We starten de dag fris en vrolijk om 7u. De gordijnen open en we zien een stralend blauwe lucht en een zon die al flink van jetje geeft op dit vroege uur. We voelen 8°C aan de buitenkant maar de zon zal ons naar flink wat hogere temperatuurniveaus hijsen. Ergens voelen we het gevecht van ons systeem met de hoogte. Bij het ontbijt vernemen we dat er nogal wat leden van de groep redelijk voelbaar extra rodebloedlichaampjes aan het aanmaken zijn.
Om 8u30 staan we met de hele groep klaar voor een city trip in “de witte stad”. Omar, onze lokale gids voor de komende dagen begroet ons enthousiast met een “muy buenos dias”. Terwijl we ons op gang trekken richting centrum vertelt hij ons dat Arequipa in een diepe vallei ligt omringd door gebergte, waaronder drie vulkanen, de Chachani (6.075m), de Pichu Pichu (5.669m) en de Misti (5822m). De eerste twee slapen; de derde is actief. De Chachani heeft 8 kraters. De Misti slechts één. Deze vulkaan wordt de ‘gentleman’ genoemd omdat er na een enorme uitbarsting in 1460 nooit meer grote explosies zijn gevolgd. Enkel ‘zacht’ opvloeiende lava. Het is geweten dat de Incas op deze vulkaan mensen offerden. In 1990 zijn er in de krater 9 hangende graven gevonden. Misti kan dan wel een ‘gentleman’ zijn, maar blijkbaar is hij ook potentieel één van de gevaarlijkste. Nog in 2018 kwam er een meer dan normale rookpluim uit zijn krater. Op dat ogenblik was er ook ongewoon veel seïsmische activiteit onder de combinatie Misti-Chachani. Men verwacht dat er zich ooit weer een enorme explosie kan voordoen, die verwoestend zou zijn voor Arequipa. De Misti ligt immers slechts op 17km afstand van het hart van deze stad.
De naam Arequipa stamt vermoedelijk van de pre-incastam Puquina. In hun taal betekent Ari ‘top’ en Quipai ‘achter’. Door zijn ligging in een ronde vallei bereik je Arequipa inderdaad altijd door een berg over te steken.
Omar weet ons ook nog te vertellen dat Puriquina “de witte stad” wordt genoemd vanwege de uit wit vulkanisch materiaal ‘siller’ gebouwde huizen, maar eveneens omdat dit een echt koloniale stad is waar een zeer grote meerderheid Spanjaarden, dus blanken, woonden.
De stad werd in 1540 opgericht op vraag van Pizarro, voornamelijk om het onherbergzame gebied dat Arequipa toen nog was te ontsluiten.
We stappen een steegje binnen en stoten verrassend op een groepje Alpaca’s en lama’s die rustig achter een afsluiting grazen. We mogen ze zelfs enig groen voeden. We zijn in Mundo Alpaca beland, waar Omar ons tijdens een interessante tour duidt over het verschil tussen lamas en alpacas en over hoe de wol van deze dieren verwerkt wordt tot prachtige kleding.
Alpacas, lamas, guanacos en vicuñas zijn kameelachtigen die oorspronkelijk uit Noord-Amerika komen. Via de Beringstraat zijn ze in Azië beland, waar ze verder ontwikkelden tot kamelen en drommedarissen. Via de engte van Panama zijn ze in Zuid-Amerika beland. De vicuñas leveren de beste (en duurste!!) kwaliteit wol. Vicuñas en guanaco’s zijn wild en kunnen niet in gevangenschap overleven. Zij leven boven de 4000m. Alpaca’s en lama’s zijn eerder tam. De vicuñas zijn ooit met uitsterven bedreigd geweest. Onder bescherming herstellen zij nu hun aantallen. Er zijn 4 miljoen alpacas in Peru.
Hoe dan ook leveren deze dieren voldoende fijne wol voor een bloeiende textielindustrie. Ook de productie van leer is belangrijk in Arequipa, net zoals groenten (uien) en vee.
In de provincie Arequipa wordt ook op grote schaal koper, zilver en goud ontgonnen. Veel van die mijnen zijn door de overheid in concessie gegeven aan buitenlandse bedrijven (Chinezen!!). De lokale bevolking is hierover zeer gefrustreerd, en dat hebben we kunnen bemerken bij een grote, kleurrijke en vooral luidruchtige betoging die vandaag doorheen Arequipa trok en rondjes maakte op de Plaza de Armas. De kreten “Vizcarra traidor vende Peru” (president Vizcarra, de verrader, verkoopt Peru) en “Agro sí, Minas no” (ja aan de landbouw, neen aan de mijnen) waren alleszeggend.
De Spaanse conquistadores hebben ter christianisering van het land vijf religieuze ordes naar Peru gebracht: de Dominikanen, de Franciscanen, de Augustijnen, de Jezuïeten en de Orde van de Genade. Dat hebben we tijdens onze stadsbezoeken totnogtoe bijna ten overvloede kunnen bemerken. Je stapt van kerk, naar klooster, naar kathedraal en je raakt nooit rond.
