Sprengisandur, route dwars door het binnenland

IJsland, Laugar

We begonnen onze tijd in Laugar bij de Godafoss en daar eindigen we ook. We komen er langs als we de 842 naar het zuiden nemen. Het is nog heel rustig bij de waterval, nog geen toeristen. Het is ook nog maar half acht, we zijn vroeg begonnen vanmorgen want we hebben een lange rit voor de boeg, van noord naar zuid, dwars door het binnenland van IJsland. Jan tankt hier, want de eerstvolgende tankmogelijkheid is aan het eind van de Sprengisandur, een dikke 200 kilometer verder, dat kan gemakkelijk op 1 tank, maar als die dicht is, is de volgende pas over 350 kilometer, en dat is wél krap, maar dan hebben we altijd nog een jerrrycan. Het is stralend weer, de zon schijnt uitbundig en er is geen enkel wolkje te zien, de derde mooie dag op rij, het wordt eindelijk zomer hier in IJsland!

Voorlopig rijden we door het dal van de Skjalfandafjollum - een enorme lange naam voor een best grote rivier - met weilanden voor hooi, boerderijen met overal witte rolletjes vol hooi, groene velden vol bessenstruikjes voor de schapen en tegen de berghelling zelfs wat bos.

Maar dan verlaten we het dal en rijden de bergen in: nog wel steeds naast ons de rivier die dus door de bergen naar beneden komt wat twee prachtige watervallen oplevert: de Aldærsfoss en de Hrafnabjargafoss, de 1ste wisten we van, de tweede was een verrassing. En wat voor een, als we er vlak bij staan past hij niet eens op de foto! De rivier komt aanbulderen en stort zich in twee stromen naar beneden. Aan de andere kant stroomt een gedeelte eerst nog hoog verder, en vormt daar nog een aantal kleinere watervallen als het water ook daar over de rand gaat. Er staat nog een puntig toelopende rotsrand, maar over 100 jaar is die wellicht verdwenen. Want zo een rivier verlegt zijn bedding steeds door dingen uit te slijpen. Waar we staan te kijken naar de waterval zitten ook allemaal geulen en kommen in de rotsen, hier heeft de rivier ooit ook doorheen gestroomd, of doet hij dat wellicht nog wel als het water erg hoog is.

Dan laten we de rivier achter ons, en rijden de Sprengisandur vlakte op, een grote vlakte van alleen maar zand en stenen, glooiende heuvels met af en toe mooi uitzicht. We stoppen even op de Mosaslaki, een bergje van 711 meter hoog met mooi uitzicht. Naar het noorden de riviervlakte, glinsterend water tussen zwart zand, naar het zuidoosten de Askja en nog zuidelijker de Vatnajokull, witte sneeuw op donkergrijze bergen. We zien zelfs de gletschertongen, het is prachtig helder weer vandaag. Met witte wolken erboven, waardoor het haast lijkt op nog meer sneeuw. Het is genieten van zoveel moois. En van het rijden op zich ook, de weg is smal en als we een tegenligger tegenkomen moet een van beide de zijkant van de weg op, tenzij er net een passeerplekje in de buurt is. En de doorwadingen maken het ook leuk. Ook al stellen de eerste doorwadingen vandaag helemaal niets voor. Kleine beekjes waar we zelfs met de Citroen wel door heen zouden kunnen. Dan zien we twee rare dingen, een blauwe brandweerkraan zomaar midden in het niks. Zou er echt water uit kunnen komen? En een wegwijzer terwijl er helemaal geen zijwegen zijn.... ze blijken te verwijzen naar twee bergtoppen links en rechts van ons. Dat is wel handig, dan weten we weer waar we zijn. Ook al is dat voor ons niet echt nodig, we hebben de tripmaster die ons de GPS coördinaten geeft en die staan ook op de kaart, dus we weten toch wel waar we zijn. In het zuidoosten zien we nog steeds de Vatnajokull liggen. Aan de westkant zien we inmiddels sneeuw naast de weg liggen, we rijden best hoog, al meer dan 800 meter. Maar waar sneeuw is is ook smeltwater en dat creëert allemaal kleine beekjes waar we steeds overheen moeten rijden. Maar ze zijn geen van allen moeilijk, dus we rijden er gewoon lekker hard doorheen. Een keer, bij een wat langere doorwading brengt Jan me eerst aan de overkant zodat ik een stukje kan filmen als hij er nog een keer doorheenrijdt. Al die beekjes gaan natuurlijk ergens heen: een mooi riviertje aan de linkerkant, met fluoriscerend groen mos. Prachtig! De Vatnajokull ligt nog steeds zuidoostelijk van ons, maar ervoor ligt nu nog een kleinere gletscher, de Tungnafellsjokull, een zwarte berg met een waas van groen mos, ingesleten waterloopjes met wat meer groen mos waar soms nog sneeuw in ligt, en bovenop de gletscher, met nog een klein zwart puntje van een rots in het midden. Zo mooi! Waar wij rijden is het nog steeds een grijs en grauwe hoogvlakte. Zelfs het meer Fjordungsvatn verandert daar niets aan, er groeit niets langs de oever.

