De langste dag.... Gallipoli - Otranto - Lecce met een wijndegustatie tussendoor

Italië, Gallipoli

We gaan voor een tweede rustige grijze droge dag met vochtigheid in de lucht maar niet op de ruiten. ‘Non c’è problema”, zeggen ze hier! De heilige zinsnede, die, net zoals “il n’y a pas de souci” in Frankrijk alles, maar dan ook alles oplost!

Om 8u zitten we op de bus, klaar voor onze koninginnenrit – ‘van 8 tot 8’ zegt onze Johan. We kijken er naar uit want... die ‘8’ is nu eenmaal een heilig getal, hebben we ondertussen vernomen.

Om ons helemaal in de sfeer te brengen laat Johan ons genieten van enkele sixties songs: ‘Roberta’ (Peppino di Capri) en ‘That’s amore (Dean Martin, die Italiaan van oorsprong was, geboren in Pescara). Onze kelen zijn opgewarmd.

Langzaam maar zeker komen we in de wijnstreek van de Salento terecht en dat valt niet te ontkennen: wijnranken en ‘cantine’ (wijnhuizen) all over the place. Geen hellingen hier, maar de wijnstokken krijgen sowieso meer dan voldoende zonneïntensiteit om de fotosynthese uitbundig zijn werk te laten doen.

We rijden naar de Salentostreek helemaal in het zuiden, waar we eerst en vooral Gallipoli zullen bezoeken. Net zoals Monopoli is Gallipoli een Griekse naam (kalè polis of ‘de mooie stad’). De oorspronkelijke naam is verbasterd door de Italianen, maar de Griekse uitstraling van de stad is gebleven. Het lokale dialect in deze streek is ook doorspekt met Griekse woorden, klanken en zinsnedes.

We bereiken dit Gallipoli om 10u. Deze stad en zijn onmiddellijke omgeving was tussen 1560 en 1580 zeer belangrijk vanwege de productie van op een speciale manier geproduceerde olijfolie, die gebruikt werd voor het vullen van olielampen. Het feit dat deze olijfolie geen zwarte rook afgaf maakte hem zeer gewild door de hogere burgerij, die niet wilde dat hun muren besmeurd werden door afzetting van zwarte rook. Deze olie werd vanuit Gallipoli verscheept naar geheel Europa. De stad is toen ook uitgegroeid tot een rijke en machtige havenstad.

We rijden de brug over die het schiereiland (historisch deel van de stad) met het vasteland verbindt. En... het begint lichtjes te regenen... Voor het eerst zullen de paraplus heel even hun werk moeten doen.
De bus gaat opzij en we gaan de trappen op richting ‘centro storico’. Eerst wandelen we op de vestingwallen een stukje rond het centrum om dan langs de Via Briganti het oude centrum te dwarsen. Ook hier vinden we de typische charme van de smalle straatjes, hoekjes en steegjes terug. We groeten en passant Padre Pïo, die hier met zijn blinkende standbeeld staat te pronken. We kijken ook met enige verwondering naar een van de vele Ape’s, kleine driewielige cultwagentjes, die hier in de hele streek nog rondrijden. We wandelen voorbij de Basilica di Sant’Agataj, opgetrokken in de veel gebruikte pietra leccese. Een prachtige basiliek, maar helaas staat zijn voorgevel nu in de stellingen. We komen uit op de Castello, alweer zowat een kopie van de vele castello’s die we tijdens deze reis al gezien hebben. Boven op deze burcht krijg je een heel mooi zicht over het schiereiland.
We zijn op een boogscheut van de bus, die we bereiken via een kleine vismarkt aan het water.

Om 11u bollen we al richting het elegante wijnhuis Schola Sarmenti, tussen de wijngaarden gelegen in het stadje Nardò. Een half uurtje later staan we al in de bottelarij van deze wijnboer, kundig begeleid door sommelier van het huis Elise. We zien het volledige bottelproces in full swing. Daarna stappen we voorbij de thermogereguleerde inox cuves naar de kelder waar de diverse cuvées liggen te rijpen. We hebben in het speciaal oog voor de ‘18’, een wijn van primitivodruiven voortgebracht door 80 jaar oude stokken. Hij wordt 14 maanden op Franse eik opgevoed en daarna nog 10 maanden op fles voor hij op de markt komt. ‘18’ is de naam, vanwege zijn alcoholpercentage: 18%!!!!! Ik kon het niet laten hiervan een fles mee naar huis te nemen..

Cantina Schola Sarmenti (genoemd naar een snoeimethode) is vrij jong (1999) maar heeft al flink wat sporen verdiend ondertussen. Ze bezitten 100 ha wijngaarden maar kopen ook nog druiven in, voornamelijk primitivo en negroamaro.

We gaan zitten voor een leuke degustatie, gekoppeld aan een lichte lunch.

1. Bij de primo piatto komt een witte Fiano 2022 op tafel. Het blijkt een aangename minerale wijn te zijn met florale toetsen en veel fraîcheur. Die zou perfect passen bij asperges.

