“O what a beautiful morning”... We mogen het vandaag nog eens zingen! Gordijn open om 6u en... hemelsblauw boven ons en onder onder ons op zee. Een nieuwe glorieuze dag in het verschiet. Geen gedraal deze morgen. Inpakken en wegwezen is de boodschap want we verkassen van dit mooie schiereiland Gargano naar het veel zuidelijker gelegen Talsano, iets lager dan Taranto.
De rustige dynamiek van deze groep wordt aangevuld door een prettige stiptheid. Want toegegeven, ontbijten om 7u, uitchecken en bus laden om stipt om 8u (twee minuten ervoor zelfs!!) te rijden is niet evident. But... we did it!
We volgen 100 km lang een prachtige panoramische route langs de kustlijn, tot we Trani zullen bereiken. Wanneer we in Manfredonia, genaamd naar een van de bastaardzonen van Frederik II, de staatsbaan verlaten richting kustweg hebben we even de indruk in een zee van bloemen terechtgekomen te zijn. De straatboorden van deze weg lijken wel van bloemen gemaakt te zijn. Allerlei cactusvariëteiten zorgen bovendien voor een leuke afwisseling. We krijgen ook stilaan de indruk dat we die 59 miljoen olijfbomen van Puglia deze week allemaal zullen te zien krijgen. Onze ex-voorzitter Paul heeft gisteren zelfs een mooie olijfgroene trui gekocht om helemaal te blenden met het Apulische landschap.
We rijden over een smalle licht verhoogde weg doorheen het landbouwgebied van Zappona, leverancier van groenten en fruit aan de wereldmarkt. In de aanloopzone naar de zoutpannen van Margherita di Savoia zien we hier en daar kleine moerasachtige meertjes waar roze flamingo’s verkennend de koppen in het water steken. Om de romantische indrukken nog wat te versterken laat onze gids Johan de mooie song ‘Caruso’ van Lucio Dalla horen. Deze zanger heeft lange tijd in Manfredonia gewoond en is werelderoemd in Italië. Zijn naam zegt ons niet zoveel, maar zijn muziek zeker wel! Hij is in 2012 gestorven. Zijn song ‘Caruso’ is door vele zangers, o.m. Andrea Botticelli en Helmut Lotti, gecoverd.
Tussen de bedrijven door vernemen we dat de ‘tricolore’, de Italiaanse vlag, door de Italianen officieel ‘basilico-mozzarella-pomodoro’ genoemd wordt. De kleuren staan ook voor de groene heuvels, de sneeuw en gletsjers en het bloedvergieten voor het vaderland.
De Saline (zoutpannen) di Margherita di Savoia blijken vrij uitgestrekt te zijn. Heel veel watervogels vinden hier duidelijk hun gading. De flamingo’s bekijken het met welgevallen vanop hun hoge poten.
We komen om 9u40 aan in Trani. Deze historische stad met 60.000 inwoners werd in de 3de eeuw voor Christus gesticht onder de naam Tirenum. De Normandiërs gebruikten de stad als uitvalshaven voor hun tochten naar het oosten. Vanwege de strategische ligging is Trani altijd een belangrijke haven geweest, een kruispunt van handel en het wemelde er van pelgrims en kruisvaarders op weg naar het Heilige Land. Vanwege zijn belang kreeg de stad van Frederik II diverse monopolies (zijde, renteleningen, enz..).
We blijven hier een goeie twee uur en stappen eerst richting de zeeboord en het haventje dat blinkt in de toch hevig kloppende zon. Zelfs al in dit seizoen zijn we blij dat de zeebries voor strelende verkoeling zorgt. Aan onze linkerzijde stappen we het Castello Sevo voorbij, opgetrokken in wit-roze kalksteen afkomstig van het nabijgelegen Murgia (mergel)-plateau. Maar helemaal aan het diepblauwe zeewater vinden we de imposante kathedraal San Nicola Pellegrino. Deze San Nicola heeft niets te maken met die van Bari. Deze gedreven christelijke zwerver stierf in 1094 van uitputting aan de poort van de toenmalige paliochristelijke kerk. Op de grondvesten van deze kerk is in de 12de eeuw de huidige kathedraal/basiliek gebouwd. Kathedraal omdat Trani bisschoppelijk is. Basiliek omdat het gebeente van de ondertussen heiligverklaarde Nicola in de diepe crypte van dit bouwwerk als relikwie wordt bewaard.
We bewonderen dit eveneens in witte kalksteen opgetrokken gebouw met zijn 58m hoge klokkentoren, die ook een baken is voor de vissers die de haven willen binnenvaren. We zoeken de koelte van de binnenruimte op en dalen steile trappen af tot in de crypte, waar we de relikwie van San Nicola kunnen zien. De 24 marmeren zuilen waartussen we hier wandelen waren ook al het fundament van de eerste kerk die hier werd gebouwd.
In lichte extase van de vele geloofstermen die we ter verwerken kregen zoeken we de zon weer op en slenteren we verder langs de mooie wandelweg op de rede van de kleurrijke charmante vissershaven. Lokale vissers doen hun best om hun laatste vangst nog aan de man te brengen. De visgeur is hun uithangbord. Aan een gezellig terrasje kunnen we uiteindelijk niet weerstaan. Een heerlijk rustpunt aan het water.
Om 11u30 stappen we doorheen het Jodenkwartier – La Giudecca – terug naar de bus. Helemaal geen ghetto, dit kwartier, wel een open structuur van smalle kronkelende straatjes met her en der een synagoge en een Longobardische kerk. We luisteren geboeid naar de verhalen die Johan ons ondertussen brengt over het Jodendom.
