Geen vogel, geen kriek: nada! Anders verwacht je het natuurlijk niet wanneer je – godbetert – in het holle 3u15 van de nacht in een taxi stapt richting luchthaven. Eén voordeel: de rest van het mensdom vertoeft nog in dromenland, wat zich vertaalt in supervlot verkeer. Wanneer we Zaventem naderen wordt het duidelijk dat er meer dan één vlucht rond de klok van 6u zal opstijgen... Volle roltrappen richting de vertrekhal op niveau 3 bevestigen die indruk.
Stipt om 4u staan we voor het grote paneel dat alle vluchten aankondigt. “De 6” worden “de 8”. Onze vrienden staan al tussen hun koffers te blinken. De begroeting is weer eens zeer hartelijk, zij het dat Corona met mij meereist en ik dus ietwat ‘gemuilkorfd’ op een afstandje moet blijven.
Jacky heeft ons gisteren al in alle efficiëntie ingecheckt. We kunnen dus supervlot onze koffers ‘droppen’. Niettegenstaande enige drukte komen we vervolgens vlot doorheen de security, op een klein moment van commotie na wanneer Dany merkt dat ze haar pochette met de reispapieren ergens achtergelaten heeft. Ze worden gelukkig vlot terug opgepikt... Het adrenalineniveau mag ‘back to normal’.
Een kop koffie met ontbijtsnack later kunnen we via Gate A62 aan boord van onze Airbus A 320, die ons veilig in Malaga moet afzetten. Het blijkt volle bak te zijn. We zijn blij met de aisle seats waar Jacky voor gezorgd heeft. Om precies 6u12 glijdt Brussel onder ons weg. Heel even nog zien we het geelrode ‘vuur’ van de zonsopgang weerspiegeld in de hoogbouw van de Brusselse skyline. Ons landje gaat een mooie lentedag tegemoet. Wij.. hopelijk ook...
Jacky en Mijo zijn de trekkers van deze reis. We zitten op rozen (zonder doornen) en kijken uit naar een leuk Andalusisch avontuur. En ja.. wat het weer betreft zitten we toch met klein hartje.
Terwijl geheel Spanje na zijn “ola de calor”, een uitzonderlijke droogte en warmte in de eerste lentemaanden, smeekt om regen, trekken wij naar het zuiden om .... de overvloedige nattigheid van de voorbije maanden in ons landje te ontvluchten. Helaas zijn de meteorologische vooruitzichten onzeker. De kans dat we regen op ons dak krijgen in Andalusië is meer dan reëel.... “Et alors”, zou wijlen Frans president Mitterand gezegd hebben.
Granada, in de braadpan van Spanje, wordt onze bestemming voor een week. Wat ons betreft onontgonnen terrein. We kijken ernaar uit.
Granada ligt in de privincie met dezelfde naam. De stad ligt 738 meter boven de zeespiegel aan de voet van het mooie witbesneeuwde Sierra Nevada gebergte, waar we wellicht nader kennis mee zullen maken. Een paar eeuwen terug was Granada de hoofdstad van het koninkrijk Granada. Het beroemde Alhambra is misschien wel dé trekpleister van deze stad. Met plezier zullen we er kennis mee maken.
In de stad vind je prachtige voorbeelden van zowel de Joodse, de Moorse and de katholiek Spaanse cultuur. De stad is erg goed bewaard geblezen, waardoor het een mooi stukje geschiedenis laat zien. Ook heeft Granada een grote universiteit, het is een van de grootste studentensteden in Spanje.
We kijken alvast uit naar de gebouwen, bezienswaardigheden en gezellige straatjes, die de rijke en boeiende geschiedenis van de stad en streek weerspiegelen.
Om 8u25 krijgen we vaste voet onder de wielen op de luchthaven van Malaga Costa del Sol (voorheen Pablo Picaso). We treffen een lichtbewolkt gebied bij 11°C. Die relatief lage temperatuur brengt meteen het besef dat we, niettegenstaande de afgelegde afstand, nog steeds in de vroege ochtend leven. Heel even een raar gevoel wanneer je al meer dan 6 uur wakker bent...
Jacky en Mijo hebben hotelvervoer voorzien. Het heeft uiteindelijk wat voeten, en een telefoontje, in de aarde eer chauffeur Igor opdaagt met het bordje ‘Vandendorpe’ waar we al een half uurtje, in alle vrolijkheid, naar uitkijken. Om 9u45 bollen we in een comfortabel busje richting Granada. De zon is ondertussen door de wolken heen geraakt. We laten de eerste impressies van het Andalusische landschap op ons afkomen.
Igor blijkt niet alleen chauffeur maar ook nog een goede gids te zijn. Hij zal met heel veel info ervoor zorgen dat deze anderhalf uur durende rit in een wip voorbij is. Hij introduceert zich als Igor van Torremolinos, die ‘la playa’ als tuin heeft. Er zijn ambetantere plaatsen om te wonen..
We laten Malaga, stad met heel veel geschiedenis, achter ons. Rond 800 voor Christus werd Málaga gesticht door de Feniciërs. De baai van Málaga werd gebruikt als handelspost onder de naam Malaka. Deze naam zou in de taal van de Feniciërs gezouten vis betekenen. Om de vis goed te houden in die tijd, werd het bestrooid met zout en als plakken opgeslagen. De stad heeft naderhand de Romeinen, de Carthagers, de Germanen, de Visigoten en last but nog least de Moren over zich gekregen. Pas na de Reconquista in 1492 en het tot stand komen van het verenigde Spanje is de relatieve rust over de stad gekomen. Wie vandaag Malaga wil veroveren doet dat als toerist en om tijdelijk een paar vierkante meter strand met een handdoek te bezetten...