2. De secundo piatto (orrechiette) wordt begeleid door een Negroamaro rosé (2020) van 15 jaar oude stokken. De druiven worden vrij vroeg in september geoogst, voor de druiven volledig zwart zijn. Dat geeft ook deze wijn veel fraîcheur. We zien 13,5% alcohol op de fles staan.

3. Bij een stukje pucciabrood komt een stevige primitivo op tafel: Cubardi primitivo van 65 jaar oude stokken met een opbrengst van 1 kg per wijnstok. Weinig kwantiteit dus, maar des te meer kwaliteit. Hier spreken we al over 15% alcohol. Stevig dus, en dat is deze donkere bijna zwarte wijn zeker! Zoet in de aanzet en onmiddellijk vol en sappig in de mond. Mooie complexiteit en een secure balans met de aanwezige zuren en zijdezachte tannines. Heerlijke finale!

Nagenietend van dit mooie trio stappen we terug de bus op om 13u30 voor nog eens een oversteek van Ionische zee naar Adriatische zee. We verwachten binnen een uurtje in Otranto te zijn, een stad met een woelig verleden omdat het nu eenmaal altijd een poort naar het Oosten is geweest. Een poort die meermaals op de meest gewelddadige manier door Byzantijnen, Turken, Sarazenen en dies meer opengebeukt is. Moordend, brandend en plunderend zochten de brutale aanvallers hun weg met de meest verschrikkelijke gevolgen voor de lokale bevolking.

Strategisch is Otranto een belangrijke plaats vanwege zijn ligging, waar veel handel gedreven werd en waar pelgrims en kruisvaarders bijeenkwamen om naar het Heilig Land verscheept te worden.
In oorsprong is het een Romeinse stad, met Griekse invloeden.

Om 14u30 schiet ons gezelschap uit zijn middagdut om met de Adriatische zeelucht in de longen de kathedraal van Maria Annunciata in Otranto te bezoeken. De stad ligt ommuurd op een hoogte. Eén grote versterkte burcht zowat. Niet te verwonderen gezien de geschiedenis van deze plek.
We klimmen een flinke trap op naar de ingang tot de stad en stappen vervolgens door een alweer charmante smalle geplaveide straat met hier en daar leuke terrasjes naar de kathedraal. Op het kerkplein voor de kathedraal brengt Johan het verhaal van 1480 toen de Ottomanen met een enorme vloot en 18000 soldaten de stad aanvielen en uiteindelijk innamen. Vrouwen en kinderen werden als slaven verkocht. 800 mannen verschansten zich in de kathedraal maar werden toch overmeesterd. Toen ze weigerden zich tot de islam te bekeren werden ze allemaal letterlijk een kopje kleiner gemaakt. Hun gebeente is in deze kathedraal in grote glazen muurkasten als een enorme relikwie nu nog steeds te zien. Deze 800 mensen zijn later allen samen heiligverklaard.
Om 15u kunnen we de kathedraal bezoeken. We zien een schitterend plafond in de middenbeuk, maar vooral zien we een compleet in mozaiek uitgewerkte vloer. Een enorm werk dat door één mens, Fra Pantaleone, werd uitgevoerd. Een levenswerk!! Er bestaan fijner uitgewerkte mozaieken, maar dit is toch wel zeer indrukwekkend!
Het bekijken van het ossuarium vooraan in de rechter zijbeuk is noch min noch meer een luguber moment. “Homo homini lupus”, denk ik dan telkens weer...

We dalen nog even de trappen af naar de mooie crypte met zijn vele zuilen verspreid over de volledige ruimte en de overblijfselen van zijn fresco’s hoog op de wanden.

Hoe kan een gebouw zoveel geschiedenis symboliseren, denken we even wanneer we deze mooie kathedraal achter ons laten en terug naar de bus stappen. We zien op een muur de tekst:”Otranto is een anagram voor Tornato”. Dat blijkt te kloppen voor Paul, Tilly, Gratienne en mij want wij waren hier in dezelfde periode vorig jaar en zijn inderdaad teruggekeerd (tornato).

Om 15u40 verlaten we dit Otranto voor wat men in Girotermen de ‘grande finale’ zou noemen: de beklimming van een col buiten categorie. We hebben het over Lecce, het ‘Florence van het Zuiden’, het ‘Athene van Puglia’, de ‘hoofdstad van de barok’.

