wintersport? naar de top van de Askja vulkaankrater.

IJsland,

Vroeg op, 8 uur rijden. We gaan vandaag echt een hele lange dag maken, over een route waar alleen 4x4 jeeps mogen rijden, met 6 rivierdoorwadingen en een lange wandeling naar de Askja kraterrand.

Om kwart over 9 draaien we de F88 op, langs het bord waar met nadruk wordt gewezen op het feit dat deze route alleen geschikt is voor grotere 4x4 jeeps. Wij durven wel hoor, onze Suzuki is goed geprepareerd! Jan heeft er een snorkel op gebouwd, hij is wat verhoogd, heeft goede terreinbanden, we hebben een sper en een lier.

Rechts van ons een klein bergje rechts, de Skógarholt - zwart zand en donkerbruingrijze rots, het was een kratertje maar hij is ingestort. Dan een soort duinlandschap met heuveltjes van zwart zand met grof groen gras er op, vaak afgekalfd door de wind zodat de wortels bloot komen te liggen aan de holle zijkant. Maar dat is maar even, daarna volgt een eindeloze vlakte van grijze as en kleine steentjes met af en toe een grotere steen ertussen. We rijden richting de bergen waar zware wolken boven hangen. We hebben niet echt mooi weer voor deze tocht, maar we hebben al geleerd dat we daar niet op moeten letten, de weersvoorspellingen kloppen vrijwel nooit, alleen globaal en het kan altijd omslaan, of ten goede of ten kwade. We nemen het maar zo als het komt.

We hebben gepland vandaag de route naar de Askja te rijden omdat het zondag is en er dan wellicht wat meer mensen ook die kant uitgaan en je bij een oversteek misschien even kan afkijken bij anderen hoe zij oversteken. Maar voorlopig hebben we - terwijl wij aan het begin de info borden aan het lezen waren - 1 auto gezien die ook die kant uit ging, 1 busje die ons tegemoet kwam en 1 tow truck die langs de kant van de weg stond, eenzaam en verlaten. Zelf panne gekregen?

Het landschap is redelijk eentonig, links de lage bergen, zwart en grijs met groen mos, af en toe een vleugje roodbruin ertussen, allemaal gruisbergen. En de vlakte waar wij doorheen hobbelen (de weg is erg slecht, maar dat wisten we van te voren) bestaat uit een enorm lavaveld van as, gruis en stenen, zwart, grijs en een beetje geelgroen van wat gras of mos. Af en toe een afwisseling van uitvloeiingsgesteente, soms scherpe brokken, soms wat rondere vormen. Soms een heuveltje waar we overheen gaan. En dan ineens na weer een heuveltje zien we de Jokulsa links van ons stromen, een brede rivier met zwarte zandbanken en groene grasoevers. We volgen de rivier een tijdje maar dan buigen we weer naar het westen af over een volgende grijze vlakte.

We worden ingehaald door een toyota rav4, en dat is precies op het goede moment want na de bocht zien we de rivierdoorwading, kunnen we mooi even kijken hoe hij daar door gaat. Nou, heel soepel eigenlijk, gewoon met de bocht mee, er zit vaak een klein drempeltje juist na een doorwaadbare plaats, en als je precies voor dat drempeltje rijdt is het daar meestal vlak en niet zo diep. Hij stopt nog even om af te wachten of wij er ook goed doorkomen. Geen probleem, we rijden in zijn spoor er ook gemakkelijk doorheen. Als wij overgestoken zijn rijdt hij er weer met een vaart vandoor. Wij volgen wat langzamer want de weg is echt slecht en we willen de auto graag heel houden. Och, we hebben de hele dag voor de Askja rit uitgetrokken dus echt haast hebben we ook niet.

