Het was donker op de camping gisteravond, een heldere nacht met heel veel sterren. Mooi hoor, het hele melkwegstelsel kon je zien. We zijn vandaag vroeg op. Er komt regen aan. Niet besteld, maar was een aardigheidje van buienradar.
Dus voor dag en dauw de droge tent ingepakt. Dat is altijd beter om in de stromende regen in te pakken.
Na een kleine kilometer ontbijten we nog droog, niet met soezen of chocolade. Toast met bosbessen jam.
Veel bossen vandaag, heuvel op, heuvel af. De regen is inmiddels gekomen, brrr. De stijgingen zijn fors, de afdalingen zijn dat ook. Het is bij een zwarte piste zo erg dat er gevallen wordt. Een smak. Een glijpartij. Modder, blub. Afzien dus.
Bij een kerkhof poetsen we de smurrie van de kleding en gaan voor de zoveelste klim. Door de natte bossen is het opletten van oranje naaktslakken. Overal houden ze een vergadering en als je er onverhoeds opstaat, glij je extra door. Als dat al niet van die steenpaden doet. Nee, vandaag is het geen fijne dag, met name door de regen en de vele stijgingen met dito afdalingen.
De dorpen die we passeren hebben niets, geen bakker, geen winkel, geen mensen op straat. Gelukkig heeft wel elk dorp een salle des fetes, een feestzaal. We vragen ons af wie daar nu heen gaat.
De Belg Louis komen we tegen, die zijn vrouw Lut tegemoet loopt. Lut loopt de tocht naar Santiago helemaal, Louis een soort halve route, de rest van de tijd is hij kwijt om zijn camper te verplaatsen en om snellopende Lut te spotten en terug te lopen.
De regen blijft parten spelen. De basiliek van Vezelay is in zicht. Maar wat een klim is dat om er te komen. Het pad stijgt en stijgt maar er komt ook hier geen eind aan. Uiteindelijk bereiken we de basiliek. We halen er een stempel voor ons pelgrimspaspoort en pakken een hotelletje, 100 meter van de basiliek.
Geschreven door Naar-het-zuiden