Waar was ik gebleven?
O ja, op Hemelvaartsdag liep ik van Doorn naar Rhenen. Deze zaterdag stond ik vroeg op om met de trein naar Rhenen te gaan. Mijn backpack ingepakt met mijn nieuwe tent en slaapspullen voor één nacht. Want eindelijk…eindelijk ga ik weer kamperen!
Als ik om 9 uur de trein uitstap, zie ik een benzinestation met shop en weet wat me te doen staat: water kopen. Het is ongelofelijk raar maar waar: ik heb geen water mee. Stom stom stom.
In de shop vraagt de verkoopmedewerkster welke route ik loop. O ja, dat is ook waar: met een dikke backpack heb je continu aanspraak. Ook dat was ik even vergeten.
Ik ga op pad en hoewel het vroeg is, degene die op straat is, jong of oud, te fiets of te voet, groet.
De route vandaag is niet al te lang en ik mag pas om 14 uur mijn tent opzetten op het natuurkampeerterrein dat ik voor de nacht gereserveerd heb. Ik kan en moet dus rustig aandoen. Het komt me dan ook niet verkeerd uit dat ik rond het middaguur een restaurant met terras middenin het bos tref.
Ik besluit uitgebreid te lunchen met een boerenomelet. De serveerster is net bij me langsgeweest om de bestelling op te nemen of er arriveert een wandelclub. En niet een wandelclubje, nee een club van wel 20 man (en vrouw). Het terras zit meteen zo goed als vol, maar wat ik erger vind: de rust is verstoord.
Vooral door mevrouwtje Wandelrok.
Kennen jullie die?
Mevrouwtje Wandelrok, draagt (inderdaad) een wandelrok, want ze vindt het o zo belangrijk om er tijdens het wandelen nog vrouwelijk uit te zien.
Mevrouwtje Wandelrok heeft een luide stem en leidinggevende capaciteiten (of dat denkt ze zelf). Mevrouwtje Wandelrok controleert of iedereen een stoel heeft kunnen vinden (alsof haar medewandelaars kleuters zijn).
Mevrouwtje Wandelrok gaat zelf op een centrale plek zitten zodat ze alles en iedereen goed kan overzien. Ze zit nog maar drie seconden of ze kijkt wild om zich heen en begint met drukke handgebaren met luide stem te verkondigen dat het toch wel lang duurt met de bestellingen opnemen. ‘Heeft iemand al een serveerster voorbij zien komen? Zit iedereen goed? Wil je niet lekker hier in de schaduw zitten, Jan?’
Ik zat hier lekker in het bos te genieten van de vogeltjes, krijg ik dit! Eerst denk ik: zo snel mogelijk die omelet verorberen en wegwezen, maar dan zie ik de dame naast mevrouwtje Wandelrok zitten. De haren grijs, de outfit grijs en eigenlijk ook een grijs gelaat. Laat ik haar Grijze muis noemen.
Grijze muis had als eerste een plekje te pakken. Ze was er zacht en stilletjes gaan zitten en ziet wel wie er bij haar komt zitten. Ze zit en ze ziet iedereen een stoel pakken. Mevrouwtje Wandelrok komt naast haar zitten en je ziet haar kop vertrekken: o jeeh! Ze zegt echter niks. Maar elke keer als mevrouwtje Wandelrok iets uitkraamt, zie ik haar gezicht, haar blik, sja, hoe omschrijf ik dat…?! Ze heeft duidelijk geen pokerface, haar gezicht spreekt boekdelen: ze vindt mevrouwtje Wandelrok een (klein) beetje irritant en druk!
Ik ook, ergens, maar ik begin te genieten van dit schouwspel. Ik kijk verder om me heen en ontdek nog wat leuke types.
Zoals de voormalig sportman. Ooit was het een hardloper, wielrenner of voetballer, maar nu heeft ie last van zijn enkel, zijn knie, zijn hamstring of achillespees. Nu begint zijn buik te groeien en heeft ie de wandelclub ontdekt. Het eerste wat ie doet, nadat ie een stoel heeft gevonden, is zijn schoenen uit en zijn broekspijpen omhoog om al zijn sporttapes te controleren. Iemand aan zijn tafel merkt op: ‘Heb je die tapejes echt nodig?’
Aan een andere tafel zit de lolbroek van de groep. Ook hij heeft een luide stem, maar is moeilijk te verstaan doordat hij praat tussen het lachen door. Maar omdat ie er een jolige pet bij draagt, lacht iedereen met hem mee.
