Bij het wakker worden kijk ik recht in de ogen van Elvis Presley. Aangezien hij een nummer heeft dat “ jale house rock” heet, hangt zijn poster met deze tekst op de muur, recht tegenover mij. We slapen immers in een voormalig politiebureau.
Ik verlaat “ celblok 2”, waarin we slapen, om naar de badkamer te gaan. Op de gang tref ik de B en B dame. Gisteren had ze een feestje, dus ze was er niet toen wij aankwamen. Daarom had ze enveloppen met de namen van de gasten en hierin de sleutels van het huis erin, op de voordeur geplakt: zooooooooo veilig Canada ;).
De B en B dame is een vriendelijke, doorrookte granny met een enorm permanent ( zo zie je ze niet meer) voor kort haar en achter een mat. Soort poedel.
We schuiven bij granny aan tafel met nog vier andere mensen. Allemaal uit Amerika. Granny bakt er lustig op los: eieren, spek, wafels en pannekoeken. We kletsen gezellig en dan is het tijd om te gaan. Er moet tenslotte 130 km gefietst worden. Het eerste contact tussen bil en zadel is pijnlijk. Je moet gaan zitten en eigenlijk niet meer bewegen, tja. Het eerste stuk is taai, klimmen en niet zo fraai ( we zijn verwend). Dan wordt het mooier en komt het zonnetje. We verheugen ons enorm op de benzinepomp die we krijgen na 90 km vanaf Valemount. Daar is namelijk koffie. Tussendoor komen we namelijk niets tegen. Er is ook altijd wat te kijken bij zo’n pomp. Heeft voor het dorp vaak een sociale functie:komt iedereen even buurten. De pomp blijkt ook een restaurant te hebben , heerlijk, late lunch. Hierna nog 40 km fietsen voordat we in Avola zijn. Het is wederom een bijzondere gelegenheid waar we slapen . Het is een soort van bikers house. En dan doel ik niet op fietsers, maar op van die Harley Davidson types. De eigenaar, natuurlijk een stoere getatoeëerde gast, noemt ons steevast: “ kids”. “ How are you doing kids”? Toch bijzonder om met “ kid” aangesproken te worden op je 50e.
Het is een heerlijk kamertje waar we slapen in een bijgebouwtje. Morgen wederom 130 km.
Geschreven door Marc-en-jeannettes.reisdagboek