Een wonderlijk landschap in Landmannalaugar en een prachtige wandeling.

IJsland, Flúðir

We gaan vandaag alvast eens bij Landmannalaugar kijken en wat verkennen voor als Simon en Dorrie hier straks zijn. Er schijnen een paar warme badjes te zijn langs de route, maar die moeten we wel zien te vinden. En bovendien: Landmannalaugar is iets wat ik absoluut gezien wil hebben en als er in de laatste week wat tussenkomt waardoor we er niet heen kunnen zou dat heel erg jammer zijn. Ik ben nog wel moe dus als we vertrokken zijn doe ik nog even mijn oogjes dicht, Jan kan de weg wel alleen vinden over de 30 en de 32. Maar dan gaat het toch mis omdat Jan het geluid van de tomtom uit had staan en de afslag de 32 op miste en doorreed op de 30. Ik word wakker als hij de motor stopt. Och, dan gaan we eerst bij het warme badje Hrunalaug kijken. Eigenlijk wilden we dat op de terugweg doen omdat we niet weten hoeveel tijd we in Landmannalaugar kwijt zullen zijn, maar ja, we zijn hier nu toch. Er komen net mensen uit het badje. We kijken eerst even rond, het is een beetje rommelig en er zijn 2 mannen aan het werk. De temperatuur van het badje is niet echt heet, zo rond de 30 graden, dus eigenlijk te koud voor een hotpotje. Er hangt een bordje met de mededeling dat je 1000 kronen per persoon moet betalen. Dat is best pittig. Ik knoop een praatje aan met de man die hier aan het werk is om te achterhalen wat hun beweegreden is om zoveel te vragen voor een warm badje. Hij vertelt dat 1000 kronen echt niet veel is als je bedenkt dat het een cultuurhistorisch monument is en een "beleving". Ja ok, daar wil ik wel wat voor betalen, maar geen 1000! Dat is nog meer dan voor een zwembad?! Volgens hem is het logisch om dit te vragen, er moet veel werk verzet worden om het op te knappen, de toeristen hebben veel vernield de laatste jaren. Er komen zo'n duizend mensen per dag. En de eigenaar van het land wil eigenlijk al die toeristen niet, maar er is een wet dat iedereen toegang moet hebben tot het water, dus hij kan ze ook niet tegenhouden. Hij heeft er ook last van, hij gebruikte dit vroeger voor zijn schapen, dat kan nu niet meer. En mensen parkeren op plaatsen waar het niet handig is omdat hij er dan niet meer door kan met zijn trekker om bij het land te komen.
Dus als ik het goed begrijp wil de eigenaar al die toeristen niet en daarom vraagt hij zoveel? Ik vind dat de lokale mensen soms wel "profiteren" van de toeristen door zulke hoge prijzen te vragen. We moesten laatst 500 kronen betalen om ergens naar de toilet te gaan. Zijn reactie, ja dat is ook wel veel. Maar bekijk het eens in perspectief: de regering zegt wel dat iedereen toegang moet hebben, maar ze geven geen geld om het bij te houden, dat moet de boer maar doen, en die krijgt er niets voor terug. Dus gaat hij er geld voor vragen. Logisch toch? Tja, dat is wel te begrijpen. Maar ik denk dat de toeristen zo al snel weg zullen blijven omdat ze het gevoel krijgen uitgebuit te worden. Het heeft natuurlijk ook te maken met de koers van de kroon. Die is momenteel voor Europeanen erg slecht. Goed, wij rijden in ieder geval door nu, want nu die mannen hier aan het werk zijn hebben we toch niet de "beleving" van een heet badje zoals die zou moeten zijn, met rust.