Lecce is buitengewoon goed bewaard omdat de stad nooit voorwerp van aanvallen of onderwerping geweest is. En als we ergens de Pietra Leccese zullen zien dan zal dat hier wel zijn. We komen er aan om 16u45 en stappen via de Porta Napoli de stad binnen. We zien al onmiddellijk een aantal barokke elementen aan de statige huizen en palazzi. We moeten niet ver stappen om in de Via Umberto I
in een stevig barokbad te duiken. Zij aan zij vinden we het vroegere Celestijnse klooster (nu een palazzo waar het provinciebestuur huist) en de Santa Croce basiliek. Vooral bij Santa Croce val je achterover van de hevig overladen barokke elementen. Johan vertelt honderduit over grotere en kleinere details, waarbij het meteen duidelijk wordt dat je hier een dag moet blijven staan, minstens, om het hele verhaal over dit ultieme barokgebouw te vatten. Dit gebouw, dat door verschillende architecten is opgetrokken wordt rijker in stijl naarmate je hoger kijkt. Na het verslaan van de Ottomanen in Lepanto en de besluiten van het Concilie van Trente, waarbij de protestanten voor de keuze werden gesteld terug in de schoot van de Roomse kerk te komen of definitief te vertrekken, is het duidelijk dat Rome met dit gebouw een statement wilde maken. Barok op zijn rijkst met overgangselementen naar de rococo. “We zijn van niemand bang en zitten boordevol optimisme en vertouwen in de toekomst”, dat schreeuwt de Rooms-katholieke kerk hier uit.

We stappen door naar de Piazza San Oronzo (patroonheilige van de stad) en gaan er voor een terrasmomentje. Ondertussen gaat Johan bij de beste bakker van Lecce voor elk van ons een pasticciotto gebakje halen. Tractatie andermaal van ons reisagentschap. Hoe knap is dat!?!

De Romeinen kenden de stad Lecce als Lupiea, een boeiend centrum en belangrijk genoeg om er een amfitheater te bouwen. De resten hiervan zijn hier aan de Piazza San Oronzo te vinden. Echter, zien we niets meer dan een hoge houten wand, opgetrokken rond deze site met grote borden ‘werf’ erop. Het zal voor een andere keer zijn. Paul, Tilly, Gratienne en ik hebben de site vorig jaar wel kunnen zien en er toen enkele foto’s van genomen.

Na onze terraspauze stappen we verder naar de ruime Piazza Duomo voor, jawel een bezoek aan de Duomo. Eerst valt ons de bijna 70m hoge klokkentoren op, die tussen 1661 en 1682 werd gebouwd door Giuseppe Zimbalo, een van de in beroemdste bouwmeesters uit deze stad.
We stappen de monumentale Duome Maria Assunta binnen en zien er in vele kleine en grote details talloze stevige barokelementen terugkomen. Ook hier, in het devote kader van deze kerk, is zeer kwistig gestrooid met krullende ornamenten tot het overdadige toe.

We dalen nog even tot in de crypte, andermaal volgestouwd met zuilen die de absis van de kerk ondersteunen. We zien de opgegraven resten van een kerkelijke hoogheid liggen, nog in zijn siergewaad gewikkeld, zoals ze hier werden opgegraven. Een beetje creepy en heel speciaal!!

Kerken, kathedralen, basilieken.... we blijven ze tegenkomen en bezoeken. Elk gebouw heeft zijn eigenheid, en straalt zijn eigen geschiedenis uit. Elk gebouw geeft Johan ook de mogelijkheid om de rijke geschiedenis van dit gebied uit de doeken te doen. Wij zoeken naar de spons in ons geheugen om het allemaal op te zuigen en vast te houden. Maar de leeftijd....

We laten de Duomo achter ons en stappen doorheen deze zeer cleane, aangename stad, helemaal ondergedompeld in de pietra leccese terug naar de Porto Napoli, waar onze Donato ons met zijn bus opwacht.

Het is 18u15. We hebben de laatste horde van de dag genomen. We rijden ferm verzadigd terug naar ‘onze droom’ in Talsano, onze pleisterplaats voor nog twee nachten. Iets na de klok van achten zijn we terug van weggeweest en kunnen we onze benen onder tafel schuiven voor alweer een flink uit de kluiten gewassen avondmaal. Er wordt hier en daar voor bepaalde schotels al gepast... Onze magen hebben toch ook wat rust nodig...

Om 23u zijn we terug op de kamer. We zien meer dan 17.000 stappen op onze Garmin... We hebben niet stilgezeten... Alweer niet! Het is echter heerlijk te zien dat onze groep er met enthousiasme blijft tegenaan gaan. We zien niet veel tekenen van verzwakking. En dat ... hadden we misschien niet verwacht, maar wel verhoopt. So... everybody happy!! We zullen doorgaan!!!


Geschreven door

Al 2 reacties bij dit reisverslag

Terwijl jullie “ cultuur” opsnuiven..... om nog van andere gastronomische geneugten te zwijgen, jubelen wij hier ten lande én amuseren ons met “ Dancing in the Rain “..... En wat zijn wij gelukkig 🤨 Het grondwater blijft maar stijgen én met veel plezier steken wij hier nogmaals de houtkachel aan.....💦☂️🌧☔️🥶 maar genieten wel volop van je schrijfsel.... TOP 👌

Luc en Danielle 2023-05-10 13:54:23

Cultuur en culinair …

Jacky 2023-05-10 17:13:45
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.