We pakken de koffer. Een beetje splitsen tussen Bali en Australië. We gaan Nl naar Bali gelijk door.
De boot is geregeld en we wachten op de pick-up. Prima op tijd staat de jongen te wachten. Hij vertelt dat hij 23 is, gelukkig met 18 van school af. Engels leerde hij niet op school omdat hij meestal sliep; de leraar was niet goed! Va zijn 16e rijdt hij al op de pick-up truck om passagiers van en naar hun verblijf te brengen.
De boot ligt klaar en het duurt niet lang of we gaan tot over de knieën door het water naar het opstapje.
Rustige overtocht naar Bali. Eenmaal op volle zee motoren voluit.
Zelfde ritueel aan deze zijde. Door het water en wachten op de bagage. Schoenen, slippers ed worden in een grote mand gedaan voor je aan boord klimt. Bij aankomst wordt deze ingegooid en zoek je de jouwe er uit.
Ketut, onze ‘vaste’ chauffeur staat op ons te wachten op de straat die naar het strand loopt. Wat is het weer een chaotische drukte. Auto’s, brommers door elkaar. Moeten allemaal keren. Maar met de algemene houding van ‘ruimte geven’, maar net genoeg lukt het allemaal.
We draaien weg nr 1 op. Een drukke weg ri Amed. Een grote weg met 3 rijen verkeer, kriskras door elkaar. Ook vrachtwagens.
Later zien we die regelmatig langs de kant staan, een aantal achter elkaar. Vrachtwagens, lichte Isuzu en Nissan, volgeladen met grond , cement of andere zware spullen. Volgens Ketut moeten ze af en toe stoppen omdat in dit hete weer de banden warmlopen. Er zitten ook niet de beste banden onder. Bijzonder maar ik neem het maar aan.
Opvallend hoeveel bedrijven dicht zijn. Rolluiken gesloten. Misschien toch ook resultaat van COVID.
Regelmatig rijden we door een aaneengeregen rij van winkeltjes, houtbewerking bedrijfjes, steenfabriekjes, tuincentra. Op een plek het zelfde verkopen. Typisch Aziatisch. Net als de Lidle bij AH.
We doen het plaatsje Bug Bug Village aan. Een Balinees dorpje met smalle straatjes. Familie plaatsen waar meerdere gezinnen binnen een familie wonen. Alles dicht op elkaar gebouwd. Belangrijk aspect: het is niet toeristisch. Geen hotels of andere overnachtings plekken, geen toeristische activiteiten. Mooie plek, vriendelijke mensen. Heel fijn dat Marianne met haar Bahasa Indonesisch vaak kan communiceren met de mensen. Door het dorp lopend komen we bij de rijstvelden. Een jongen is met een ploeg de grond die onderwater staat aan het omploegen. Klaarmaken voor het inplanten van de rijst.
Met onze kamer in Amed kijken we uit op de oceaan. Op het strand liggen honderden Balinese boten met drijvers. Bijna alle boten hebben een motor, zo een met een lange stang waaraan de schroef zit. Ook in Thailand zie je ze veel.
We eten verrukkelijk bij een door Marianne aanbevolen eettentje. Het is even over zes donker.
Het is ontzettend leuk om de 2 minuten video’s te volgen van Marianne. Kijk op Facebook onder Marianne Aalders.
Bewegende beelden zeggen zoveel meer. Pindat kan geen video’s plaatsen, helaas.
Geschreven door Jacques-en-Lies.reisverhalen