Heerlijke tocht op het Titicacameer - Het hoogst gelegen meer ter wereld

Peru, taquile

Om 6u15 trekt Carmel een oog open. Manolito een ander. Het zal genoeg zijn zeker? Dan maar verticaal en de gordijnen open. De ochtendstond strooit goud over de huizen aan de overkant van de baai. Het ziet er weer goed uit voor vandaag. We hebben net niet de klok rond geslapen, zij het met de nodige ‘hoogte’pauzes. Carmel blijft druk op het hoofd en enige misselijkheid voelen. Trillende benen ook. Een beetje een grieperig gevoel zelfs.
Wanneer we om 7u gaan ontbijten, met een prachtig zicht over de Punobaai van het Titicacameer, vernemen we dat er deze nacht van alles is gebeurd bij onze groepsleden. Het monster “hoogte” heeft zowat bij iedereen toegeslagen. Eén echtpaar heeft er zelfs de dokter bij gehaald.

Er zit niets anders op dan het rustig over ons te laten komen en … ons lichaam de tijd te geven om te wennen. De dag die voor ons ligt zal ons hier wellicht een aardig handje bij toesteken.

Om 9u15 stappen we aan boord van “onze” boot voor één dag, de Manco Capac. We zien tegen de aanlegsteigers cavia’s schichtig rondkijken. Tussen het riet fladdert het veelkleurige siete-colores (zevenkleuren) vogeltje.
Anders dan Anders heeft voor een comfortabele boot gezorgd met een ruim benedendek voorzien van gemakkelijke zetels, een achterdek en een topdek. Xavier zal voor ons vandaag de ondersteunende gids zijn. Om 9u30 zijn de touwen losgegooid en zien we Puno achter ons kleiner worden. We varen doorheen het kanaal dat vrijgemaakt is in het tororariet richting de toegang naar de 170 km lange tong van het Titicacameer. We bevinden ons dus feitelijk in de (zeer grote) baai van Puno.

Het Titicacameer heeft naast die 170 km lengte ook nog eens 65 km breedte en een oppervlakte van 8340 km2. Op zijn diepste punt is dit meer 270m diep. Het ligt voor twee derden op Peruaans grondgebied en één derde op Boliviaans grondgebied. Titicaca, volgens de legende, betekent ‘rots van puma’. Het meer is 65 miljoen jaar geleden ontstaan door subductie van de tectonische platen van Zuid-Amerika en de Stille Oceaan. Door opstuwing is toen het Andesgebergte ontstaan en is o.a. dit Titicacameer van de zee afgesloten. Het aan de basis zoute water van dit meer wordt bevloeid door berg- en regenwater. Ook heeft het via het kleine riviertje Desaguadero een uitgang richting Bolivië.
Sedert 1970 is dit meer Unesco Werelderfgoed. Het meer telt voornamelijk vier soorten vis: de forel, de pejerrey (witvis), de katvis en het klein visje Ispe (carachi).
We varen met 35 km/uur op het hoogste bevaarbare meer ter wereld tot net buiten de baai van Puno om het eiland Taquile te bereiken. Het weer zit goed. Boven ons hoofd zien we grote troepen schapenkopjes die zich hardnekkig verdedigen, maar de zon is sterker. Boven de ‘tong’ zien we al het stralende blauw. Op het bovendek streelt de zon ons al, maar de wind waar onze boot voor zorgt geeft meer dan een dikke jas fraîcheur. Het weidse kalme water met ver in de achtergrond het bruinrode gebergte brengt rust. Het geeft ons de tijd om even goed te beseffen waar we ons bevinden en te genieten. Varen op dit gigantische meer op deze hoogte is gewoonweg ‘unreal’. Ergens hadden we gelezen dat Titicaca supertoeristisch is, maar daar is op dit meer helemaal niets van te merken. Er is plaats voor velen…

Om 11 uur naderen we een van de steigers van het heuvelachtige Taquile eiland. Het totnogtoe inktzwarte water krijgt hier zowaar een turkooisgroene kleur. Terwijl we aanleggen zien we een troep schapen langs de wandelweg afdalen tot het water. Taquile leeft van de wol en daarmee vervaardigde breigoederen. De inwoners van dit eiland zijn zeer traditioneel en leven hun eigen leventje met hun eigen gebruiken en regeltjes. Het is zo een beetje een eiland waar de tijd bleef stille staan. Hier rijden geen wagens. Alles wat binnengebracht wordt moet op de rug van stoere mannen naar boven gezeuld worden, vaak in grote manden op de rug. De inwoners van Taquile hebben hun eigen typische klederdracht en leven en werken, in vrij ‘basic’ omstandigheden volgens een gemeenschappelijk collectivisme, waarbij iedereen iedereen helpt. Ze leven niet volgens een klassieke kalender, met afspraken, plannen en vooruitzichten, maar eerder volgens de circulaire cyclus. Hoewel de Taquileños officieel een burgemeester moeten hebben, beheert hun eigen ‘raad der wijzen’ het eiland.

