Fris. Ja, vanochtend was het fris. Het zal vannacht een graadje of 8 geweest zijn. Het kleine huisje met 4 bedden voor ons tweeën was lekker warm.
Naast ons had een stel met rugzakken ook zo'n hutje, of zoals de Noren zeggen een hytte geboekt. Later op de dag zagen wij de vrouw van het stel vliegensvlug voorbij lopen. De man had problemen aan zijn knie en zou met de bus nareizen. Ik zou het ook wel begrijpen dat je last van je knie krijgt als je als een Speedy Gonzales de bergen hier zo trotseert.
Wij gaan van de camping af. Een camping waar weinig te beleven valt. Als je het camping terrein af gaat zit je direct op een drukke A6, waar de auto' s loeiend hard voorbij rijden en op de rivier waar je op uit kijkt zie je geen bootje of andere wateractiviteit. Maar goed, wij hebben er prima geslapen en daar gaat het om.
Na het ontbijt moeten wij eerst een kleine 500 meter langs die loeidrukke a6 lopen om op onze route te komen.
Blij dat we de oversteek goed hebben gehaald klimmen wij ietwat hoger, zo langs de wegkant. Op een oud pad zien we een vos wegspringen. Leuk hoor.
Geleidelijk lopen wij bergopwaarts. Veel op asfalt. Dat schiet in ieder geval wel op. Van de week hadden we bospaadjes, hekjes over, op en af, maar nu loopt het lekker door.
Voor vandaag staat er ook een regendag gepland, maar kennelijk is dat boven niet goed doorgekomen. Het is bewolkt, fris en de regen blijft vooralsnog uit. De nodige kilometers kunnen worden gemaakt.
Het uitzicht is een beetje hetzelfde als van de week. Valleien, bossen, oerstenen en veel water, gelardeerd met rode boerderijen en kerkjes.
Na het asfalt is het gedaan met de pret. We klimmen naar een top van een berg om naar een volgende vallei te komen. Een shelter staat bovenop de top waar je een prachtig uitzicht hebt. In het bos staat nog een bel en een beeld van een hoofd. Hoe ze dat op de berg ooit hebben gekregen is een wonder.
De afdaling begint. Donkere wolken komen inmiddels voorbij. Boven hebben ze inmiddels begrepen dat ze het verkeerde weerprogramma voor vandaag hebben afgedraaid en de eerste spetters komen er al aan.
We komen aan in Ringebu. Een oude middeleeuwse staafkerk staat hier. Echt mooi om te zien. Je moet hier iets van 8 euro entree voor betalen om binnen te komen, maar show je je pelgrimspaspoort mag je er voor nop in. Doen we. En gelijk een stempel in het paspoort.
Als we de kerk uitkomen stort de regen volop. Gelukkig zit 200 meter verder een oud schoolgebouw, wat omgezet is in een pelgrimshuis. Het wordt gerund door een echtpaar, waar de vrouw van origine Nederlandse is. Zij doet naast het runnen van het pelgrimshuis ook aan weven, houtbewerking, tuinieren, is imker en ook nog iets met schapen. Een drukke tante dus.
We krijgen een grote kamer, waar ook nog een Noor in komt. Die loopt van Oost naar west door Noorwegen met een loden rugzak, iets van 30 kilo. Mij niet gezien.
In het huis koken wij een culinaire maaltijd, doen een wasje en straks nog maar eens met de Noor babbelen.
Morgen gaan we verder naar het Noorden.
Geschreven door Naar-het-zuiden