Direct na de oversteek zien we ook het watervalletje in deze rivier, de Grafarlandaa. Wel leuk maar vergeleken met wat we eergisteren zagen stelt het natuurlijk niets voor. ;)

In het westen zien we de Herdubreidar, een grote asvulkaan in de vorm van een tafelberg, er hangen veel laaghangende wolken, dus helaas blijft hij gedeeltelijk achter de wolken verscholen. Het landschap verandert hier af en toe razendsnel, ineens rijden we slingerend en op en neer gaand over een laveveld met grote brokken lava in stukken gebroken bij het afkoelen, sommigen glad, andere met ronde lussen als een tros opgerold touw (dat heet ook touwlava). En net zo snel als het veld begint houdt het ook weer op, bij de Lindaa rivier. En wij hebben echt geluk, want bij de oversteek komt er net weer een auto aan, een grote wel dit keer, maar dan kunnen we mooi weer zien hoe hij door de rivier heen gaat. Tja, deze oversteek is wel een stuk dieper, maar we moeten het kunnen hebben, de auto is goed geprepareerd. Dus daar gaan we, en dan is het best een " wow" momentje, want het water komt bijna over de motorkap, nog net niet in het midden, wel aan de zijkanten. Jan rijdt stug door - dat moet ook, want midden in een rivier blijven staan is geen optie - en als we aan de andere kant zijn gaan we wel eens kijken of er water is binnengekomen bij de deuren. Nee hoor, Jan zijn werk aan de deuren heeft het goed gehouden, de buitenkant van de drempel is nat maar de binnenkant niet. Volgens de verhalen die we gelezen hebben was dit de grootste doorsteek die we vandaag hebben en deze ging goed, dan moeten we de rest ook kunnen hebben.

De bestuurder van een grote witte defender die ons tegemoet kwam liet ons even stoppen en sprak ons aan. Ze stelde zich voor als ranger van het nationaal park Vatnajokull, ze complimenteerde ons dat we met een goed geprepareerde auto hierheen waren gekomen. Kijk, complimentjes zijn leuk. Ze vertelt ons dat het nog een uur rijden is naar de Askja, en dan nog 8 kilometer rijden naar de parkeerplaats vanwaar we kunnen wandelen naar de krater. Houdt er rekening mee dat je goede kleren aandoet, want er ligt natte sneeuw en het kan nog meer gaan sneeuwen boven want het is regenachtig weer. We beloven dat we dat zullen doen, hebben we die dure laarzen en jassen toch niet voor niets gekocht ;)

De waterval en de stroomversnellingen in de Jokulsa a follum zijn een stop en een kleine wandeling waard, hij heeft een hele canyon uitgeslepen in de lavarotsen. Het volgende markante punt is de Herdubreidartogi waar we vlak onder de voet langs naar het zuiden rijden. De berg is niet alleen zwartgrijs maar heeft op de hellingen en aan de voet zandkleurige poreuze slakken liggen, die zal hij wel een keer uitgespuwd hebben .....

We dachten dat we de bizarre landschappen nu wel gezien hadden maar het blijkt nog vreemder te kunnen, nu rijden we echt door een maanlandschap, het bruine puimsteen met daartussen scherpe lava in bizarre vormen alsof ze zo op een zandvlakte zijn uitgestrooid. Natuurlijk weet ik beter, de scherpe zwarte lava was er eerst, en het bruine puimsteen is er overheen gesproeid door een uitbarsting. Wat kan moeder natuur een grandioze landschappen maken. Nog een klein rood asvulkaantje (de Vikrafell) en dan op de achtergrond de machtige Askja, met bruine en zwarte vlakken met wit van de sneeuw er tussenin. Machtig mooi!

