Een hele lange tocht - Markarfljot, Eldgja, Landmannalaugar en een doorwading met een security - sleeplint. Wat een avontuur!

IJsland,

Kwart voor acht vertrekken we. We beginnen in het zuiden met het langste deel van de route. Over de 1 en dan bij Hvolsvöllur nog tanken en de 261 op. Eerst is het nog een geasfalteerde weg, voor ons uit in de verte zien we de gletschers al liggen. Als we het dal van de Markarsfljot inrijden begint de onverharde weg. Links groene bergen met heel veel watervallen en rechts de rivier in allemaal kleine stroompjes met moerasland ertussen en daarachter de Eyjafjallajökull, een zwarte berg met een zweem van groen mos eroverheen en het wit van de gletschersneeuw op de top. Tot de laatste boerderij is de weg nog redelijk, maar daarna wordt het hobbelen over een stenige slechte weg, dan weer ribbeltjes, of zanderig met kuilen en hobbels. Maar steeds het mooie uitzicht en dat maakt veel goed.

De eerste doorwading die op de kaart staat is geen doorwading meer, daar hebben ze een dijkje neergelegd met grote pijpen erdoorheen voor het water. Wel handig natuurlijk, maar voor degenen die hopen op een leuke 4 x 4 weg met doorwadingen een beetje sneu. We zien een leuk bergje aan onze linkerkant, net een slak in een huisje. Het is het bergje van 773 meter hoogte, de Einhyrningur. En rechts zien we de gletschertongen, de Gigjökull en de Steinsholtjökull.

Na de camping Húsadalur aan de andere kant van de rivier verlaten we de rivier en rijden tussen een kloof omhoog recht naar het slakje toe. Het is echt een overweldigend mooi landschap. We gaan klimmen, Jan zet de auto in de lage gearing en rustig aan rijden we naar boven, het slakje verandert van vorm als we eromheen rijden en wordt een neushoorn, we rijden nog verder omhoog, we zitten nu 530 meter hoog, ronden een bergje, en hebben dan een prachtig uitzicht, op het slakjesbergje dat nu weer een slakje is, en de Tindfjallajökul gletscher erachter. Nog hoger over de stenen hobbelweg en dan zien we de Mýrdalsjökull aan de rechterkant liggen.

Iedere keer als ik een mooi fotoplaatje zie draai ik het raam open om een foto te nemen. Jan zet de verwarming hoog, omdat Simon, Dorrie en ik al wel een vest aan hebben, zitten wij met zijn drietjes al snel te puffen. Dus pakt Dorrie Jan's vest uit de kofferbak - daar kan ze bij onder het rijden - en roepen wij als ik het raampje weer open doe en Jan de kachel nog hoger wil zetten: doe je vest maar aan! Jan grapt: o, nou ben ik " Vesterbeek". En later promoveert hij tot "Pesterbeek" als hij expres hard door de plassen rijdt als ik mijn raampje open doe om een foto te nemen, zodat ik het snel weer dicht moet draaien......

We zien heel veel kleine vogeltjes, volgens Simon is een kleintje met een witte start een tapuit, en dan later zien we een groep kleintjes, die we zo snel niet thuis kunnen brengen, Dorrie zegt: "dat zijn KBV-tjes." Huh? Wat is dat? "Kleine bruine vogeltjes," legt ze uit, "in de IVN- taal als we niet weten wat het is. Er is ook een GBV, en nog wel meer. Net wat je er zelf van maakt."

Dan zijn we op het topje van de pas. En zien weer het dal voor ons liggen, zwarte lava, groen mos, een zweem van rood gras. Machtig mooi! En dan: nog mooier, de Markarsfljotsgja, de kloof van de Markarfljot met een prachtige waterval. Onbeschrijfelijk mooi! We stoppen en stappen uit om dit wonder even van wat dichterbij te gaan bekijken. Langs de kloof staat ook weer zo'n klein trollenhuisje. Simon gaat het van dichterbij bekijken. Het is een huisje met apparatuur om de waterstand te monitoren. We rijden verder, de kom van de rivier in, een zwarte wand waar de rivier zich een weg heeft geslepen met een bruggetje over de rivier, en een huis met 3 turfhuisjes voor de schapen. Wat verlaten woon je hier dan!

