Met weemoed verlaten we ons appartement. Het was er goed toeven. We hebben de medebewoners lekker op stang gejaagd. Het appartement is te bereiken door een hoofddeur, daarna een tussendeur en daarna je appartement.
De eigenaar had ons gevraagd de deur op slot te doen. En ja, dan sluiten wij de drie deuren. En zeker de 10 x dat we het complex in gingen, waren continue de hoofddeur en de tussendeur open. Consequent als we zijn sluiten wij deuren voor anderen. Ze zullen nu wel blij zijn dat we vertrokken zijn. Kunnen ze de boel weer open gooien.
We verlaten Troyes via groene parken. Een dreigend buitje kijkt ons angstaanjagend aan. Een eerste druppel valt. Het is gelukkig een angstig buitje, want een echte doorzetter is het niet. Tussen landerijen lopen we, waar doperwten en graan gezaaid wordt. De firma Bonduelle kan ook dit jaar fantastische oogst tegemoet zien.
Ergens in de graanvelden komen we Joop tegen. Hij heeft zijn naam gewijzigd naar Joseph. Dat opent meer deuren, zeker bij de nonnenkloosters, waar hij nog wel eens een nachtje overnacht.
Wij stappen met hem op, op weg naar Sommeval. Door de bossen en de graanvelden en bereiken een gite, met douche, keuken en een ellendige buitenbankje, dat alleen geschikt is voor Italiaanse huisvrouwen die kleine beentjes hebben. De bonte was draait op 40 graden en uit de spelonken van onze rugzak toveren we nog een culinair hoogstandje, waar sterrenchefs nog een puntje aan kunnen zuigen.
Geschreven door Naar-het-zuiden