Vandaag weer op de fiets voor een bezoek aan het ommuurde gedeelte van Saint Malo wordt ook wel Intra-Muros genoemd, wat letterlijk ‘binnen de muren’ betekent.
Voor we over de muur zijn gaan wandelen en in de pittoreske straatjes hebben we het kleine treintje, zoals ze hier zeggen, genomen. Het treintje brengt je langs de belangrijkste bezienswaardigheden van de oude stad.
St.-Malo werd gesticht in de 5de eeuw door een Welshe monnik Maclow die er zijn geloof kwam verspreiden. Pas in de 12de eeuw verhuisden de bewoners nog meer naar de kust en kozen voor het schiereiland om strategische redenen. Als eerbetoon aan de monnik werd de stad genoemd naar een Franse afgeleide van Maclow, met name Saint-Malo. Om de stad te beschermen tegen aanvallen vanuit de zee, werd een muur gebouwd. Nu nog is deze versterkte vesting van 1.8 km om de oude stad aanwezig. Het is een aaneenschakeling van bastions en wachttorentjes. De wandeling over de muur is aan te raden. Je krijgt er niet alleen een mooi uitzicht over de oude stad maar ook over de haven, de stranden, de grillige rotsformaties en aan de overkant van de monding van de rivier de Rance zie je Dinard. De kleur van de zee valt op. Die is hier blauwgroen, vandaar de naam van de Côte d’Émeraude (smaragdkust) zoals de kust ten westen van St.-Malo wordt benoemd.
St.-Malo was lang de verblijfplaats van zeerovers die in opdracht van de koning schepen beroofden van landen die in staat van oorlog waren met Frankrijk. Hun zeevaartkunde hebben ze ook op een andere en nuttige manier aangewend, nl. door de ontdekking van Canada in 1534 door Jacques Cartier, een inwoner van de stad. Deze ontdekking bracht veel voorspoed mee voor St.-Malo die hierdoor een bloeiende specerijenhandel zag ontstaan. Meer zelfs, St.-Malo groeide uit tot de belangrijkste haven in Frankrijk. Maar in 1661 bracht een reusachtige brand hieraan een einde, de complete stad werd verwoest. Om zo'n grote brand te voorkomen werd de volledige stad heropgebouwd in graniet. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de stad volledig vernield en daarna heropgebouwd zoals Vauban het had gedaan na de grote brand van 1661. Zoveel mogelijk materiaal werd uit de puinresten hergebruikt en met foto’s en tekeningen werd een plan gemaakt. Het resultaat is een bijna onwaarschijnlijk exacte kopie van hoe de gebouwen er moeten uitgezien hebben. Een van de redenen waarom dit stadje mag gerekend worden tot de drukst bezochte steden van Bretagne.
Aan de grote toegangspoort heb je het kasteel (15de en 16de eeuw) Château de la duchesse Anne, dat nu deels stadhuis en bibliotheek is maar ook een aantal musea bevat. Tijdens onze rondwandeling hebben we ook kathedraal St.-Vincent bezocht.
Hier vind je verschillende stijlen terug, zoals Gotische en Romaanse invloeden en prachtige glas-in-loodramen. Er staan twee orgels. De foto van het grote orgel is helaas mislukt.
Ons uitje hebben we afgesloten met een heerlijke lunch. Wederom een galette maar dan op een van de Bretonse manieren met worst. Ik heb al veel pannenkoek variaties gegeten, maar met worst???
Deze galette was besmeerd met mosterd met pitjes en ook hier weer naar binnen gebouwd met daarin een spiegelei. Daarbij een braadworst, gebakken aardappeltjes en sla. Heerlijk en natuurlijk mag ook hier de cider niet ontbreken.
De rest van de dag hebben we de vele indrukken op ons laten inwerken.
Geschreven door JosetteMath.vakantie