Zondagmorgen en we staan op een mooie plek. Dus bespreken we om hier een dag te blijven. Even niet rijden en wat lummelen.
Voor de koffie gaan we naar het toeristische dorp. Het is voorseizoen dus de terrassen zijn veelal leeg. Maar wat zijn en worden hier veel (appartement) hotels gebouwd. En wat zal het hier druk zijn als er maar een bezettingsgraad van 70% is.
Het bakkie dat we doen is op een terras waar twee mannen proberen een tv aan de praat te krijgen zonder afstandsbediening. Die is kapot! De ontvanger hangt aan zijn snoertjes aan de tv, ook de elektra. Tja, zo kan het hier.
Na de warme lunch op de camping en de daaropvolgende siësta bespreken we om naar het nationaal park Butrint te gaan. Het is slechts 5 km maar we besluiten om met Pieters bus daar heen te gaan. Want je weet nooit als je met de fiets zou gaan. En terecht, een behoorlijke berg op en af en dus ook weer terug. Bij aankomst zien we een platte veerboot die auto’s en vrachtwagens overzet doordat deze naar de overkant getrokken wordt. Niet het meest moderne spul.
Butrint is een stadje geweest vChr. Julias Caesar, na een gevecht met Pompey, besloot in 44 vChr. hier een Romeinse kolonie te stichten. Een stad met alles er op en er aan. Latere eeuwen is de stad in handen gekomen van vele andere volkeren.
De wandeling door het park van archeologische overblijfselen is indrukwekkend. Verbazend hoeveel er vanaf vorige eeuw is teruggevonden. Een mooie mozaïek bij de baptisterie is onder zand en gruis bedolven om behouden te blijven. Eens in de zoveel jaar haalt men dat weg en kan het publiek het zien.
Voldaan keren we terug naar de camping. Het is rustig. Met nog 2 andere gasten is het goed te doen.
Geschreven door Jacques-en-Lies.reisverhalen