Vrijdag 1 november 23.00 uur:
De marsleider heet de Kennedymarslopers welkom. Door zijn Brabantse accent óf mijn doofheid versta ik: ‘Achterlijk welkom’ en dat sluit een beetje aan bij mijn gevoel op dat moment.
Ik heb rond 17.00 uur de trein gepakt en ik kwam om 20.00 uur aan bij de startlocatie in Oirschot. Ik heb drie uur op een bankje in het zaaltje een boek gelezen en ben moe. Het is gekkenwerk om rond dit tijdstip aan een wandeltocht van 80 km te beginnen. Maar nu ik er toch ben: lopen maar!
00.15 uur, 8 km gehad:
Ik wandel door de buitenwijken van Best als er een man naast me komt lopen. Hij wordt gek van zijn beker die bij het tikken tegen zijn heuptas als een koebel klinkt. (Kennedymarsen zijn tegenwoordig ‘cupless events’: je moet een eigen beker meenemen.)
Hij maakt zijn beker los van zijn heuptas en zoekt naar een andere plek om het te bevestigen. Na wat pogingen hoor ik hem zuchten: ‘Dan hou ik hem maar de hele tocht vast.’
Ik geef hem de tip om de beker aan zijn reflectiehesje te hangen, ter hoogte van de schouder zodat de beker hooguit, vrijwel geluidloos, op de borst kan tikken. Hij is blij en we raken aan de praat.
03.35 uur, 27 km gehad:
We lopen een grotere plaats in en proberen ons te oriënteren. Pas bij het naderen van het centrum zien we waar we zijn. Er wapperen wat reclamevlaggen: Welkom in Bruisend Boxtel. Maar rond dit uur is Boxtel zo bruisend niet. We lopen door een verlaten centrum en treffen één dronken jongeman. ‘Doen jullie een avondvierdaagse ofzo?’ vraagt ie in een waarschijnlijk Boxtels accent. ‘Zoiets ja, een Kennedymars, 80 km.’ zeg ik in het voorbijlopen. ‘Waar loopt gij dan helemaal naartoe?’ roept ie ons toe. ‘In een rondje, naar Oirschot’ roep ik terug. En ik hoor hem inmiddels in de verte verzuchten: ‘Helemaal naar Oirschot, nondeju!’
Rond 07.00 uur, 45 à 46 km gehad:
Ik heb geen idee waar ik ben. Ik loop door een donker bos en de wandelaar waar ik vanaf Best mee loop, kan ik even niet meer bijhouden. Hij loopt enkele tientallen meters voor me uit en verdwijnt uit mijn zicht. Ik sluimer. Ik ben een beetje duizelig en misselijk. Ik sla mezelf op de wangen. Blijven lopen, bijblijven! Ik hossel uit mijn jaszak een druivensuikertje. Pep, dat heb ik nodig.
Eenmaal het bos uit, kom ik bij een wagenrust en ze hebben het magische middel waar ik goed op ga bij Kennedymarsen: vla! Bij deze rust is het de smakelijke variant: vlaflip. Er komt een Belg naast me zitten die wat wantrouwig een eerste hap van zijn vlaflip neemt. Maar dan roept hij naar zijn wandelmaat: ‘Het is pudding!’
De vlaflip en het naderende ochtendlicht halen me uit mijn dip!
09.00 uur, 55 km gehad:
Ik ben terug bij de startlocatie. Niet omdat ik afgehaakt ben, nee, dit is een rustpost na de eerste grote ronde. En we krijgen hier een ontbijt van heerlijke pasta pesto met kip!
Met een volle maag start ik aan de laatste lus die bijna volledig over onverharde paden gaat. We lopen langs de Beerze, door natuurgebied Kampina en door de Oisterwijkse bossen. We passeren een ven waar honderden vogels een ochtendvergadering houden.
Ik loop een stukje op met een oudere ervaren Kennedymarsloper. We kletsen en lopen en genieten van de prachtige natuur in herfstkleuren. De kilometers vliegen voorbij.
11.30 uur, 67 km gehad:
In een caférust ontvangt elke wandelaar een consumptiemunt en ik haal een cappuccino. De gehele nacht heb ik mezelf bij de wagenrusten wakker gehouden door oploskoffie te drinken. Nu er een echte koffie verkrijgbaar is, geniet ik er ten volle van. Daardoor heb ik niet door dat het in een hoek van het café misgaat met een wandelaar. Hij trekt geelgroen weg en kotst het tapijt onder. Als ik naar buiten loop hoor ik dat er nog een wandelaar ziek is geworden van een broodje worst dat een aantal rustposten terug werd uitgedeeld. Gelukkig heb ik er geen last van gehad. Je zou maar zo dicht bij de finish uitvallen door maagproblemen. Lijkt me echt zuur.
Om 14.13 uur, na 81,44 km op de teller, finishen we, ik en de man die ik al in Best ontmoette. We hebben praktisch de hele tocht samen gelopen. Door af en toe een praatje te maken, verlies je de tijd uit het oog en we konden ook goed in stilte lopen, wat ook fijn is.
We drinken een welverdiend biertje met mijn ophaalcomité (waarvoor weer veel dank!! ππ» β€οΈ) en in gedachten hef ik mijn glas: op Kennedymars nummer 4, op Oirschot, nondeju!
Geschreven door Tjam-aan-de-wandel