Verder rijdend gaan we door een lava veld, om de grote groen begroeide vulkaan de Hattfell heen, links liggen de Stora Grænafjall en de Litla Grænafjall. En dan hebben we de eerste echte doorwading, Jan geeft het stuur aan Simon, die mag erdoorheen, verkennen hoeft niet, want zo diep is het niet. Simon blijft een tijdje rijden, met af en toe wat aanwijzingen van Jan of mij. Maar bij de volgende doorwading gaat Jan toch weer zelf. Het is een flinke en het water stroomt snel. We zien een ander erdoor rijden, dus verkennen hoeft niet, Jan gaat er drie keer doorheen, dan kan ik filmen en Simon weer ophalen die is blijven praten bij vrijwilligers die het wandelpad aan het opknappen zijn. Er lopen hier namelijk heel veel wandelaars, met zware rugzakken. Maar ook een groepje met weinig bagage, die blijken een dikke 4x4 volgauto te hebben. Ze stappen op de hoge treeplank om de rivier over te steken. Zo komen ze met droge voeten over. Jan gaat de eerste keer door het midden en dan komt het water op de motorkap, de tweede keer gaat hij een beetje dichter bij het dijkje langs en daar is het wat minder diep. Aan de overkant staat een auto van de reddingsbrigade, we maken een praatje. Ze zijn bezig met het controleren van het GSM-signaal, omdat het een wandelroute is moeten de wandelaars wel over telefoon kunnen beschikken.

Nog een paar doorwadingen, we rijden door een grote zwarte lava stof woestijn. Over de Fjallabaksvegur, eindeloos zwart met af en toe een doorwading van een rivier die van de gletscher af komt. Dan rijden we een hele uitspoelvlakte over met zwart zand, doorwading na doorwading, de meeste maar kleintjes, maar en toe een forse, eentje waar we voor de zekerheid de sper bij aan moeten zetten, omdat het zacht zand is. Aan de rechterkant de Mýrdalsjökull gletscher en aan de linkerkant zwarte bergen met groen mos. We genieten!!!

De volgende doorwading is wel een uitdaging. Het is er één in drie delen, de eerste 2 delen zijn geen probleem, de derde moeten we toch eerst eens goed naar kijken. Jan loopt voor met de lieslaarzen maar vindt geen goede route. Simon neemt het over en zoekt ook nog verder naar een route. Maar eigenlijk vinden we de doorwading te diep met een te harde stroom. Er staan nog twee andere auto' s, een achter ons, en een aan de overkant. Het zou wel fijn zijn als er nu een grote monstertruck kwam die er gewoon doorheengaat, dan kunnen we zien hoe het gaat. Maar nee, na een kwartiertje twijfelen besluiten we het niet te doen. We besluiten om te rijden over een alternatieve route, 70 kilometer langer. Als we net 2 minuten teruggereden zijn komen we een landrover defender tegen. We stoppen en vragen de Franse chauffeur of hij ons wil helpen bij de doorwading. Dat wil hij wel. Dus rijden we samen naar de doorwading, we maken een plan. Hij rijdt eerst met een sleeplint en onze lierkabel daaraan vast en dan gaan wij er achteraan. Goed plan, alleen is de doorwading breder dan we dachten en is het touw en de kabel samen niet lang genoeg, dus loopt de kabel uit de lier. Tja, wat nu? De Fransman gebaart dat hij terug komt, hij haalt het touw en de kabel binnen, legt het geheel op de motorkap en rijdt terug. Hij heeft nog een lint, we knopen er twee aan elkaar met de harpsluiting, en nu gaan we er wat sneller achteraan. Dat hadden we de eerste keer ook moeten doen. Het water komt dik over de motorkap, en het snel stromende water golft tegen de auto aan en om ons heen. Maar alles gaat goed. Als we aan de overkant zijn concluderen we dat er aan Jan zijn kant een heel klein beetje water naar binnen is gekomen, de rest heeft het goed gehouden. Nou, dit was best een avontuur!! Wauw!!