Dat is hier in Arequipa niet anders. We stappen via de 16de eeuwse Santo Domingokerk verder richting hartje-stad. We nemen een kijkje in de mooie patio van het Mario Vargas Llosa-huis dat in zijn bibliotheek o.a. 30.000 boeken heeft die door deze beroemde schrijver en Nobelprijswinnaar werden gedoneerd. We stappen voorbij het bisschoppelijk paleis, dat in zalmkleurige siller is opgetrokken; zalmkleurig vanwege de aanwezigheid van ijzer in dit gesteente. Dit gebouw mag naast de Peruaanse vlag ook de Pauselijke vlag dragen.
Ook bij het 18de eeuwse Casa Tristan del Pozo, genoemd naar zijn eerste eigenaar,dringen we even door tot de patio. Wellicht is dit een van de mooiste voorbeelden van rijke koloniale bouwtrant in Arequipa.
Honderd meter verder bereiken we de Plaza de Armas, waar het een drukte van jewelste is. We zien opnieuw oproerpolitie verspreid over de hele Plaza. Niet veel later horen we aanzwellend rumoer, geschreeuw en getoeter. De betoging, waarvan hoger sprake, stroomt langgerekt de Plaza op. We zien de grimmigheid op de gezichten van groen- en rood bevlagde Peruanen.
In rustiger tijden moet deze Plaza een beetje een oase zijn. Het vierkante plein wordt centraal gedomineerd door een groen open park, waar je tussen de palmbomen kunt kuieren. Aan één zijde staat de kathedraal van Arequipa, aan de overzijde het Stadhuis, beide prachtige gebouwen. Achter de kathedraal zien we de besneeuwde kraters van de Chachani vulkaan. Naar aanleiding van de komende Nationale Feestdag is het hele plein op schitterende wijze rood/wit bevlagd. Omar vertelt ons dat elke Plaza de Armas drie elementen bevat, die de drie machten vertegenwoordigen: de kathedraal (geestelijke macht), het stadhuis (de overheid) en het middenplein (het volk).
In de zuidoostelijke hoek van de Plaza stoppen we even bij de Jezuïetenkerk La Compañia, afgewerkt in 1698.
De voorgeven van deze kerk is een van Peru’s mooiste voorbeelden van de overdadige Latijns-Amerikaanse barok, gecombineerd met mestizo-invloeden. Het dak bevat 470 verschillende stukjes hout (ceder, wilg en eik). Binnen zien we een uiterst druk met bladgoud bewerkt hoofdaltaar. We dringen ook even door tot de San Ignaciokapel met zijn kleurige wanden en koepel met muurschilderingen van tropische planten en dieren, afgewisseld met engelen en krijgers.
We lunchen in een van de typische picanterías, Capricicio. En jawel we zijn weer toe aan een Pisco sour. Het kan een indruk zijn, maar dit drankje wordt bij elke nieuwe uitgave lekkerder en lekkerder….
We sluiten onze city trip af met een bezoek aan het Monasterio de Santa Catalina. Dit klooster werd op 10 september 1479 gesticht door Maria de Guzmán, een rijke weduwe die afstand deed van al haar bezittingen en non werd. We bezoeken het novicengedeelte waar de 7 rijkste families van Arequipa hun dochters konden onderbrengen tussen un 12de en 16de levensjaar. Ze betaalden daarvoor 100 zilverstukken. Deze kinderen kregen er een uiterst strenge opvoeding en konden nadien intreden of terugkeren naar het wereldse leven.
In het klooster zelf leefden 175 tot 200 nonnen met een 300-tal dienstmeiden. Iedere non had haar persoonlijke dienstmeiden. Omdat deze zusters Dominicanessen de gelofte van totale afzondering hadden afgelegd , bleven ze altijd binnen de muren waardoor er een ‘stad binnen de stad’ ontstond met smalle felgekleurde straten die de namen van Spaanse steden zoals Granada, Toledo, Malaga enz.. droegen. Het ‘stadsgedeelte’ buiten het centrale klooster bestreek 15000 m2.
Bij de Hervormingen doorgevoerd door Pius IX in 1871 werden de dienstmeiden verboden en werden de nonnen verplicht in gemeenschap samen te leven.
Omstreeks 16u is het officiële stadsbezoek afgelopen. We zijn allen vrij om hetzij nog verder doorheen de stad te kuieren en eventueel te shoppen of rustig te bekomen in ons schitterende hotel. Carmel en Manolito verkiezen dat laatste. We blazen rustig uit, en dat doet deugd.
We gaan om 19u30 dineren in het restaurant Zigzag tegenover de Santo Domingokerk. In dit meer dan gezellige restaurant, geheel in Spaanse stijl, zien we een monumentale ijzeren draaitrap die door Gustaaf Eiffel is ontworpen. Op onze tochten doorheen de wereld hebben we die Eiffel toch al een flink aantal keren tegengekomen!
Omstreeks 22u zijn we terug in ons Costa del Sol hotel voor een hopelijk verkwikkende nachtrust.
Geschreven door Hubertengratienne.op.avontuur