De nacht in een sprookjeshotel was wel bijzonder. Wat een mooi hotel. Buiten waren meer dan honderd mensen aan het werk om alles in gereedheid te brengen voor de bruiloft. En opnieuw kleur en nog eens kleur met “pink” als boventoon. Overal bloemstukken en slingers van verse bloemen. De kosten van decoratie, eten, drank, muziek en wat nog meer, komen nog eens boven op die € 25.000,-. Het mag wat kosten.
Bij de ingang zaten twee muzikanten om de gasten te verwelkomen. Meer dan 1000 gasten werden verwacht. Ik kreeg de kans om even rond te lopen om wat kiekjes te maken.
Als ik me nu toch eens in een sari zou wikkelen en dan mijn hoofd bedekken, kon ik misschien blijven????........Helaas de bus wachtte niet.
Bikaner bevindt zich in het noordwesten van Rajasthan, midden in de Tharwoestijn, en werd in 1488 gesticht door Rao Bika Ji, één van de 5 zonen van Rao Jodha Ji, de stichter van Jodhpur, een andere stad hier in Rajthan.
De plek was toen nog onherbergzaam gebied, Jangladesh genaamd, al lag het wel al langs een karavaanroute.
Bikaner staat ook wel bekend als ‘Camel Country’, al vind je er strikt genomen geen kamelen, wél dromedarissen. Het “schip van de woestijn” maakt hier echt deel uit van het dagelijkse leven en wordt overal ingezet als lastdier.
Zo’n 30 km van Bikaner ligt de Karni Mata Tempel, in de stad Desnoke.
Karni Mata was een krijgster die gezien werd als de reïncarnatie van de godin Durga, de krijgsgodin van het Hindoeïsme. Ze werd al tijdens haar leven geëerd, en na haar plotselinge verdwijning werden verscheidene tempels in haar naam gebouwd, waaronder deze tempel in Desnoke. Hoewel de bijnaam van deze tempel (“Rat Tempel”) al iets doet vermoeden, bereidt weinig je voor op het effectieve bezoek: er leven ongeveer 25.000 ratten.
Het lokale verhaal gaat dat deze ratten de reïncarnaties zijn van de soldaten die het leger tijdens een grote strijd verlieten. Voor desertie gold toendertijd de doodstraf, maar Karni Mata spaarde hun leven en veranderde hen in ratten, die in haar tempel mochten verblijven.
Wie schrik heeft van muizen en ander kruipend knaaggedierte blijft beter uit de buurt. Ook wij moesten even slikken toen we zonder schoenen maar gelukkig wel met kousen en overtrekslofjes aan de spelende, vechtende en door elkaar rennende ratten probeerden te ontwijken. De geur zit sowieso voor eeuwig in ons geheugen gebrand. Brrrrr...
Alle ratten worden als heilig gezien, maar er lopen ook enkele witte exemplaren rond, die de reïncarnaties van Karni Mata en haar vier zoons zouden zijn. Deze ratten zijn dan ook heiliger dan de zwarte ratten, en betekenen extra goed karma. Helaas, wij hebben er geen kunnen spotten.
De tempel zoals die nu te zien is, werd pas in de vroege jaren van de 20ste eeuw voltooid en is gebouwd in een late Mogolstijl, met een marmere façade waar zilveren deuren ingelegd zijn die legendes over de godin vertellen.
Bij het verlaten van de tempel kwam een bruidspaar binnen om te offeren. Mooi he. Men trouwt op gelukbrengende dagen, zoals vandaag. Daarbij speelt het geen rol welke dag het werkelijk is.
En natuurlijk weer foto’s van wat we onderweg tegenkomen, zoals antilopen en koeien, vooral veel koeien. Langs de weg kun je gras kopen en aan de koeien voeren als offer.
Eigenlijk zouden we vlak voor het diner een tochtje maken met een tuktuk. Ivm de verkiezingen is dit komen te vervallen. Geen nood, Sri zorgt voor een alternatief.
Gelegen op een afstand van ca 8 km van de stad bevindt zich Devi Kund of Davi Kund Sagar. Deze koninklijke crematieplaats bestaat uit een collectie prachtige Cenotaphs (Chattris), gedenktekens ter ere van de overleden koning en zijn familie waarvan een van de oudsten dateert uit 1666. Op de plek waar de koning is gecremeerd, werd later dit gedenkteken gebouwd. Ernaast zie je vaak een kleinere voor zijn vrouw en/of voor de kinderen. Indrukwekkende bouwwerken geheel gemaakt van witte marmer. Deze plek wordt door toeristen niet vaak bezocht, maar is zeker de moeite waard. We waren helemaal alleen; een oase van rust.
Daarna naar het Lalgarh Palace. Dit paleis, gebouwd tussen 1902 en 1926, is geheel opgetrokken uit rode zandsteen. Het paleis behoort toe aan een prinses, die op een aantal plaatsen in Rajasthan paleizen bezit. Sinds 32 jaar doet het dienst als erfgoedhotel. Een personeelslid leidde ons rond van de jachtkamer tot de balzaal en van het zwembad tot de tuin.
Hoewel het tuktukritje leuk zou zijn geweest, beviel me het alternatief toch beter. De tuktuk kan altijd nog.
Geschreven door JosetteMath.vakantie