Door de Heilige Vallei van de Incas naar de Inca-site Chinchero (Ollantantambo) en via de salineras door naar Urubamba

Peru, Chinchero

5u30: we zijn nog maar eens vroeg uit de veren. Het is weer pakken geblazen want we verlaten dit supermooie hotel voor een dagje Heilige Vallei van de Inka’s, met overnachting in Urubamba.

Om 7u45 verlaten we Cusco in weeral schitterend weer. We moeten 35 km in noordwestelijke richting tot Chinchero. We zien voor ons de oostelijke kant van de Andes. Nog veel scherper tekenen de besneeuwde toppen (o.a. de Alcantai) zich af tegen de staalblauwe lucht. Rechts van ons zien we de toeristische trein rijden die richting Machu Picchu gaat. Morgen nemen ook wij deze trein

De Heilige Vallei heeft betrekking op het kleine gebied rondom de Rio Urubamba dat zich uitstrekt van Pisac tot Ollantaytambo. Het werd door de Conquistadores zo genoemd omdat ze in deze vallei zoveel Inka-ceremoniële en rituele plaatsen en tambos hebben gevonden. De tambos waren rustplaatsen voor de lopers (chasqui) die boodschappen moesten overbrengen naar andere dorpen. Ze overbrugden de soms grote afstanden door estafettes van 20 à 25 km te lopen. Sedert 1968 is de Heilige Vallei Unesco werelderfgoed.

Pas in 1536 hebben de Spanjaarden dit gebied bezocht. De inkas hebben in de aanloop veel in de vallei verwoest om de Spanjaarden te demotiveren. De Spanjaarden vonden deze vallei zeer moeilijk te beheersen. Daarom pasten ze ook hier de ‘reduccion’ toe. Ze kapten de vallei in diverse stukken, die elk een eigen parochie vormden, met eigen klederdracht en zonder enig contact met elkaar. De auteur hiervan, in 1570, was de onderkoning Toledo.

Omstreeks 8u30 bereiken we het dorp Chinchero. We bevinden ons op 3712m Een paar minuten later stappen we uit bij de inka-site. Een smalle met keien geplaveide straat leidt ons hogerop tot bij de site. Overal staan standjes met toeristisch materiaal. Iedereen doet hard zijn best om zijn/haar waar te verkopen. De inleiding tot de site is een vrij ruim marktplein met daarop de door de Spanjaarden gebouwde San Francisco kerk (later overgenomen door de Jezuïeten) met zijn losse toren. Midden op het plein staat een groot kruis waarin echter ook de zon is gegraveerd. Een goed voorbeeld van het synchretisme dat de Spaanse missionarissen toepasten om de lokale bevolking geleidelijk ervan te overtuigen God te aanbidden. We hebben er een prachtig zicht op het omgevende gebergte. We dalen een niveau af via Inkatrappen tot een nog grotere ruimte, die zicht biedt op mooie geïrrigeerde terrassen, de zonnetempel en de (grotendeels verwoeste) inkapaleizen.

Deze site is door Tupac Yupanque (1441-1493), de zoon van Pacha Cutec, uitgebouwd. Tupac Yupanque was gehuwd met een prinses van Cusco, maar ook nog eens met een prinses van Quito. Bij deze laatste prinses had hij een zoon, Waina Capac, die in Chinchero Tupac Yupanque heeft opgevolgd, nadat deze laatste door vergiftiging om het leven kwam.

Midden op het grote plein zien we enkele lokalen die aardappelen ‘voorbereiden’ voor latere consumptie. Na die preparatie kunnen deze aardappelen (chuños) 8 tot 10 jaar bewaard worden.

Omstreeks 10u verlaten we deze interessante plek. We rijden ongeveer 45 minuten naar het koloniale stadje Maras. We komen steeds dichter bij het besneeuwde gebergte (sneeuwgrens op 5000m). We zien dit gebergte op nogal wat plaatsen doorspekt met roodbruine (ijzermineralen) plekken. Het tovert mooie contrasten op de bergflanken. Dit Andeskader is supermooi. Om 10u30 bereiken we de ingang tot de Salineras (zoutvlakten) van Maras. We dalen met de bus langs een relatief smalle weg af naar de zoutbassins. De methodiek van deze bassins is door de Jezuïeten aangeleerd. De Inka’s gebruikten weliswaar ook al veel zout om hun voedsel te pekelen maar wonnen het op een primitieve manier.

Vanaf hier gaan we te voet verder. We zien de zoutbron die het zoutwater (70 tot 80 gr/l zout) levert. We krijgen een zeer mooi zicht op de ontelbare zoutbassins (3 tot 7 m2 en ongeveer 15 cm diep). Zoutterrassen zou je het eigenlijk kunnen noemen. Er wordt zout geoogst wanneer het zout in en bassin 330 gr/l behaalt. Een bassin ‘produceert’ 150 tot 300 kg zout per maand. 2000 ton zout wordt jaarlijks geëxporteerd naar de USA, Japan en de Filippijnen. Het geproduceerde zout wordt ingedeeld in grof, medicinaal, gewoon, fijn en fleur de sel.Allemaal zogenaamd biozout. Deze zoutexploitatie wordt beheerd door 320 families in een soort coöperatieve vereniging.

