Als je hier zit en om je heen kijkt, realiseer je je hoe goed je het hebt. Hoe bevoorrecht je bent om deze reis te mogen maken en hier te mogen toeven. Ik zit aan het zwembad en mijmer een beetje na over onze dagen op Java.
Maar nog eerst de ochtend van vandaag.
Om 9.00 uur stond Dani alweer voor de deur. Hij zou ons naar Margo Utomo brengen. We zouden een wandeling gaan maken waarbij gestart zou worden bij de plantage annex hotel van Margo Utomo I.
En hoewel we gisteren al een kleine rondleiding hebben gehad, hebben we, na achteraf bleek, er goed aangedaan, opnieuw ons te laten voorlichten. Lekker met z'n twee met een eigen gids, wandelend door de sawah's, de plantage en de dorpjes.
Java is het eiland van de plantages. In Kalibaru heb je de mogelijkheid om de sfeer van vroeger nog te proeven. Voor 1980 was Margo Utomo een plantage met alleen een melkveehouderij. Daarna is het bijbehorende hotel opgericht. De plantage is echter nog steeds in gebruik. Toen wij er rondliepen was men net bezig met het kunstmatig insemineren van de koeien. Ilma, onze gids, vertelde vol trots over het Friese stamboekvee dat er stond. Koeien die door jarenlang fokken ook in Indonesië tegen de hitte kunnen. Van hun melk wordt naast alle andere producten ook mozzarella gemaakt.
Verder zagen we een reuze vleermuis die door Ilma werd gevoed. Wat een mooi diertje zeg.
Tussen de huisjes en in het plantagegedeelte (de plantage is 9 km2 groot) staan veel palmen. Gedeeltelijk voor de opbrengst van de kokosnoten en gedeeltelijk voor het maken van de bruine palmsuiker (gula djawa en is bij ons te vervangen door bruine suiker) Verder wordt er koffie, nootmuskaat, foelie, cacao, vanille, kruidnagel en kaneel verbouwd. En zoals ik al zei veel was gisteren al verteld tijdens ons bezoek aan het weeshuis van Ibu Harnik, vandaag was het toch anders. Ilma liet ons telkens van alles ook proeven. We hebben zelfs Jackfruit gegeten en honing uit bloemen gezogen.
Nangka oftewel Jackfruit is een enorme (tot wel 90cm lange, 40kg wegende!) vrucht van de van oorsprong Indiase boom die nu in half Azië, Afrika en Zuid-Amerika voorkomt. De vrucht groeit net als zijn stinkende broertje de doerian direct aan de stam, niet aan takken, maar heeft iets minder gevaarlijk uitziende punten. In de rijpe vrucht zitten de eetbare partjes, die smaken een beetje naar mandarijn, al noemen anderen vaker ananas, banaan en mango. Het is zoet, maar niet mierzoet en de structuur is stevig en knapperig. Al zullen beide sterk afhangen van de variëteit en rijpheid. De rijpe, zoete partjes worden verwerkt in desserts, smoothies, custardpudding, ijs, chips, etc. Jonge, onrijpe jackfruit (nangka muda) wordt in blokjes als groente (nooit rauw) gebruikt in bijvoorbeeld curries, dan eet men alles behalve de schil, dus niet alleen de partjes. De zaden kun je net als kastanjes gekookt of geroosterd eten, ze zouden smaken als aardappel. Rijp en onrijp jackfruit zijn beide ook in blik te koop.
Alle producten uit de plantage worden lokaal verwerkt en worden op de markt verkocht. Natuurlijk is een deel voor eigen gebruik. Arabica koffie is een dure soort die alleen boven de 1800 meter hoogte groeit. Bij Margo Utomo I is men er in geslaagd een variant te verbouwen op 400 meter hoogte, die het goed doet. Tussen de huisjes groeien veel planten en bomen uit alle windstreken van Indonesië. Zoals ook het teakhout voor het maken van meubels. Het blad van deze boom wordt gebruikt om stoffen te kleuren.
Vanaf Margo Utomo I zijn we gaan wandelen door de sawah's, hebben een Chinees kerkhof bezocht en hebben kunnen kennismaken met het dagelijkse leven. Wassen in de kali en naast het spoor. Kleine krotjes waarin men woont en toch, zo te zien, gelukkig is. En overal de kindertjes roepend "hello mister" en breedlachend zwaaien. En zoals ik al schreef, dan realiseer je je hoe goed je het hebt.
We zijn uiteindelijk bij Margo Utomo II terechtgekomen. Op beide locaties wordt verbouwd en vee gehouden en op beide locaties kunnen kamers geboekt worden.
Het B&B waar we nu verblijven ligt nagenoeg naast Margo Utomo II.
Op weg naar het B&B kwamen we langs het huisje van Ibu Parman, onze masseuse voor later op de middag. Dani, die daar kwartier maakt totdat we verder reizen, zat buiten en riep ons naar binnen. Hij wilde voor ons koken. Nou dat hebben we ons geen twee keer laten zeggen. Ik heb mogen toekijken terwijl hij kookte, cap coy (Tjap tjoi). Leuk he, een aparte ervaring en wat hebben we gesmuld.
Over 5 minuten staat Ibu Parman hier; we laten ons maar weer eens verwennen.
We kijken terug op 15 mooie dagen op Java met veel indrukken, zeer veel. Even laten bezinken. Morgen start de tweede fase van deze boeiende reis......Bali.
Geschreven door JosetteMath.vakantie