Het gaat vanmiddag regenen volgens buienradar. Lekker vroeg (8 uur) vertrekken we. We komen vandaag in de 100 kilometer zone: 100 kilometer voor Santiago de Compastella.
Het is zeker drukker op de route. We zijn het dorp nog niet uit of we hebben al 8 pelgrims geteld. We passeren de snelweg (route de Cantabria) en zien tot onze verbazing dat San Sebastian 568 kilometer weg is. Het voelt nog alsof we hier gisteren waren.
Onze mede pelgrimlopers lopen langzamer dan wij. Het is niet zo dat wij er een vaart in hebben (alleen als er een terrasje in het vizier is), maar we halen ze met de nodige regelmaat in. Het is een vlakke tocht. De bergen en heuvels zijn gewoon vlak gestreken. Pompoenen als bommen, rode boontjes, de welbekende tomaten, we zien het allemaal op onze route, ach, je zou zo een bourgondïsche Cantabrische bonenschotel bij elkaar kunnen plukken. De kolen op pootjes en de maïs wordt gedroogd in de horio. Die wachten maar even.
Bij de 100 kilometer grens, in Baamonde wordt het weer levendig. Hier moeten we vanaf nu dagelijks 2 stempels voor ons pelgrimspaspoort scoren. Dit om een credential te verkrijgen, het bewijs dat je de laatste 100 kilometer hebt gelopen. Hadden we eerst veel stempels van kathedralen in ons paspoort, nu zitten we met een bar tabak- en een raar winkeltje stempel. Maar goed, die tellen ook mee. Morgen maar weer opnieuw op zoek naar 2 stempelpunten.
De regen van 5 uur komt inderdaad eerder maar echt veel last hebben we er niet van. We zijn al praktisch bij ons pension. Hier hebben we een soort huisje voor mensen met een lichamelijke beperking. Dit houdt in dat de badkamer een balzaal is, waar je met gemak een Spaanse salsa in weg kunt dansen. De castagnettes kunnen van stal gehaald worden.
Geschreven door Naar-het-zuiden