Bij Tomarsarhagi krijgen we de eerste serieuze doorwading. Als we het even staan te bekijken komt er nog een Nederlander aan in een huurauto, die heeft ook zoiets van: tja, ik zou eerst wel willen weten hoe diep het is. Het is bruin snelstromend water dus je kunt het ook niet inschatten. Terwijl wij wachten komt er een tegenligger aan en die rijdt er gewoon - hop - doorheen. Geen enkel probleem, ik denk 40 centimeter diep ongeveer. Nou, dat moet lukken, de andere Nederlander met zijn mooie huur Defender gaat eerst en wij gaan er achter aan. De Pinguin doet het prima. Na 5 kilometer krijgen we nog twee doorwadingen bij de Nyidalur refugee hut. De eerste ziet er niet zo heftig uit, dus we rijden er gewoon door, halverwege duiken we even een kuiltje in, maar omdat Jan rustig reed, golven er een paar straaltjes water over de motorkap, maar meer ook niet. We wachten even op de Nederlanders, dan kunnen we gebaren dat ze er zo doorheen kunnen. Ze komen er ook zo door, ik heb ze gefilmd en vraag hun email adres dan kan ik het filmpje opsturen. Dat vinden ze wel leuk. Het is een echtpaar met twee jongens van een jaar of twintig, die genieten, en Pa laat hen maar rijden. Bij het refugee huisje kan ik even naar het toilet en eten we onze lunch op. Ze vragen hier 500 kronen voor het gebruik van het toilet! Dat is echt een beetje van de zotte, en juist bij dat soort hoge bedragen betaal ik gewoon niet. En ik denk velen met mij. Als ze nu gewoon 100 vragen of desnoods 200 omdat het erg afgelegen is - dan zou ik het wel netjes betalen, maar 500? Echt niet!

We hadden op internet al gezien dat het hier duur is, voor een simpel bed in een grote slaapzaal vragen ze 80 euro. En dan heb je er geeneens lakens bij. Dus met zijn tweetjes ben je 160 euro kwijt, nou, wij rijden gewoon door, we hebben de hele middag en avond nog om onze bestemming Reykjavik te halen, en we hebben de sleutel al, dus het maakt ook niet uit dat we laat aankomen. Bij de tweede doorwading op deze plek komt er net een auto aan van de andere kant, dus kunnen we weer even kijken hoe diep het is, geen probleem. En dan rijden we weer verder over de stenen vlakte. Een beetje saai nu we geen mooi uitzicht op de gletschers meer hebben, en bovendien is helaas het zonnetje achter de opgekomen wolken gedoken.

Alleen als we op een hoogje zijn kunnen we de Hofsjökull zien liggen, maar erg ver weg en wat wazig door de bewolking. De weg is hier ook een stuk slechter dan het eerste stuk, hobbels, kuilen en stenen, de gemiddelde snelheid gaat aardig naar beneden. Een eindje verder, als we zelf op de Kistualda zijn die wat hoger ligt zien we beide gletschertongen van de Hofsjökull wat beter, de Múlajökull (links) en de þjórsárjökull rechts. Mooi hoor! Aan de oostkant zien we een klein hoog grijs bergje boven de andere grijze bergen uitsteken, als ik de kaart goed kan lezen zou dat de Sidri Haganga kunnen zijn. Dan rijden we het hoogje weer af en zien we een tijdje weer niets anders dan een grijze vlakte om ons heen.

Hoog boven het þverölduvatn is een klein parkeerplaatsje midden in de oneindige grijsheid. We parkeren de auto even en doen allebei een slaapje, het was vanmorgen vroeg opstaan en een lange rit, en Jan is gewoon slaperig en moe van het rijden. Ik kan natuurlijk ook wel een stukje rijden, maar dan moet de stoel vooruit en we hebben in verband met de doorwadingen vandaag alle bagage op de bank gestapeld en niet achter de stoelen, en als de stoel vooruitgeschoven wordt dan rolt de zorgvuldig opgestapelde bagage om, dus dat zou niet zo slim zijn. Na een uurtje zijn we weer wakker en rijden we weer verder door de oneindige grijsheid met af en toe een meertje met wat groen mos langs de rand. In een boekje over IJsland las ik hoe de Sprengisandur route aan zijn naam komt. Een verhaal zegt dat het er troosteloos en spookachtig was en dat de ruiters daarom hun paarden zo hard lieten lopen om er maar snel doorheen te zijn dat de paarden ontploften. Sprengen dus. Maar dat was een "verhaaltje". Het echte probleem met de route was niet een slechte weg of onneembare hindernissen, nee, het probleem was dat er geen eten voor de paarden was onderweg, daarom is deze route pas echt in gebruik genomen toen er auto' s kwamen. En toch komen we ook wel fietsers en zelfs wandelaars met een zware rugzak tegen, die doen de Sprengisandur blijkbaar lopend. Moedig hoor! Of eigenlijk een beetje gestoord? Het is toch wel 200 kilometer!