Malaga achter ons dus en we komen meteen in een flink glooiend landschap terecht, dat niettegenstaande de grote droogte van 2023 en de hittegolf die pas een week geleden zijn einde kende, toch nog vrij groen overkomt. De heilzame regen die de voorbije dagen is gevallen heeft de natuur hier zowat doen ontploffen. Alles schiet uit bot en in bloei. We zien massa’s paarse en witte oleanders langs de snelwegboorden en ook verderop in het decor. Ze worden afgewisseld door hevig bloeiende gele bremstruiken. Zelfs een veld amapolas (klaprozen) kan er nog bij.
Het landschap is ruw en wordt hevig kronkelend doorsneden door de Rio Guadalmedina. De mooie snelweg richting Granada is kunstig over de rivier aangelegd. Minstens tien keer hebben op die manier de rivier overgestoken. Andalusië is dé streek van de olijfbomen, en dat zullen we geweten hebben. We zien ze werkelijk overal, dichtbij of ver weg, in de valleien en op de hellingen staan, jong en oud door elkaar. Machtig zicht. Igor vertelt ons dat er in Andalusië meer dan 200 miljoen van die olijfbomen staan. Als Spanje 65 miljoen inwoners telt, dan heeft het bijgevolg meer dan 3 olijfbomen per inwoner. Wij vonden die ene olijfboom per inwoner in Italië al heel straffe kost....
Veel olijven dus, maar we zien ook links en rechts van ons zeer regelmatig grote stroken amandelbomen en avocadobomen staan. Vaak ook zien we de amandelbomen en olijfbomen in een perfecte mix door elkaar staan. Igor vult aan dat men hier ook mango’s en papaya’s, perziken en abrikozen oogst, naast alle varianten van citrusbomen. Al die vruchten zijn blijkbaar door de Moren hier in het land binnengebracht.
Om Granada te bereiken moeten we over twee bergruggen, die onderdeel uitmaken van de Montaña Penibetica, die van Gibraltar tot in Almeria loopt. Om 10u rijden we de eerste pas over – de Puerto de las Pedrizas – op 805 m hoogte. We blijven rijden in een mooie brok dunbevolkte natuur en bereiken in de vallei de Rio Frio in, hoe kan het anders, het plaatsje Riofrio. Het heldere koude water van deze rivier is de ideale hatchingplaats voor steur. De productie van zwarte kaviaar staat hier dan ook hoog op de agenda.
Onze toffe rustige chauffeur Igor cruist met ons zachtjes verder tot over de tweede pas, die de finale toegang biedt tot het nu plots lichtglooiende tot vlakke landschap naar Granada toe.
Voor we Granada bereiken rijden we nog door een flink stuk historie, genaamd Santa Fe. Dit is de plaats vanwaar de Roomskatholieken in 1491 de belegering van het ‘último Reino Moro Granada’ inzetten dat in 1492 leidde tot het uitdrijven van de Arabieren uit het Iberisch schiereiland en vervolgens tot de eenmaking van Spanje op initiatief van Isabela van Castilla en Ferdinando van Aragon. Colombus heeft in 1491 in Santa Fe Isabela en Ferdinando ontmoet en heeft toen van Isabela een gouden ketting ontvangen om mede zijn expeditie naar wat Amerika zou worden te financieren.
Om 11u rijden we Granada binnen en een kwartiertje later staan we in hotel Catalonia in te checken. Het hotel ligt in het moderne gedeelte van de stad.
De kamers zijn nog niet beschikbaar. We doen dus een eerste schuchtere verkenning in de buurt van het hotel en gaan voor een drink en een tostado op het terras van de kleine bar Brasilia. We slenteren nadien verder en doorkruisen de Jardines del Triunfo met een groet aan de vele tientallen meters brede Fontana del Triunfo.
Het vroege startuur deze morgen begint bij dit gezelschap flink te wegen... We besluiten hotel Catalonia terug op te zoeken, onze kamers in te nemen en tot 16u even het licht te laten uitgaan....
Doet voor eenieder deugd! Granada verwerkt ondertussen een fiks onweer met dito donderslagen en felle regen. Om 16u gaan we dus, tussen de resterende druppels door, voor een tweede voorlopige verkenning, nu richting centro historico. Er beginnen flink wat magen te knorren. We zoeken dus vooral, ergens in de schaduw van de kathedraal van Granada tapas en een eerste sangria. Die vinden we bij Los Manueles. We beleven er heerlijke momenten bij inderdaad die eerste en welsmakende authentieke sangria en begeleidende platos para compartir.
Iets na 18u laten we Los Manuelos achter ons. We groeten nog even het standbeeld van El Quijote, die hier in al zijn bronzen glorie staat te pronken en komen vervolgens even plots als verrassend terecht in het Moors kwartier. Net alsof een teletijdmachine ons zou naar een sukh in Marokko zou hebben gecatapulteerd. Typischer kan niet. Bovendien horen we hier slag om slinger Arabisch spreken. Echter kan niet! Heel speciaal, deze tocht doorheen de uiterst smalle steegjes van dit kwartier, volgestouwd met kleurrijke winkeltjes.
Dat alles brengt ons tot bij de fameuze kathedraal. We laten een bezoek over voor onze gidstoer morgen. Nu gaan we op de trappen voor een heerlijke gelato of cafe solo doble.
Meer dan 15000 stappen hebben we ondertussen op de teller... Het is genoeg geweest. Onze vermoeide knoken zetten de kaap op het hotel, waar we ons met een laatste drink in de bar voldoende verdoven om een diepe slaap in te duiken. Boeken toe om 21u!!
Geschreven door Hubertengratienne.op.avontuur