We raken aangepast! Deze keer hebben we 6u30 gehaald. Het gordijn open en.. voor het eerst zien we een wolkenloze BLAUWE lucht. De start van een aangename stralende dag met temperaturen boven de 20° C. Het is duidelijk, we zijn iets dichter bij de evenaar gekomen.
Om 8u45 staat iedereen goedgemutst onder de tulpenbomen voor het hotel, klaar voor wat komen mag. We hebben nogal wat bustransport voor de boeg, maar dat zal de pret niet bederven. Blijkt trouwens onmiddellijk op die bus want de sfeer is meer dan uitbundig te omschrijven, niet gespeend van enige lachsalvo’s. De kennismakingsronde binnen de groep is overigens ook nog volop aan de gang. In de hotel lounge zijn leeftijden uitgewisseld. De jongste groepsleden zagen in 1970 het levenslicht. Onze gids Miranda is nog iets jonger, maar we slagen er niet in haar exacte geboortejaar te achterhalen. De oudste – wij helaas dus – zijn van 1950. Manolito is de ouderdomsdeken, maar… jong van hart en in ’t koppeke nog steeds een zotte twintiger.
We rijden door de provincie Lambayeque, gesticht door de Moche Lambayec, naar het schijnt een god van het water. Het museum dat we bezoeken – het Museo Tumbas Reales de Sipan – bevat een weelde aan Moche keramiek, maar vooral de reconstructie van een volledig onaangeroerd graf van de Señor de Sipan, Viejo Señor de Sipan en nog 6 andere Mochi personen. De echte waka vindplaats bevindt zich nabij de Rio Reque op zo’n 28 km van het museum. De Rio Reque, een van de vele rivieren die vanuit de Andes naar de oceaan stromen, voorzag het Mochevolk van water, vooral in hun droge seizoen. Het santuario werd in 1987 ontdekt door de huidige directeur-archeoloog van dit museum.
Het museum zelf dateert van 2002 en is heel mooi opgetrokken in de bruinrode kleur die veel keramiek ook heeft en in de vorm van een waka. In totaal zijn in de waka van Sipan 1470 objecten gevonden, keramiek, textielresten, schitterende koperen, zilveren, gouden en turkooizen kunstwerkjes al dan niet in beeldjes, halskettingen, neus- en oorringen en nog zoveel meer. We bezoeken het museum, zoals het hoort bij een waka (pyramide), van boven naar onder, verspreid over drie verdiepingen. De gedempte atmosfeer en de gedimde belichting van deze schat aan voorwerpen geeft het geheel iets sacraals. Van het originele skelet van de Señor de Sipan word je echt heel stilletjes. De manier waarop dit museum is opgevat is ronduit indrukwekkend.
We bevinden ons in Mochegebied, een oude cultuur die hier leefde van 100 tot 700 na Christus. Het Mochegebied strekte zich uit van Piura, tegen de Ecuadoriaanse grens tot Lima. Een enerzijds wreed volkje, die Mochica, geobsedeerd door de dood. Ze dronken het bloed van hun vijanden en vereerden o.m. de spin. Anderzijds was het een zeer kunstzinnig volk, te oordelen naar de schitterende fijne objecten die men teruggevonden heeft. De Moche zijn als cultuur en taal volledig uitgedoofd. De Chimu cultuur is hen opgevolgd in dit noordelijk gebied.
We verlaten om 11u deze mooie plek en rijden richting zuiden naar El Brujo (letterlijk ‘de tovenaar). We zijn nog steeds op Chiclayo grondgebied, de stad die meer dan 500.000 inwoners telt en daarmee de vierde grootste stad van Peru is. In Chiclayo komt vandaag overigens de Olympische Toorts aan voor de Panamerikaanse Spelen. Via Cuzco en Piura is hij hier terechtgekomen. Hij zet nadien via Trujillo zijn weg verder om uiteindelijk op 26 juli in Lima de Olympische Vlam te ontsteken.
Na een goed half uur rijden we de Rio Reque over, een brede rivier die er op dit moment vrij droog bij ligt. De zandbanken die zich gevormd hebben zijn hier en daar met fris groen begroeid. In de voorgrond zien we een man de was doen in de rivier door soppen en kloppen op rivierstenen. Al bij al biedt het blauwe water, de begroeiing, de witte keien een kleurrijk zomers tafereel.
