Vandaag gaan we varen. Maar voor ik daar over schrijf het volgende. Mij viel op dat vrouwen hier vaak hun gezicht insmeren met een lichtgele verfstof, zo ook San vanochtend (zie foto van haar). De verfstof heet thanaka. Deze traditionele make-up wordt gemaakt van de bast van de Murraya paniculata, een boomsoort die lijkt op onze acacia en alleen in Opper-Birma voorkomt. De bast wordt op een steen gemalen en daarna vermengd met enkele druppels water, tot er een witte tot lichtgele pasta ontstaat. Na het aanbrengen op de huid droogt de thanaka op tot een kleiachtige substantie. Thanaka beschermt de huid tegen zonnebrand, voorkomt uitdroging en zorgt ook voor verkoeling. Daarnaast dient hij als make-up die de huid lichter doet lijken; een lichte huid geldt als het traditionele schoonheidsideaal van de Birmese vrouw. Thanaka is ook verkrijgbaar als poeder of lotion, maar de meeste Birmese vrouwen kiezen voor pasta. Op een andere foto zie je stukje boomstam; daar wordt Thanaka van gemaakt.
Stipt op de afgesproken tijd stonden Jack en San voor de deur. Met de tuktuk (door mij eerder als bustaxi bestempeld) richting haven. Onderweg regelde Jack nog even onze bus voor morgenvroeg. Met een bootje zijn we vervolgens een uurtje stroomopwaarts gevaren. Overal zag je vrouwen de was doen. Eenmaal weer aan land ging het richting klooster. Een traditioneel klooster in de Shan-streek. Onderweg kwamen langs een eenzaam oud vrouwtje (65 is hier al heeeeeel oud) die blij was met eenieder die haar begroete, zo vertelde Jack.
In het klooster mocht je rondkijken en kreeg je thee aangeboden. Overal monniken en vooral veel jonge kinderen. Echt in contact kom je met niemand. Buiten stond een in Hsipaw geassembleerde truck, met delen afkomstig uit China. Hier worden de producten uit China beoordeeld als zijnde van hoge kwaliteit. Eenvoudig te maken en met een lange levensduur. Het was alsof de tijd stil had gestaan. Math kroop even achter het stuur en moest gaan zitten op een houten kistje in plaats van een luxe bestuurderstoel. Sneeuwkettingen worden hier ook gebruikt, maar dan niet voor de sneeuw, maar voor de modder.
Nadat we stroomafwaarts zijn gevaren, hebben we een traditioneel Shan-door bezocht.
Tijdens de eerste wandeling en ook bij het bezoek aan het Shan-dorp, wees Jack ons op de groenten en fruit die verbouwd werden. Van ananas tot koffieboon en van aubergine tot mais. Het Shan-dorpje heet Sun Loni en betekent grote tuin. Dat was ook te zien. Overal werd vanalles verbouwd. Het dorpje was goed onderhouden. Als lunch hebben we typische Shan noedelsoep gegeten. Smaakte goed moet ik zeggen (kosten omgerekend € 0,48). Het dorpje is alleen te bereiken per boot of trein. Ja ook daar rijdt de trein, maar geen auto. Kan er gewoonweg niet komen; wel brommertjes. Het treinstation is niet veel meer dan een houten huisje dat versnaperingen verkoopt. En je moet snel zijn, zegt Jack voor je het weet is hij alweer vertrokken, de snelle langzame trein naar Mandalay (2 x per dag, een keer heen en de andere keer terug). Ook hier blazen kinderen bellen, alleen niet met een watersopje maar met het sap van een blad.
Straks bezoeken we een paleis met San als gids.....haar eerste klusje.
Dit laatste schreef ik vanmiddag, nou mooi niet. Het paleis was gesloten. Voor de poort stonden twee dames uit Yangon een beetje beteuterd te kijken. Ook zij hadden graag naar binnen gewild.
Enfin, niets aan te doen. We besloten gezamenlijk om een tuktuk te nemen (dat fietsbusje dat een motor bleek te hebben en geen fiets of brommer) en naar Sunset Hill te rijden om naar de zonsondergang te gaan kijken. Een prachtige afsluiting van een mooie dag.
Morgen trekken we weer verder. Met de bus (Jack heeft voor ons dubbele plaatsen gereserveerd zodat we comfortabel kunnen zitten met onze lange benen. We zijn nu eenmaal iets groter dan de gemiddelde Birmaan). Om 7.30 uur rijden richting Kyaukme. Uurtje met de bus.....wordt vervolgd
Geschreven door JosetteMath.vakantie