Onderweg zien we iets wat we hier in IJsland nog niet eerder gezien hebben: een akker met kool. We hebben wel wat kassen gezien, en veel veeteelt, maar landbouw bijna nergens. Door het dal van de þjorsa rijden we naar het noord oosten, een brede rivier met zandbanken, af en toe wat smaller met stroomversnellinkjes. Aan beide zijden bergen. Aan de rechterkant achter de minder hoge bergen rijst de bijna 1500 meter hoge Hekla op, met sneeuw op zijn flanken. Een eindje verder rijden we langs een klein stuwmeer met een dam en wat sluisdeuren zodat ze het water benedenstrooms kunnen regelen. Maar benedenstrooms zijn ze ook nog wat aan het bouwen. De dammen zijn bedoeld voor de Tengivirki krachtcentrale. Ze hebben er een hele diepe sleuf voor door het land gegraven waar het water doorstroomt. Tja, het bederft het landschap wel, maar het heeft ook wel weer wat. Want dit soort werken zijn toch ook wel indrukwekkend.

Het lavaveld Sölvarhaun is weer heel anders dan de andere lavavelden die we gezien hebben tot nu toe. Zwarte as met wat kleinere scherpe lavastenen ertussen, wat dor gras met een rood waas er overheen. Een groepje jongelui is iets aan het doen bij het lavaveld. We kunnen niet goed zien wat, maar volgens mij zijn ze iets aan het planten. We tanken bij de zelfde pleisterplaats als toen we van Laugar over de F2 reden. Dan duiken we de F 208 (de Fjallabaksleid) op. Kijken bij de Sigöldfjoss, een mooie waterval, vlak bij een waterkrachtcentrale die dit keer gelukkig wat lager is gebouwd zodat het landschap minder verstoord wordt. We rijden verder door een zwart landschap, zwarte as met op de achtergrond zwarte asbergen met af en toe wat groen ertussen, helmgras op de as en op sommige bergen wat groen mos. Zo mooi! We passeren de Tungnaá rivier, met een mooie stroomversnelling vlak voor hij tegen de Vesturbjallar aan stroomt.

Steeds verder rijdend wordt het ook steeds mooier, een hoogtepunt is het uitzicht vanaf de berg Nordurnamsver. Naar het westen op een lavastroom voor een mooi gekleurde berg, met rechts het meer Frostastaðavatn. Naar het zuiden gekleurde bergen. Dat kan kloppen want dat is richting Landmannalaugar en daar zijn de gekleurde ryolietbergen. Naar het westen een kleine krater met een pad naar boven.

In Landmannalaugar zien we al rijen auto's geparkeerd staan terwijl de camping nog een eind verder is, en dáár begint onze wandeling. Dus rijden we nog een stukje door langs de file geparkeerde auto's langs de weg. Aha, er is een doorwading vlak voor de camping. En nog best een pittige, vandaar dat er al zoveel auto's geparkeerd stonden, die kunnen - of mogen - er niet door. Wij wel. Geen probleem. We parkeren bij het begin van de wandeling, trekken de wandelschoenen aan, rugzak mee met water, thee en fruit, en dan gaan we op pad. Het is een pittige wandeling van 6,9 kilometer met een aantal steile hellingen er in. Het is per slot een rode wandeling uit het boekje. Maar dat kunnen wij, we hebben ook al zwarte gedaan.

We wandelen eerst door een mooie kloof met links de groene berg Bláhnukur, en rechts het Laugarhaun lavaveld, dan gaan we stijgen over het lavaveld, een lastig klimpad met gaten tussen de lavarotsen, dus we moeten goed oppassen waar we stappen. Het is wel weer een bijzonder lavaveld, er zit veel obsidiaan in. "Drakenglas" volgens Game of Thrones. En het zijn heel grote brokken lava. We zoeken een klein kommetje uit om even uit de wind uit te blazen en wat te drinken en te eten. Bovenaan het lavaveld zien we de prachtige rode Brennisteinsalda oprijzen, aan zijn voet een solfatarenveldje, waar joelende Russische toeristen de rust verstoren. Dan is het klimmen naar boven naar het uitzichtpunt bovenop de Brennisteinsalda, en dan weer naar beneden naar het dal. Des te hoger we komen des te meer prachtige rhyolietbergen we zien, in allerlei kleurschakeringen: wit, creme, geel, bruin, oranje, rood, groen, zelfs paars en lila zien we. Zo mooi en zo bijzonder. Het laatste stukje van de stijging naar de top van de berg lijkt ons wel erg glad, we zien een paar wandelaars ons tegemoet komen, en die slippen af en toe. Dat vind ik geen fijn paadje. De wandelaars die ons tegemoet komen adviseren ons een omweg te maken. Jan loopt omhoog om te kijken of er ook een andere route is die ik kan nemen. Hij roept en gebaart naar me, er is een andere route: een stukje het rode pad blijven volgen en dan kan ik langs de helling met mos en stenen wel omhoog. Dat doe ik, en ook Jan buigt van de route af - want verderop wordt het nog steiler - en gaat met een omweg. Zo komen we ook boven op de top waar we van het uitzicht kunnen genieten. Overal om ons heen prachtige gekleurde bergen. En in het dal waar we straks doorheen terug wandelen loopt een klein riviertje en is het moerassig met witte pluimenplantjes, tot de vlakte ineens overgaat in het lavaveld.