Gaandeweg verdwijnt de behuizing. De natuur palmt ons in. Links in de verte zien we het voorgeborgte van de Andes; rechts, richting zee, zien we een onmetelijke zandvlakte (woestijn) tot aan de horizon. We rijden door de Chala, die pas in de strook langs de oceaan de Costa wordt genoemd. Verderop komen we terecht in de vallei van de Saña rivier, waar we weer mensenleven zien, ogenschijnlijk vrij primitief, met weer die kleine aaneengerijgde huisjes, soms kleurrijk, soms adobegrijs. We zien aangelegde bevloeiingskanalen waarmee het dorp van water wordt voorzien. Eens het dorp voorbij, komen we weer op groener terrein terecht, waarvan o.a. de algaroboboom deel uitmaakt. Van het sap van deze boom wordt sterke drank gemaakt die ergens qua smaak in de buurt komt van Baileys.
Langs de weg zien we nogal wat zwerfvuil. Peru heeft pas heel recent, geïnspireerd door Chili, de stap naar ecologischer bewustzijn gezet. Sedert maart van dit jaar is de plasticzak in Peru ook definitief gebannen.
Om 11u45 stoppen nabij de archeologische site San José de Moro, niet om geweldig cultureel te doen maar vooral om de innerlijke mens te versterken. Een gezellige picnic en een half uurtje later kunnen we alweer verder.
We blijven door woestijngebied rijden, zandwoestijn afgezonderd met steenwoestijn. We zien ook meerdere gewassen groeien die typische exportproducten zijn vanuit deze streek: avocado, rijst, asperges, mango’s, artichok, palmharten, suikerriet, katoen.
Zo’n 60 km voor Trujillo wordt, vooral door doorgedreven irrigatie het zand afgewisseld door groene landbouwgrond. We bereiken om 5u El Brujo. We vinden er, flirtend met de oceaan, een fascinerend archeologisch complex van de Mochecultuur met als hoogtepunt de Moche pyramide Huaca Cao, waar archeologen in 2006 een 1700 jaar oude getatoeëerde vrouwelijke mummie hebben gevonden. Ze hebben deze mummie La Señora (of La Dama) de Cao genoemd.
We bezoeken eerst het Museo de Cao, alweer zeer mooi en illlustratief ingericht. De opgraving van La Dama en het ont-wikkelen van de mummie wordt in detail op film getoond en professioneel voorzien van commentaar. Merkwaardig is ook de video over het hersamenstellen van het gezicht van de dame met de modernste technieken en voorzien van vaak poëtische commentaar.
Vervolgens bezoeken we de waka waar de mummie is gevonden. Eén wand is al volledig blootgelegd. We zien er de typische trapvorm van de waka-opbouw, voorzien van muurgraveringen en -schilderingen. Weer overvalt ons het sacrale van deze site en de eerlijke bewondering voor wat mensen meer dan 1500 jaar geleden konden presteren.
We beklimmen via netjes aangelegde trappen de waka en krijgen een magistraal zicht op de oceaan waar de late namiddagzon een schitterende laag filigraan op het water heeft gelegd.
Om 17u stappen we weer de bus op voor het laatste traject naar Trujillo, de eindbestemming van deze dag. Trujillo is de oudste koloniale stad van Peru, in 1534 gebouwd op vraag van conquistador Pizarro die inderdaad via het Noorden Peru was binnengekomen. Trujillo kreeg trouwens zijn naam naar de geboortestad Trujillo van Pizarro in Spanje. Het is met 1 miljoen inwoners de op een na grootste stad van Peru. Trujillo wordt ook de ‘schoenenstad’ genoemd.
Op de bus vergast Miranda ons op een nieuwe primeur: de chicha, een lokale maïswijn eigen aan dit land Peru. Smaakt een beetje porto-achtig, maar vooral zoet. Ondertussen zien we rechts van ons de zon eerst in een okergele daarna in een rode gloed zakken in de zee.
We rijden Trujillo in het donker binnen en zijn meteen weer lid van de verkeerskudde op hol.
En het wonder geschiedt weer: chauffeur Orlando loodst ons zonder kleurscheuren door de chaos naar ons hotel Costa del Sol, een toepasselijke naam na deze mooi, warme zonovergoten dag in de buurt van de kust. Het hotel is gelegen op de Plaza de Armas, wat zoveel wil zeggen als het absolute hartje van de stad. Rijdende tot voor het hotel kunnen we een voorproefje nemen op de Marinera, DE dans van Trujillo, want er blijkt hier om een of andere reden feest te zijn.
We dineren op gezellige wijze in ons hotel en doven omstreeks 22u30 alle lichten om weg te dromen van Moche, Muchi en andere straffe pre-Inca straffe mannen. Benieuwd hoeveel waka’s we morgen weer zullen beklimmen.
Geschreven door Hubertengratienne.op.avontuur