De maand juli begon met een halve dag motregen. Mijn regenjack ging aan. Het was goed te doen en eigenlijk wel verfrissend na al die droge dagen. Maar mijn schoenen hielden het niet vol, ondanks dat ik ze voor vertrek heb behandeld. Mogelijk is dat er al afgesleten.
Hierop besloot ik mijn etappe in te korten. In plaats van naar de camping in Dienville, klop ik aan bij het pelgrimshuis in Brienne-le-Château. Weer iets anders proberen.
Als ik het dorp binnenloop, komt er een niet zo sjofele man op me af om me te vertellen waar het pelgrimshuis is en dat ik het telefoonnummer vermeld op het hek moet bellen bij aankomst. Ik luister naar elke gek, dus heb dat gedaan, maar er werd niet opgenomen.
Het hek bleek open dus ik loop de achtertuin in en zie op de achterdeur een briefje met nog twee telefoonnummers. Een neemt ook niet op, de ander reageert wat geïrriteerd: ‘Je moet het nummer dat op het hek staat bellen.’ Het begint opnieuw wat te regenen dus ik schuil in een open schuur. Wat ga ik doen? Wachten of toch door naar de camping? Ik besluit een café op te zoeken en na een half uur nog eens te bellen. Als ik dan weer geen gehoor krijg, zal ik verder moeten lopen.
Op weg naar het café ontvang ik een sms: ‘J’arrive.’ Ik loop ook maar weer terug naar het pelgrimshuis. Ik overnacht er in mijn eentje en heb een volledig uitgeruste keuken tot mijn beschikking. En ik maak eindelijk weer eens een maaltijd voor mezelf klaar, heerlijk!
‘s Nachts is het een beetje spooky. Ik moet meerdere keren naar het toilet en dat is aan het einde van de gang. Associaties met The Shining en One flew over the cookoos nest (komt door de gedateerde inrichting), moet ik uit mijn hoofd zetten, anders durf ik niet.
De volgende dag lees ik in het gastenboek dat er drie dagen terug een Nederlandse dame heeft gelogeerd. Zou dat de dame zijn geweest die ik heb zien lopen in Blaise-sous-Arzillières?
Door de wat kortere etappes die ik nu loop, kom ik amper vooruit, maar ik loop wel mooie, nee, prachtige routes. En dat ik nu in Brienne-le-Château besloot te stoppen, gaf me de tijd om het dorpje waar Napoleon in zijn jonge jaren zijn militaire opleiding volgde, ook te bekijken. Maar tijd overhouden na een dagtocht heeft een keerzijde: je hebt tijd om na te denken. En dan mis ik mijn lieve schatten thuis en de borrels met vrienden op een terras, ik mis het comfort van mijn eigen bed, douche en toilet, et cetera, et cetera.
Om niet in dit soort heimwee te blijven hangen, zal ik, waar het kan, mijn etappes weer verlengen. Tot ik bergen tegenkom, moet dat wel mogelijk zijn, zeker nu het niet meer zo verzengend heet is. On y va!
—
Dag 31 Brienne-le-Château 21 km
Dag 32 Bar-sur-Aube 29 km
Dag 33 Maranville 21 km
Geschreven door Tjam-aan-de-wandel