Als alle camera’s weer zijn volgeklikt starten wij een wandeling van 1u10 minuten, die ons langzaam maar zeker laat afdalen tot het gebied Urubamba. Heel lang zien we de zoutbassins telkens weer vanuit een ander standpunt. We zien beneden ons het Maras riviertje zachtjes stromen. Uiteindelijk vloeit dit stroompje in de Vilcanota rivier en vervolgens in de Urubamba rivier. Eens in het dal steken we de rivier over en treffen we, als was het uit het niets, het restaurant Tulupa dat werkelijk baadt in een heerlijke bloemenpracht. We genieten er van een zeer omstandig buffet en van het prachtige natuurkader waarin we terechtgekomen zijn. We worden zeer pakkend ontroerd door een artiest die in de tuin magistraal panfluit speelt. Wow, zoooooo mooi!

Om 13u45 klimt onze bus weer uit de zoutvallei en zetten we koers naar Ollantaytambo, naar verluid de interessantste stad van de Heilige Vallei. Dit is de plaats waar de Inkas langst hebben weerstand geboden tegen de conquistadores. Om 14u15 zijn we ter plaatse. We zijn gedaald tot 2800m. We rijden door het dorp met zijn smalle met keien geplaveide straten. Op de centrale plaats heerst heel veel toeristische drukte. Het dorp heeft massal veel toeristische attractiviteit gewonnen sedert de trein richting Machu Picchu hier stopt.
Ollanta was een militair die met de dochter van Pachacutec is gehuwd. “Tambo” betekent rustplaats. Samen de naam Ollantaytambo. Dit dorp bevindt zich op een kruispunt van drie valleien. Eens boven zullen we dat zeer goed kunnen zien.
Op de rotswand tegenover de site zien we colca’s, graanopslagplaatsen tegen de wand aan gekleefd op grote hoogte. Centraal tussen twee colca’s zien we het hoofd van de god Tulupa in de rots gehouwen. Met veel goede wil zien we de lama in het totaal van deze site. Pisac, dat we morgen bezoeken, zou de vorm van een condor hebben.

De inka’s bouwden hun grote structuren altijd op een hoogte om zich beter te kunnen verdedigen, om geen last te hebben van overstromingen of om dichter bij de zon te zijn.
Pachacutec heeft ook deze site in 1438 uitgebouwd en er een militair centrum van gemaakt.

De conquistadores zijn bij hun veroveringstochten in 1533 in Cusco terechtgekomen. Drie jaar later in Chinchero en nog eens een jaar later hier in Ollantaytambo. Delen van deze stad en site zijn onveranderd gebleven sedert de inkatijd. In feite is dit nog een levende inkastad. Dit is overigens een historische site. De laatste grote incastrijder Manco Inca had zich immers met meer dan 1000 krijgers hier teruggetrokken in verzet tegen de conquistadores.
Hij is feitelijk nooit door hen overwonnen. Daardoor zijn er hier nu nog nazaten van de inka’s.

Wanneer we de site betreden worden we meteen totaal overdonderd door de enorme reeks hoge terrassen die tot de hemel lijken te reiken. Klopt ietwat met de filosofie van de Inka’s, die altijd de zonnetempel en de intiwatani helemaal boven bouwden, met de religieuze gebouwen en de gebouwen voor de militairen errond. Dat is hier ook het geval. De terrassen zijn in de bergwand gebouwd. Met wat verbeelding zie je een soort vierkant amfitheater. Links op de rotsen zien we restanten van pre-incagebouwen, gebouwd door de Quilque rond de 11de-12de eeuw. We klimmen een enorm aantal hoge trappen op, langs de terrassen, tot aan de zonnetempel. En… veel toeristen… we klimmen in file.. Het zicht op deze site vanuit de hoogte is en blijft indrukwekkend. We verbruiken veel calorieën bij deze flinke klim op deze hoogte. Voor deze zonnetempel is voornamelijk granietrots gebruikt, het hardste gesteente dus. We zien gigantische blokken van 60 tot 90 ton!! In dit complex is verder ook basalt- en rioliettrots gebruikt.
Van de zonnetempelsite dalen we weer af, gedeeltelijk langs de rotswand, tot de Inka badgebouwen op grondniveau.

Om 16u sluiten we dit bezoek af en rijden we naar Urubamba, waar we de Urubamba rivier oversteken en zo bij alweer een schitterend hotel terecht komen: Aranwa Sacred Valley. Het is een omgebouwde hacienda met diverse patio’s, heel veel groen. Alles heel mooi ingekleed. Onderweg heeft Miranda ons drie lokale en voor ons totaal onbekende vruchten laten proeven: de lukuma, de cherimoia en de pitahaya.


Geschreven door

Geen reacties bij dit reisverslag

 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.