Bijna een maand en 195 trainingskilometers verder kan ik melden dat het goed gaat, beter dan verwacht. Ik loop onder alle omstandigheden: regen, wind, blubber, sneeuw, vrieskou en in de avondschemering. En ik maak van alles mee: ik zie de latere winnaar struikelen bij de halve marathon van Egmond aan Zee, op weg naar Lelystad wordt mijn wandelpad geblokkeerd door een kudde wilde paarden, ik passeer een volgelopen spoortunnel al balancerend over een houten plank en in Huizen vraagt een vrouw of de vogel die in de verte op een steiger zit, een pinguïn is. ‘Kan ie ontsnapt zijn uit Almere Jungle? Moet ik de politie bellen?’ vraagt ze me. Met behulp van haar verrekijker en een vogelapp op mijn telefoon weet ik haar te overtuigen dat het echt geen pinguïn is. ‘Maar als u het zeker wilt weten, loopt u de steiger op. Als ie wegvliegt, is het geen pinguïn.’ Daar heeft ze echter geen tijd voor, ze moet de katten van de buren eten geven en weg is ze.
Ik heb mijn tempowandeling onderbroken voor een heel vreemd gesprek met een heel bijzondere mevrouw en een aantal kilometers lang herhaalt de dialoog zich in mijn hoofd. Ik ben uit mijn ritme maar lach er ook wel weer om. Juist dit soort gebeurtenissen geven kleur aan de eentonigheid van het lange wandelen.
De komende maand worden de afstanden nog langer en zal ik vaker moeten rusten om te herstellen. Sorry vrienden en vriendinnen als ik wat vaker nee ga zeggen op wat leuks. Na mid maart ben ik weer van de partij.
Geschreven door Tjam-aan-de-wandel