Al wandelend wordt het nog veel mooier. Eerst even een voorproefje bij het informatie centrum van het park, daar lopen we even een heel klein stukje een kloof in. Maar later pas het echte werk, daarvoor zijn we eerst nog 8 kilometer omhoog gereden, de helling van de Askja op. En als de weg stopt dan gaan we lopen, wij en nog veel andere toeristen. Het is geen gemakkelijke wandeltocht want er ligt sneeuw. 2,5 kilometer heen en 2,5 kilometer terug. "Rare mensen zijn we," zegt Jan grappend, "zo' n eind wandelen om twee meertjes te bekijken". Hij kan grappen wat hij wil het is die 5 kilometer door de sneeuw lopen dubbel en dwars waard. Wat een beleving! We lopen omhoog door de krater van de Dyngjufjöll, iedereen zegt Askja, maar dat is eigenlijk niet correct, de Askja is maar een onderdeel van de hele grote oude krater, die bestaat uit een kring van bergtoppen: de Litlkista, de Stórakista, de Koltur, Hálhnjúkur, de Vatnsfell, de Askja en de Svarthöfdi. We lopen over een witte sneeuwvlakte omhoog naar de rand van de krater. Voor ons en rechts liggen in een grote kring de zwarte bergen die de rand van de krater van de Dyngjufjöll vormen, zwarte puntige bergen met sneeuw die op sommige plaatsen de zon vangt en helwit oplicht. Aan onze linkerkant zien we de gedeeltelijk besneeuwde helling van de Svarthöfdi, die nog boven ons ligt. En daar mogen we dan anderhaf uur doorheen wandelen, tot we uiteindelijk uitkomen bij een kraterrand met een donkerblauw meer erin, het Öskjuvatn, en in de rand nog een cirkelvormig randje met het groene water van de Viti, dat gedeelte ligt lager dan het andere kratermeer, dat gebeurde toen een deel van de magma in de magmakamer zich verder terugtrok in de aarde en het gedeelte erboven instorte en zo het kleine meertje van de Viti vormde. Het water is warmer omdat de magma er nog dicht onder zit, we zien zelfs een kleine fumarole pruttelen en de zwavel is weer duidelijk te ruiken. Als we boven staan te kijken gaat het sneeuwen. Tja, dat is minder. Dan weet ik ook weer waarom ik niet van wintersport hou. Maar gelukkig houdt mijn jas mij droog en ik krijg het niet koud. Ik loop alleen wel met mijn hoofd voorover gebogen zodat de sneeuw niet met de koude wind in mijn gezicht blaast, dus het mooie uitzicht zie ik nu even niet. Jan heeft ook een goede jas en wordt niet koud. We worden ingehaald door een ranger van het park, ze vraagt of alles goed gaat, als we staan te praten komt er een jong Engels stel, die vraagt of er ook ijsberen zijn bij het kratermeer? Zo doen toeristen dat, als het weer even tegen zit, toch positief blijven. We beloven ze een vos....... De ranger snapt het grapje wel, een foss in het IJslands betekent een waterval, een vos in het Nederlands wordt dan een fox in het engels. De ranger geeft ons nog de tip dat door onbewandelde sneeuw lopen gemakkelijker is dan door de uitgesleten geul langs de route-stokken. We volgen in haar spoor, we durfden eerst niet van het pad af te wijken, je weet niet wat er onder de sneeuw zit, maar als zij het doet kan het dus. Het sneeuwen duurt gelukkig maar even, 20 minuten later is het weer droog, en tegen de tijd dat we bij de auto zijn schijnt de zon zelfs.

Het is inmiddels 6 uur (het wordt weer nachtwerk vanavond) als we terug gaan rijden. Eerst een stukje dezelfde route, alleen nog weer anders als vanmorgen want nu zijn de wolken opgetroken en schijnt de zon, dus we zien nu de ons omringende bergen, wat het landschap nog mooier maakt! Bij de Herdubreidartögi slaan we rechtsaf, we volgen de F910 en de F905 want we willen op de terugweg graag een andere weg dan heen dat is leuker.

Achter ons in het westen ligt de Askja, zwart met witte sneeuwvlekken, voor ons in het oosten de Upptypingar, een grote grijsbruine asberg waar de zon en de wolken lichte en donkere vlekken op schilderen. En rechts van ons, ver weg de Vatnajokull gletscher met zijn witte kap op donkere rotsen. En weer is het terrein om ons heen veranderd, het is nu een grote vlakte van kleine bruingele puimsteentjes, met daarin verspreid grote ronde graniet blokken. Bommetjes vermoed ik, die uitgespuugd zijn door een vulkaan en neergeregend op het vlakke terrein.

Voor ons zien we de Jokulsa a follum, wildschuimend wit water stort zich door een nauwe kloof. Gelukkig is er een brug - van houten planken, maar het is een brug - daar kunnen we veilig overheen, stroomopwaarts zien we nog een waterval, en dan komen we weer in een ander landschap, de gele puimsteentjes zijn vervangen door grijze as, met af en toe een rug uitvloeiingsgesteente ertussen en om ons heen middelhoge grijze asbergen. Kleur is hier niet meer, het is alleen maar grijs, gelukkig nu wel met blauwe stuken lucht tussen de grijze wolken. En heel af en toe een dapper groen polletje gras.

