Vanaf de vroege ochtend worden de goden goed gestemd voor de dag. Vrouwen, gekleed voor de ceremonie, brengen op belangrijke plaatsen offeranden. Bv bij de ingang van het huis, bij de huistempel, en evt andere voor hen belangrijke plekken bv bij de zee. De offerande is een bakje van bananenblad gevuld met wat rijst, afrikaantjes (de bloemetjes) en wat andere al of niet eetbare bloemen, fruit of groente. De gang naar de plek, het besprenkelen met water. En het ‘eerbiedig ‘ neerzetten van het bakje is de ceremonie. Iedere ochtend en avond met liefde.
Wanneer het bakje is neergelegd is de ceremonie voorbij. Door de dag snuffelen de katten en honden eraan en eten wat te eten is.
Het hindoeïsme is hier volop aanwezig. Later meer daarover.
Gisteravond met Marianne mee geweest de zwerfhonden voeren. Het zijn er minder dan in de Corona tijd maar toch nog zo’n 7-9 honden. Marianne geeft ze brokken en water. Aandoenlijk om gade te slaan. In het donker aan de landkant van het strand. Het voer, betaald uit donaties, komt in zakken van Bali.
De honden hebben geen thuis en geen baasje. Dankzij donaties en Mariannes inzet worden ze geholpen.
Daar aan de rand van het strand op plekken waar geen bebouwing is staan de woonhutten van mensen die veelal het werk met zeewier doen. Arme mensen in huisjes van gevlochten rieten matten. Een groep bij elkaar en men loopt bij elkaar in en uit. Meisjes zijn de touwen aan het prepareren voor het uitzetten van zeewier. Tussen de huisjes en op open plekken ligt het zeewier te drogen op plastic kleden. S’avonds wordt het plastic omgeslagen zodat het bij evt regen niet nat wordt. In het donker daar doorheen wandelend lijken het net lijkzakken, een luguber gezicht. Maar we weten beter. Ook deze mensen die veelal door Corona hun werk zijn kwijtgeraakt zijn veelvuldig geholpen door donaties via Marianne. Nòg is het moeilijk.
Zeewier verbouwen was op het eiland gebruikelijk in de jaren 70 en 80. Zelfs gestimuleerd door de overheid om iets te verdienen. Het steeds groter wordende toerisme deed bijna iedereen overstappen naar werk in de toeristen branche.
Het toerisme is nog steeds laag hier en zijn mensen nog steeds in problemen. Sociale vangnetten vanuit overheid zijn minimaal.
Plantjes zeewier worden aan één lijn vastgebonden en groeit in het water. Iedere 14 dagen wordt het binnen gehaald, gesplitst en teruggezet. Volwassen zeewier duurt wel tot 3 maanden. Maar vaak kan men niet wachten omdat geld nodig is en wordt eerder geoogst. Zwaar werk in en buiten het water. Mensen hebben stukjes water afgezet met palen, veldjes in het water. Niet te zien bij hoogwater maar duidelijk bij laagwater.
Verder vandaag gaan we een toer maken naar Nus Ceningang, een klein eiland dat met een smalle brug verboden is met Nusa Lembongan. Daar is ook de enige benzinepomp. Voor de vele brommers zijn er talloze plekken waar benzine wordt verkocht per liter, in oude waterflessen van 1ltr.
Het water tussen de twee nusa’s is geheel ingevuld met zeewier velden. Voor Corona was er op die plek eigenlijk geen zeewier verbouwing, herinner ik mij.
En ja, we gaan langs bij de duikschool om een pak en zwemvliezen te passen: woensdag duiken!!!!😗😗
We halen een saté lunch en een vega lunch voor meenemen. Eten het op bij Devil’s Tears, een plek van openingen in de rotswand waar de oceaan tegenaan beukt. Altijd zeer indrukwekkend.
En weer gaat de zon prachtig onder. Een mooie dag komt teneinde. Weer veel gezien en ervaren, herinneringen van 5 jaar geleden en nieuwe ervaringen.
Geschreven door Jacques-en-Lies.reisverhalen