Ondertussen komt er een wandelechtpaar aan het enige nog vrije tafeltje naast me zitten. Je herkent ze, want: Ze hebben minimaal een kledingstuk in één en dezelfde kleur aan en hij heeft in een van zijn wandelbroekzakken een wandelrouteboekje gepropt. Types: Hij navigeert, zij volgt.
Mijn boerenomelet arriveert, dus ik eet.
Mevrouwtje Wandelrok controleert of iedereen inmiddels heeft kunnen bestellen en constateert dat sommigen wel al hun appeltaart hebben. ‘Waarom moet het zo lang duren?’ roept ze over het terras. Een van de rustigere kerels antwoordt haar met een vraag, waarmee hij haar weet te bedaren: ‘Heb je haast? We zitten hier toch lekker?’
En zo gaat het nog een tijdje door. Ik kan bijvoorbeeld nog de afrekentaferelen beschrijven, maar gebruik daar je eigen fantasie maar voor! Het heeft lang genoeg geduurd, ik ga weer op pad.
Gelukkig heeft de lunch veel tijd gekost want na 5 km ben ik al op mijn eindbestemming van vandaag. Ik zet mijn nieuwe tent op, luister naar de Tour, neem een koude douche (warm watertoevoer was stuk) en kruip mijn tent in om lekker vroeg te slapen. Omdat er veel mensen met honden zijn en die honden uren naar elkaar zitten te blaffen, duurt het uren voordat ik slaap. De volgende ochtend ben ik om 6 uur wakker van de vogels, ik pak mijn spullen en vertrek. Op naar de eindbestemming van de Oude Bondswandelweg van de ANWB, op naar Arnhem!
Nu kan het zijn dat je bovenstaande hebt gelezen, zelf ook wandelt, en iets van jezelf herkent. Dat is niet erg. Want weet je? Je bent niet uniek. Zo kwam ik vandaag mezelf tegen.
Ik ben om 7 uur vertrokken zonder koffie te drinken. Had geen zin in dat gedoe. Krentenbol in mijn mik en gaan! Al lopende vraag ik me af of dat wel zo slim is geweest want het is zondag en dit gebied is nog steeds heerlijk religieus. Om half 9 ben ik bij het kasteel van Doorwerth waar je later op de dag een koffie kunt drinken in de kasteeltuin. Maar ik ben te vroeg. Ik drink wat water, eet nog maar een krentenbol en ga door.
Om 9.50 uur passeer ik een bord met daarop de bewegwijzering naar een restaurant dat om 10 uur opengaat. Om daar te komen moet ik een kronkelende steile bostrap op. Ik loop nooit om voor horecagelegenheid, maar ik heb nu toch zo’n zin in koffie!
En ik mag er 10 minuten over doen, dus vooruit met de geit.
Eenmaal boven loop ik het terras op en daar zie ik:
Een vrouw, alleen, met op de stoel naast haar: een backpack. Wandelstokken staande tegen de tafel. Verder is het terras nog leeg. Ik zet mijn spullen bij een tafeltje naast het hare en haal koffie bij de zelfbedieningsbar. Als ik terugkom, groet ze en vraagt ze welke route ik loop. Ik heb mijn handen vol met koffie (en appeltaart!) en vraag of ze het goed vindt als ik even bij haar kom zitten. Dan zeggen we TEGELIJKERTIJD: zo vaak kom je een andere vrouw alleen, niet tegen. (We hoeven blijkbaar het woord wandelen of hiken of iets van die trant niet te zeggen, we begrijpen het).
We praten over onze routes en geven elkaar tips voor andere routes en campings. Ook zij was om 7 uur begonnen met lopen en genoot zo erg van het langzaam ontwakende bos dat ze er zachter van ging lopen. Ook zij gaat regelmatig een weekend op pad om van camping naar camping Nederland te doorkruisen. Langer kon ze niet vanwege werk, man en kinderen. (Oké, gelukkig zijn er ook nog verschillen!)
Nadat de koffie op is, vervolgen we onze route. Zij loopt precies de andere kant op, dus we wensen elkaar een mooie tocht.
En wat is het een mooie tocht geworden! Ik heb ontzettend genoten van de Oude Bondswandelweg, al moest ik er wel vaak bij opletten, omdat het niet gemarkeerd is. De routebeschrijving was prima, maar ik volg liever roodwitte markeringen.
Toch ga ik volgende maand weer een ongemarkeerde trail lopen. Het gebied waar ik naartoe ga, is de moeite waard. Waarheen leidt de weg? Lees het hier, later 👋🏻
Geschreven door Tjam-aan-de-wandel