Net voor de middag verlaten we Trani en zoeken we een half uurtje verder naar het binnenland toe onze lunchplaats Agriturismo San Giuseppe e Centro Ippico op. We zien aan beide zijden van de weg, zover het oog reikt, olijfbomen. Ook verschijnen de eerste grijze trulli met hun kegelvormige dak in het decor. We vinden in Corato bij Agriturismo een idyllisch landelijk complex waar op deze meizondag meerdere communiefeesten gevierd worden. 400 personen krijgen hier vandaag te eten en toch is dit een gezellige gelegenheid, waar we aan één lange tafel – hoe Italiaans kan het zijn!! – de volle laag van Pugliees voedsel voorgeschoteld krijgen. Het is een rijke, maar toch niet zware maaltijd, begeleid door een jonge primitivo wijn, naast wit en rosato. We verbroederen met een lange tafel Franse Elzassers en zingen samen, hoe kan het anders, Volare volare!! We maken ook kennis met een koppel wijnboeren uit Ingersheim en hebben meteen weer een doel om in de toekomst de Elzas op te zoeken.
Meer dan voldaan, van het eten en de sfeer, rijden we om 13u45 niet meer dan een boogscheut door naar nog een stukje Unesco werelderfgoed: Castel del Monte, gelegen 500m boven de zeespiegel. Je ziet het gigantische achthoekige bouwwerk al van ver boven het vrij vlakke landschap tronen. DRond de klok van 14u gaat de bus in Castel del Monte op de parking en een shuttlebusje brengt ons een goede kilometer verder tot bij het merkwaardige kasteel. De ware reden waarom dit enorme bouwwerk ooit tot stand kwam is niet echt duidelijk, maar Frederik II, die hiervoor de opdracht gaf, zal zeker een statement van macht en prestige voor ogen gehad hebben.
Een leuke groepsfoto leidt ons bezoek tot dit bouwwerk in. We zien dat de haast wiskundige en astronomische plattegrond effectief is gebaseerd op het cijfer acht, dat zich voortdurend herhaalt. Het getal acht is het getal van de hemel. In de oudheid werden er geheime krachten aan toegekend. De acht symboliseert bovendien de vernieuwing en hergeboorte.
We flashbacken even naar het begin van dit jaar, toen ons in Mexico te pas en ten onpas verteld werd over het heilige getal 7, dat alles beheerst... ’t Is maar hoe je het allemaal uitlegt....
Castel del Monte heeft acht zijden met acht hoeken. Op elke hoek vind je een uitstekende toren, acht in totaal dus. De acht muren zijn elk acht voet dik en tachtig voet hoog. Per verdieping telt het kasteel acht identieke trapeziumvormige kamers en er is een achthoekige binnenplaats, waar waarschijnlijk ooit een achthoekige fontein heeft gestaan. We kijken onze ogen uit terwijl we grote delen van dit complex doorlopen. We weten weer waarom Frederik II ‘stupor mundi’ werd genoemd.
Net wanneer we deze plaats willen verlaten en afdalen naar de parking zorgt een kolonne superdure glanzende Ferraris de weg op gereden. Al onze zintuigen staan op scherp bij het zicht van zoveel autoweelde. Het valt ons op dat er in de meeste gevallen een flink in het vlees zittende burger achter het stuur zit, met naast zich een mooi ‘popje’. Daar zal ongetwijfeld een uitleg voor zijn...
We zoeken om 16u onze Donato met zijn bus terug op en gaan voor een twee uur durende tocht richting Talsano, onze bestemming van vandaag. Rond 17u30 krijgen we nabij Taranto een eerste blik op de Ionische zee. De oversteek is gemaakt! Een half uurtje later rijden we de smalle hobbelige versleten toegang op naar het Mon Rêve Resort.
We zien een zeer uitgestrekt resort met op verschillende niveaus in het landschap ingewerkte kamerrijen, diverse zwembaden, grote terraspartijen speels in het complex verweven en heel veel groen. De zee ligt aan onze voeten. Wat een zicht!
Het is hier druk want diverse communiefeesten gaan naar hun einde toe. Boenkeboenke muziek waait over de daken heen onze oren binnen. Hier is ook jeugd aan de slag! We worden gerustgesteld. Dit valt om 19u30 stil... En.. zo geschiedde! Vanaf dan was de oase compleet.
We checken vlot in en worden ruime kamers toebedeeld. Even opfrissen en we zijn klaar voor een verjaardagsdrink op het boventerras. Martine is jarig en samen met manlief Jos bieden ze ons een Prosecco apero aan. En of dat we het zien zitten! We maken van de gelegenheid gebruik om ons Probus-Puglia strijdlied ten beste te geven. Volare volare!! Ze zullen het geweten hebben dat we hier zitten!
We kijken nog even vol bewondering hoe de zon met zijn laatste krachten een machtig kleurenpallet over het landschap legt. We kunnen enkel hopen dat dit de belofte inhoudt van een volgende schitterende dag.
Om 20u30 gaan we in het Mon Rêve restaurant weer op z’n Italiaans aan een lange tafel aanzitten en worden we in totale gezelligheid een meer dan rijke maaltijd met scharnieren voorgeschoteld. Apero-aangeschoten als we zijn laten we alles ietwat uitgelaten over ons komen. Dit is feest! De reis gaat in crescendo! “Gat in de boter”, zo zullen we het maar noemen!
Om 23u doen we de boeken toe. Algehele rust komt over ons en over het resort. Morgen steken we nog eens naar de andere kant over. Laat maar komen!
Geschreven door Hubertengratienne.op.avontuur