In het verlengstuk van de aanlegsteiger vinden we een oplopend degelijk aangelegd pad dat ons langzaam maar zeker (de hoogteziekte nietwaar!!) richting dorpsplein brengt. Onderweg zijn we onder de indruk van de steeds weer nieuwe zichten op de terrashellingen van het eiland en het omringende meer. Aan de overkant van het meer zien we de eeuwig besneeuwde toppen van de 6000+-toppen van de cordillera in Bolivië. We komen heel veel kleurrijk volk tegen. Iedereen is feestelijk uitgedost voor de Nationale Feestdag die vandaag gevierd wordt. Het hartje van dit eiland ligt op de top. Naarmate we het naderen zien we meer en meer kleine stalletjes waar veel alpaca breiwaren aangeboden worden.

Het wordt hier gezellig druk. Onze ogen worden vergast op de meest felle kleuren. Alles en iedereen straalt feest uit. Voor we het goed beseffen staan we op het vierkante dorpsplein. Eén zijde is een open raam naar het meer. Op de hoek zien we de kort geblokte vierkante kerktoren. Meer dan één klok hebben ze hier niet nodig om het hele dorp te bereiken. Het kleine aanleunende kerkje is ook feestelijk aangekleed. Het halfduister binnenin moet wellicht voor een mystiek zorgen die de goden wil behagen.
Koopwaar, meestal breigoed, is uitgestald in overladen kraampjes die de volgende twee zijden van het plein vullen. De vierde zijde wordt geheel en al ingenomen door het stadhuis. Vandaag stelen de burgemeester, met zijn nadrukkelijke rood-witte ceremonielint, en de leden van de Raad der Wijzen, met hun scepter, de show op de bovenste rij. Een trapje lager zit een lange rij rood en zwart uitgedoste dames. Na de plichtplegingen vertrekt dit hele gezelschap in één lange rij met de burgemeester op kop naar het kleine kerkje. We bekijken dit hele tafereel met heel veel respect.

We stappen voorbij de kerktoren en dalen tussen vrij primitieve woningen af tot op een van de terrashellingen waar we lunchen met zicht op het Titicacameer onder een aangenaam zonnetje en in de allerbeste stemming. Miranda leert ons nog iets bij over de kleurencodes van de hoofddeksels op dit eiland. Diego en Manolito testen enkele mutsen uit. En neen, Taquileños zullen ze nooit worden….

Rond 14u verlaten we dit toch heel speciale eiland zeer voldaan en zetten koers terug richting Puno. Anderhalf uur later bereiken we weer de totorarietvelden, waar we een van de 90 Uros drijvende eilanden bezoeken, aangelegd met en op totorariet. We worden begroet door een volk dat weer volledig andere gelaatstrekken heeft. De Uros, oorspronkelijk afkomstig uit Siberië hebben zich niet willen neerleggen bij de overheersing van de Incas en hebben zich op deze zelfgemaakte eilanden teruggetrokken. Ze zijn vandaag nog met een 2000-tal.

Voor de Uros komt al het leven van de totora: de basis van hun eiland, meubels, matten, manden, decoraties. Totorariet zorgt ook voor voedsel voor vissen en vogels. De basis voor deze eilanden zijn de samengeperste rietwortels (ongeveer 1 meter dik) waarop ongeveer drie meter riet in lagen wordt gelegd. Daarop worden dan de totorahutten gebouwd. Het geheel wordt met bamboestokken verankerd. De Uros leven hier in werkelijk uiterst primitieve omstandigheden en leven van de visvangst en de eenden en varkens die ze zelf kweken.

Op een van de kleine Uroboten, uiteraard vervaardigd uit totorariet, maken we met ons hele gezelschap een tochtje rond het eiland. Het wordt een vrolijke bedoening met een ietwat uitgelaten groep die af en toe een lachsalvo over het meer laat klinken. Iedereen is duidelijk bekomen van de vermoeidheid en ongemakken die de hoogteproblematiek de vorige dagen doorheen de groep stuurde. Een rustige, interessante, volledig relaxe tocht in de zuivere Andeslucht en door de zon overgoten is het perfecte medicijn tegen welke ongemakken dan ook gebleken. De groep is weer ietsje meer ‘familie’ geworden.

We verlaten de Uros en stappen om 17u terug het hotel binnen. Een verkwikkende dag schept blije gezichten. Het avondmaal zal in opperbeste stemming verlopen.

Morgen vliegen we naar nieuwe avontoren in Cusco. Jawel, we zijn er allemaal klaar voor.


Geschreven door

Geen reacties bij dit reisverslag

 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.