We rijden weer een lava veld in, dit keer wat lichtere meer lichtgrijze lava, breed uitgevloeid, de weg gaat er gewoon over heen, het is dat er paaltjes staan anders moet je wel heel goed opletten waar de weg heen gaat. We kruisen nogmaals een machtige rivier, de Kreppa, en gelukkig is ook daar een brug, met een hekje wat ik open doe en netjes achter ons weer dicht. Het zal voor de schapen zijn, die we hier trouwens helemaal niet zien. We zien hier zelfs geen vogels, het is kaal en dor: de Alftadalsdyngja, een veel te mooie naam voor een vlakte die alleen maar grijs as te zien geeft, met ver om ons heen wat lage bergen, ook grijs. De variatie moet van twee rivierdoorwadingen komen. De eerste is heel gemakkelijk, ik denk dat het water dertig centimeter diep is of zo en een egale bodem. Jan gaat proberen te filmen met de drone hoe wij de rivier over steken, maar omdat we niet zeker zijn of dat wel goede opnames zijn rijdt Jan nog even terug nadat ik uitgestapt ben en rijdt hij er gewoon nog een keer door voor de film.

De F905 is redelijk berijdbaar, we gaan er zelfs met een vaartje van 60 kilometer overheen. Terwijl we eerder hele stukken gehad hebben waar we maar 20 reden omdat het zo hobbelde. De zon is inmiddels aardig aan het zakken, het is al 9 uur ondertussen. We krijgen best trek, we hadden wel lunch mee, maar voor het avondeten willen we toch wel graag een restaurantje. Het zal moeten wachten tot we weer op de 1 zijn. We stillen onze trek maar met wat abrikozen en vijgen.

En dan hebben we een pffffuuuiii-momentje: ribbeltjesweggetjes moet je of heel rustig rijden - 20 kilometer - of met een flink gangetje - 60 kilometer. En dat gaat prima zolang de weg gewoon rechtdoor gaat of een klein bochtje kan ook nog wel, maar op het moment dat er een blindhæd is met direct daarachter een scherpe bocht en een doorwading is het toch even boven op de rem staan, en tegelijkertijd ook nog proberen te sturen. Het was trouwens maar een klein doorwadinkje, een die niet eens op de kaart stond, maar dat zie je niet in de flits die je ziet als je bovenop het hoogje bent, je ziet alleen maar een bocht en water, en dan wil je stoppen. Het ging allemaal net goed..... we schoven niet het holletje af, maar bleven net op de weg ...... pfffuui!

Rond half tien zijn we in Mödrudalur, een heel klein gehuchtje met een kerk, een camping en een benzinestation waar we geen pomp zien staan, maar alleen twee turfhuisjes met een plankje erop met de tekst "bensin" en "diesel". Tanken ze hier met jerrycans? Verder een restaurantje - ook van drie turfhuisjes waar een geit rondloopt die de huisjes aan het opeten is, althans het gras van de huisjes. We kijken even binnen, we kunnen een ham kaas broodje kopen voor 950 kronen, of een kom lamssoep voor 2290 kronen. Nou ja zeg, ik ga toch geen 20 euro betalen voor een kom soep? We rijden wel even door naar de 1 en dan vinden we daar vast wel een benzinestation waar we kunnen eten. Maar bij de 1 vinden we geen benzinestation meer voor Reykjahlið en daar is alles al dicht om 10 uur, dus dat wordt pas thuis eten.



Geschreven door

Al 5 reacties bij dit reisverslag

Weer indrukwekkend. (Iets anders dan Lochem😀)

Marian 2017-07-12 17:31:19

Wauw, zulke avonturen en daarna nog tijd om een uitgebreid verslag te schrijven. Alleen al het typen van die IJslandse namen, met daarin ook nog vreemde lettertekens... hoe doe je dat toch???

Anneke van der Griendt 2017-07-13 23:45:16

Wat een tocht zeg. Wat een kleurschakeringen als de zon schijnt. Prachtig.

Dorrie 2017-07-14 10:38:01

Anneke: Ik tik het verslag al tijdens het rijden onderweg met de laptop op schoot, makkelijk als je blind kunt typen, want dan kun je tegelijkertijd naar buiten kijken ;)

Iceland 2017-07-15 12:51:06

Ha Anneke: Ik tik het verslag al tijdens het rijden onderweg met de laptop op schoot, makkelijk als je blind kunt typen, want dan kun je tegelijkertijd naar buiten kijken ;)

Iceland 2017-07-15 12:51:48
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.