De dag start om 6u. Geen wekker nodig. We hebben het gevoel dat we ons langzaam maar zeker aan de hoogte aanpassen. De kwaaltjes vervagen maar toch voelen we dat ons lichaam nog altijd volop strijd voert.
Vrij stipt om 8u neemt Miranda met lokale gids Xavier ons op sleeptouw richting de site van Sillustani, op zo’n 35 km hiervandaan. Sillustani Is een van de weinige begraafplaatsen uit de pre-inca en incatijd met graftombes in torenvorm. Deze site ligt aan de lagune van Umayo. Betekenis van deze naam: “het zoute water” of “het hoofd van de puma”. Geografisch gezien maakt deze lagune inderdaad nog onderdeel uit van de ‘Puma’-shape van het Titicacameer. Sillustani werd opgericht door de Collas en is later overgenomen door de Incas. De wijze Incas namen alle goede dingen over van de volkeren die ze veroverden.
De site neemt een volledige heuvel in en wordt aan de voet 270° omringd door het Umayomeer. Dit is een mausoleum voor de begoede stand van eerst de Cayo en daarna de Incas. De gemummificeerde lichamen van de afgestorvenen werden in foetushouding door een verrassend kleine toegang in de graftombe (chullpa) in torenvorm gebracht. De torens moesten de doden zo dicht mogelijk bij de zon (Inti) en de goden brengen.
Het is een stevige klim naar de top, niet vanwege een te steile helling, maar vanwege alweer de hoogte. Boven op de top bevinden we ons op 4000m. Praten tijdens de klim is écht lastig.
Twee stenenrijen in boogvorm naar het Oosten gericht (Intiwatana) vormen de toegang tot de begraafplaats. ‘Intiwatana’ betekent “we houden de zon vast”. Enkele torens hebben de tand des tijds verrassend goed doorstaan, hoewel ze toch enige restauratie hebben ondergaan. Eens te meer kijk je met veel respect naar deze bouwsels opgetrokken uit keurig in blokvorm gesneden reuzestenen uit basalt, poreuzere andesit en samengeperste sedimentsteen, zonder enige vorm van cement ineen geplaatst.
Het zicht vanuit dit mausoleum op de omgeving is grandioos en dat niet in het minst omdat we andermaal wondermooi weer hebben. Nauwelijks een wolkje te bespeuren en zo glashelder dat we ook van hieruit de besneeuwde kopkes van de Boliviaanse 6000-ers zien. Eenmaal aan de voet van deze magische (terras)heuvel zien we bijna ten overvloede hoe fotogeniek deze site is. De torens worden op schitterende wijze gespiegeld in het blauwe meer, waarin witte reigers naarstig pikwerk doen om hun dagelijkse kost te verzorgen.
We vertrekken zeer voldaan richting luchthaven Manco Capac van Juliaca. Net buiten de Sillustani site zien we langs beide zijden van de weg kleine vierkante laag ommuurde wooneenheden die elk bestaan uit een aantal kleine huisjes met strodaken. Er is een apart huisje voor eten, slapen, wonen en werken enz. Zeer speciaal! Bovn de toegang tot het vierkant staan twee stiertjes afgebeeld. Ze zijn het symbool voor vruchtbaarheid, bescherming en voorspoed.
Kort voor de middag bereiken we de luchthaven en anderhalf uur later verdwijnt Juliaca onder ons. Drie kwartier later landen we op de Teniente Alejandro Velasco Astete-luchthaven in Cusco. We voelen een aangename 21°C. Cusco baadt in de zon. Met twee busjes dalen we af richting het centrum dat verrassend dicht bij de luchthaven blijkt te liggen. Cusco blijkt in een soort pan te liggen omringd door het ruwe geweld van de Andes. We voelen meteen een ziel in deze stad. Dit is iets speciaals. De typische vierkante blokhuizen wisselen af met koloniale gebouwen. We stappen af in de buurt van de Plaza de Armas en zien een toeristische drukte van jewelste. Hier en daar kun je over de koppen lopen. ’t Allen kante zie je souvenirwinkeltjes en Cusqueños die hun kleurrijke koopwaren op de grond uitstallen. Iedereen probeert een graantje van de toeristen mee te pikken.
Cusco is tussen 1100 en 1200 gesticht door de legendarische eerste Inca Manco Capac en is de langst bewoonde stad van Zuid-Amerika. Het was eeuwenlang de hoofdstad van het Incarijk tot conquistador Pizarro in 1533 in Cusco arriveerde. Na hun overwinning op de Incas braken de conquistadores de incastad grotendeels af en gebruikten ze de stenen om nieuwe koloniale gebouwen op te trekken op de restanten van de incagebouwen. De sporen hiervan zullen we straks terugvinden.
Eerst en vooral gaan we lunchen in het stemmige restaurant Calle del Medio met zicht op de Plaza de Armas. We zien vele honderden toeristen flaneren over de Plaza en uit alle hoeken foto’s nemen van het monumentale centrale standbeeld van Pacha Cutec (hij die de wereld verandert), de 9de Inca, die in 1438 de stad uitbreidde naar zijn huidige pumavorm. (De puma, de condor en de slang waren heilige dieren bij de pre-incas en Incas). De veelkleurige incavlag wappert dominant boven alles heen.
We zien de indrukwekkende koloniale kathedraal aan de noordzijde en de kerk La Compañia aan de zuidoostkant. In de zuilengalerijen rond het plein zien we heel veel bedrijvigheid. We zien de huizen, met hun typische balkons uit houtsnijwerk gemaakt ,pronken in de koloniale stijl van de bergen.
Na de lunch begeleidt Miranda samen met lokale gids Milagros (Mili voor de vrienden) ons over de Plaza de Armas via de authentieke smalle Incastraat Intikijtsllu naar de Dominikaanse Kerk. We zien bij enkele grote gebouwen de inca-basislijn, soms tot 3m hoog, waarop het bouwsel verder werd opgetrokken. De Dominikaanse kerk is gedeeltelijk gebouwd op en naast de Qoricancha Inca-site. Vanaf de Avenida del Sol zien we de 6m hoge afgeronde incamuur die na de aardbeving van 1650 niet langer de basis vormt van de kerk.
Via de zijentree van de kerk bereiken we het authentieke Qoricancha complex. We wandelen langs en door meerdere onaangeroerde incaruimtes zoals de Tempels van de bliksem, de donder en de regenboog. We zien een omvangrijke centrale patio met omringende zuilenrij, die door een weelde aan muurschilderingen wordt opgefleurd. We zien een indrukwekkende reeks schilderijen van de Cusco School in de Pinacoteca.
Om 17u verlaten we deze merkwaardige getuigenis van het Incatijdperk. We hoeven slechts de straat over te steken om het statige Palacio del Inca hotel, onze slaapplaats voor de volgende twee nachten binnen te stappen. Dit is het palacio dat ooit bewoond werd door Pizarro. Het is een machtig gebouw in koloniale stijl opgetrokken, uiterst klassiek ingericht, dat historie uitademt. We moeten ons goed concentreren om in dit gigantische gebouw onze kamer te vinden en terug te vinden. We zullen het hier zonder veel moeite kunnen volhouden.
Om 18u30 trekken we samen met Diego en Paloma terug richting Plaza de Armas waar we voor één keer de Peruaanse keuken opzij laten. We gaan bij Don Marcelo voor een lekkere pasta. En of dat het smaakt!
Om 20u30 sluiten we de boeken en laten we ons wegzakken in ons superkingsize bed, een hopelijk verkwikkende slaap tegemoet.
Geschreven door Hubertengratienne.op.avontuur