Dan rijden we verder door een prachtig landschap in 50 tinten groen. Bergen en erosiedalen met prachtig groen mos. Er liggen veel plassen op de weg, Jan rijdt er lekker hard door, dan spat het water flink hoog op. Ook dat is leuk! Het heeft hier de laatste tijd veel geregend blijkbaar. Geen wonder dat de rivier zo diep was. Maar het is wel prachtig allemaal. En te midden van dit al komt onze volgende doorwading. Simon verkent, het is iets meer dan kniediep, en hij waarschuwt voor wat stenen aan het eind. We duiken er in, het gaat best, iets minder diep dan de vorige, alleen het venijn zit hem in de staart. Dikke richels onder water, waar we klonk, klonk overheen stuiteren. Omdat je ze niet kunt zien weet je ook niet hoe je er het beste overheen kan rijden. Maar zelfs dat ging verder goed. We gaan weer omhoog, en hebben prachtig uitzicht op al dat groene mos op de bergen. Maar het is maar voor even, want we rijden de wolken in op 630 meter hoogte. En overal om ons heen damp. Als we weer zakken blijven de wolken hangen. Voor we de doorwading op de F 223 hebben gaan we naar rechts de kloof van de Eldgja in. Of althans er boven langs. De IJslanders noemen de Eldgja ook wel de vuurkloof. Hij bestaat uit een rij explosiekraters. Van een mooie ronde ingestorte krater maak ik een foto. Halverwege is ook nog een prachtige waterval. We rijden niet de hele 9 kilometer naar Gjátindur aan het eind van de kloof, want we zijn nog niet op de heft van onze tocht en het is al half drie. Dus weer terug naar beneden, door de rivier, en dan rijden we ook nog het weggetje door de bodem van de kloof een stukje in. We gaan even kijken bij de explosiekrater die zo mooi van boven vandaan te zien was. En dan maar weer verder over de F208 naar het noorden. Door een landschap van zwart en groen, best wel pittige hellingen en afdalingen en kronkelende bochtige weggetjes. Doorwadingen - die niet zo diep en breed meer zijn dus geen probleem - bizar uitgeslepen zwarte rotsen, fluoriscende groene moskussens langs wat kleine beekjes. Het is gewoon niet te vangen in woorden, zo mooi!!

Vlak voor Landmannalaugar rijden we een groot groen dal met moeras in, gras, witte pluimbloemetjes, kleine stroompjes water, een meer aan de rechterkant. Nog een laatste bocht, door een vlakte over een brug, door een lavaveld, en dan zijn we bij Landmannalaugar.

De wolken zijn opengebroken en de zon nodigt Simon en Dorrie toch hun wandeling te gaan maken. Alleen niet de hele wandeling meer want het is al 5 uur. Dus ze gaan de helft doen. Wij gaan ondertussen lekker in de warme rivier liggen. Het is een rivier met een hete instroombeek en een koude instroombeek, dus je moet het plekje zoeken waar je het het prettigst vindt. Heerlijk! Na 2 uur komen Simon en Dorrie met brede glimlachen weer terug aangelopen. Ze hebben een prachtige wandeling gehad. Met de hele tijd zon en prachtig uitzicht op de ryoliet bergen, ze zijn tot aan het solfatarenveldje gelopen en daarna een tussenweggetje langs het lavaveld en dan weer de wandeling verder opgepakt door het lavaveld terug. Ze hebben genoten !

Hoog tijd om terug te rijden, want we moeten nog zeker 2 uur rijden voor we thuis zijn, en nog mooie landschappen om doorheen te rijden, de waterval bij de energiecentrale en prachtig licht over de meertjes en riviertjes. Simon rijdt en geniet! Gelijk al bij de doorwading maar ook het hele stuk terug over de 208, ribbeltjesweg, kuilen, bulten, stenen, bochten en hellingen. Bij de asfaltweg aangekomen rijdt het vlot door terug naar Selfoss, waar we in een klein restaurantje nog wat warms eten en dan gauw naar huis. Het is laat! Welterusten!


Geschreven door

Al 1 reacties bij dit reisverslag

Die deurrubbers zijn bij jou zo mooi getest op waterdichtheid. Wel spannende doorwadingen die jullie zo tegen komen.

Henri 2017-08-18 07:03:49
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.