het stadhuis. Dit geeft het plein een zekere originaliteit, maar ten tijde van de ingebruikname werd het verre van unaniem erkend door de Rennais. Met slechts 642 plaatsen is dit operahuis een van de kleinste in Frankrijk.
En dan nog het Parlementsgebouw, maar daar waren we gisteren al.
Nadat ik mijn rondje had gemaakt, was het goed toeven op het terras met een heerlijk ijsje. Wie doet je wat?
Terug op de fiets kwam ik langs een rommelmarkt en wat schets mijn verbazing, ik vond een sauspan van een Frans servies (uit Sarreguemines) dat ik al jaren verzamel. Helaas, er was een stukje uit. Dus toch maar niet gekocht.
Geschreven door JosetteMath.vakantie