Naar beneden is het pad eerst prima te lopen, maar ook daar zit het venijn in de staart, het laatste stukje naar beneden is erg steil, en ook weer harde klei met kleine gravel steentjes er op. Dat loopt echt heel naar, want je kan zo gaan glijden. Ook hier kiezen we voor een alternatieve route, door een droge beekbedding naar beneden. Door het mos heb ik veel meer grip dan op dat gladde paadje. Eenmaal beneden gaan we eerst even zitten, wat eten en wat drinken en dan weer verder. We hadden van boven af niet gezien waar het pad door het dal verder liep. Dat komt omdat het vlak langs de voet van de berg blijkt te lopen. Dat moet ook wel want door het dal lopen kleine beekjes en daar krijg je natte voeten. Maar soms is het maar een klein randje pad tussen de helling en het water en moeten we heel voorzichtig doen om niet van het randje af te glijden en zo - plons - het water in. Tenslotte het laatste stukje door het lavaveld, waar een goed pad doorheen loopt, en dan zijn we weer bij de camping. Het was een geweldig mooie wandeling. Mijn benen doen wel zeer nu, maar dat is het waard!

Langs de F225 rijden we weer terug naar de bewoonde wereld. Alleen halen we dat niet voor het donker wordt. We waren ook best lang aan het wandelen, dus ja, dan is dat maar zo. Maar het wegdek valt mee, als we samen opletten op de kuilen en hobbels gaat het prima en kunnen we meestal wel met een gangetje van 40 kilometer rijden, en dan zijn we er met een uur door. De doorwading halverwege is ook geen enkel probleem, en de weg is prachtig. Het eerste stuk nog met mooi strijklicht op de ons omringende bergen en de lavabrokken waar we tussendoor rijden. Later als het steeds donkerder wordt zien we de rode lucht van de ondergegane zon voor ons uit. En af en toe verlicht dat nog een beetje de hoge bergen met sneeuw links van ons. Eenmaal bij de 26 aangekomen is het niet erg dat het donker is, dat is een goede geasfalteerde weg met reflectiepaaltjes langs de zijkant, we rijden een prachtige oranje lucht tegemoet, en de maan achter ons. Om half twaalf zijn we pas thuis. Gauw naar bed en morgen lekker geen wekker.

Maar het is wel heel goed dat we vandaag naar Landmannalaugar zijn gegaan, want als we met Simon en Dorrie nog een keer gaan willen we op dezelfde dag daarna doorsteken naar het zuiden via de Eldgja, en dan heb ik geen tijd voor een wandeling in mijn tempo. Dus die hebben we nu alvast gedaan, en we vinden het helemaal niet erg om al dit moois nog een keer te gaan zien. En als Dorrie en Simon gaan wandelen, doen wij gewoon een klein stukje van een andere wandeling. Dat komt helemaal goed!


Geschreven door

Al 1 reacties bij dit reisverslag

Wonderschoon. Nog 2 nachtjes slapen.

Dorrie 2017-08-11 20:10:39
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.