Gisteren ben ik gestrand in Zoutelande. Het was een warme dag en Vlissingen was echt nog te ver. Vanochtend liep ik Zoutelande uit nadat ik bij een doe het zelfzaak een nieuwe gasfles had gekocht. Praktische dingen moeten ook gebeuren. Ik moest een smal hellinkje op en dat moest langzaam want voor mij liep een manke man. Eenmaal boven vroeg hij of ik de LF
liep. Ik zeg: “Nou ja, de LAW, net zoiets”. We raken aan de praat. Hij vertelt dat ie vroeger veel geklommen heeft in de bergen, maar dat kon hij nu niet meer met zijn been. Vroeg ik of hij een ongeluk had gehad. “Nee, hersenbloeding.” Hij liep een stukje met me op en ik paste me aan aan zijn tempo. Hij vond het fantastisch om mensen tegen te komen die dit soort reizen maken. Hij genoot er zichtbaar van. En ik zei hem dat het natuurlijk jammer is dat ie niet meer kan klimmen, maar dat ie het wel gedáan heeft en de herinneringen heeft. “Hoeveel mensen hoor je plannen en dromen hebben die ze niet uitvoeren?” vraag ik hem. En hij vult aan: “Of zeggen: na mijn 65ste, dan...” Dan kan je het misschien niet meer. We snappen elkaar en nemen afscheid want hij moet linksaf en mijn route gaat rechtdoor. Ik doe drie stappen of ik hoor hem roepen: “Wil je misschien een croissantje?” Hij opent een zak met vijf croissantjes die hij net bij de bakker heeft gehaald. “Ik deel er wel één met mijn vrouw”. Ik bedank hem en ga met een warm croissantje verder op pad.
Ik word steeds vaker door mensen aangesproken. Vaak als ik even pauzeer, maar soms ook al lopende. Sommige gesprekken zijn heel kort, andere verlopen heel natuurlijk. Soms vallen de ogen uit de oogkassen als ik zeg dat ik een ronde Nederland loop, soms staat er heel lang een mond open voordat er een zinnig woord uitkomt. Vaak krijg ik succeswensen en “oh, wat inspirerend” (kots). En vanmiddag toen ik vooraf de camping belde (omdat dat op hun website stond vermeld: graag reserveren), verslikte de dame aan de telefoon zich haast in haar eigen Zeeuws-Vlaamse accent toen ze alleen al hoorde dat ik lopend kwam. Bij aankomst vertel ik dat ik heel Nederland rondloop, nou, je had haar gezicht moeten zien!! Daar kon de boerin met een camping zich niks bij voorstellen.
Wie zich méér dan een voorstelling kunnen maken bij wat ik doe, is het echtpaar dat al 50 jaar een kleine dorpssupermarkt runt in Groede. Als ik binnenkom, zit zij achter de kassa en hij vult de vakken. Ik zie al snel dat ze losse toiletrollen verkopen en pak er één, als hij vraagt of hij me kan helpen. Ik antwoord dat ik zo blij ben dat ik een losse toiletrol kan kopen. En ik weet niet wat er gebeurt, maar binnen vijf minuten zijn meneer, mevrouw èn ik, helemaal hysterisch aan het ouwehoeren over het Pieterpad en over lange afstandswandelingen in Nederland.
Hij citeert een quote die hij op het Pieterpad ergens op een bank gelezen heeft: ‘Pas als je ergens gewandeld hebt, ben je er echt geweest’. En als ik mijn boodschappen met moeite in mijn tas gepropt en afgerekend heb, springt mevrouw enthousiast vanachter de kassa vandaan: ‘Kom eens mee, ik wil je wat laten zien!’ Ik strubbel nog wat: ‘Maar mijn spullen...?’ ‘Heel eventjes’ zegt ze blij. Ik loop achter haar aan door de winkel, achter de toonbank van de vleeswarenafdeling langs, door een deur, en ik sta in hun woonkamer. En ze wijst triomfantelijk naar de boekenkast die vol staat met routeboekjes. Keurig gesorteerd. Ik doe maar enthousiast met haar mee, maar ben ook best onder de indruk. Tijd om al die paden te lopen heeft ze nauwelijks. Volgende maand heeft ze voor de tweede keer in tig jaar tijd, twee weken aaneen vrij, vertelde ze me eerder. Maar ze lopen en ze zijn blij. Misschien wordt ze ook blij van routeboekjes lezen?
Hierna nemen we helemaal hysterisch afscheid van elkaar en wensen elkaar veel wandelplezier.
*LF en LAW: als je niet weet wat het zijn, zit je teveel Netflix te kijken. Google het maar, binnenmens!
Geschreven door Tjam-aan-de-wandel