Na de refugee hut Versalir wordt de weg op de kaart bruin, wat niet wil zeggen dat de weg echt veel beter wordt. Het is nu alleen zand in plaats van stenen, dus we hobbelen minder maar maken eerder kans om te gaan slippen. En dat is best link, want aangelegde wegen maken ze hier express wat hoger dan de omgeving vanwege het gemakkelijker sneeuwvrij houden, dus bij slippen is er het gevaar om van de weg af te raken en dat is dan gelijk anderhalve meter naar beneden. Dus moeten we nog steeds rustig aan rijden. De meeste riviertjes hier in dit hoogland stromen traag en maken grote vlaktes met zandbanken, maar de Illugaverskvisl niet, die heeft zich een mooie kloof gemaakt: zomaar een verrassing in dit saaie landschap.

Het eind is in zicht, we zijn bij de Fragilsfoss en dan is het nog maar een klein stukje verder tot aan het stuwmeer þorisvatn en de elektriciteitscentrale, en daar begint de geasfalteerde weg. Maar eerst nog even een hééél slecht weggetje naar de waterval. Wel leuk, want het is af en toe zelfs even zoeken waar het weggetje heen gaat, en er zit ook een pittig zanderig stukje steil omhoog in (op de terugweg weer naar beneden...), maar de waterval is het waard. Des te meer omdat de zon hier even door de wolken komt. De rivier komt heel breed aanstromen, en valt dan in verschillende watervallen gescheiden door stukken rots die moedig stand houden naar beneden. Als ik de waterval zou omschrijven zeg ik: niet hoog, niet machtig, maar speels.

En dan is het fijn om weer op asfalt te rijden, niet meer hobbelen en gewoon 90 kilometer per uur, geen doorwadingen meer maar gewoon een brug. Nog twee uurtjes tuffen voor we thuis zijn. Maar eerst even eten bij een tankstation! En ook de auto lust wel wat, ook al hebben we best zuinig gereden eigenlijk, de tank is nog maar half leeg. Het is wel dure benzine, 197 kronen! Ook het eten is erg duur (20 euro voor een beefburger) dus dat slaan we hier nog maar even over, we nemen de volgende wel over 50 kilometer.

Links zien we de vulkaan Hekla liggen, zwarte rots, witte sneeuw, zijn top in de wolken en met nog een kleiner bergje in groenbruinige kleuren voor het contrast. Mooi! Links van ons de rivier de þjorsa, groot, breed en met veel waterwerken erin. Ze zijn hier aardig bezig met dammen en bruggen en elektriciteitscentrales. Het land is hier weer heerlijk groen, sparrebossen, berkebosjes, lupines en bessenstruikjes. Een mooie rotspartij erachter, weer een verademing na de hele dag tussen grijze steenvlaktes gereden te hebben. En het is niet gewoon één kleur groen, op een berghelling zie ik wel honderd tinten groen tussen de grijze en bruine rotsen. Een plaatje!

Bij het volgende tankstation, een N1 in Hofsheidi kunnen we voor een - voor IJslandse begrippen - schappelijke prijs wat warms eten. Daarna nog een uurtje rijden door een zwartgroen landschap, zwarte lavarotsen, voor een groot deel bedekt met geelgroenig mos. Jammer genoeg verdwijnt de zon weer en is het somber miezerig weer als we uiteindelijk om half tien Reykjavik binnenrijden, naar de wijk Kopavogur, waar ons tijdelijke huis staat. We zijn allebei best moe; spullen uit de auto, lekker kopje thee, even televisie kijken. Jan heeft de handleiding van het huis nodig om uit te vinden hoe hij Netflix op de televisie kan aanzetten. Dan lekker in bad en in bed. De dag heeft lang genoeg geduurd.

Geschreven door

Al 1 reacties bij dit reisverslag

Tis weer een hele beleving daar op IJsland. En geloof dat de Vitara lekker schoon os aan de onderzijde . Lekker schoongespoeld na al die doorwadingen. Lekker genieten hoor.!

Henri 2017-07-23 22:28:17
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.