watervallen en bizarre rotsen.

IJsland,

Speciaal voor Chundra en wellicht ook anderen: de gereden route van vandaag: de 1 naar het oosten naar Myvatn, de 862 naar het noorden naar Asbyrgi, de 85 naar het westen langs de kust naar Husavik, de 845 terug naar Laugar.

Vandaag vroeg op want we hebben heel wat op ons programma staan vandaag: de Selfoss, de Dettifoss, Holmatungur, Vesturdalur, prachtige bestemmingen dus het belooft wat!

Bij Reykjalid pikken we een lifter op, hij wil graag mee, ook al is het maar een stukje. Hij komt uit Isafjordur en is op weg naar Egilsstadir omdat daar zijn favoriete band optreedt. Er wordt hier veel gelift in IJsland omdat de afstanden enorm zijn, en er rijden wel bussen, maar dan doe je er toch net zo lang over als liften, en liften is een stuk goedkoper vooral voor jongelui die het niet zo breed hebben. Er is zelfs een speciale site voor samenrijden, waar hier veel meer gebruik van wordt gemaakt dan bij ons. Het is ook een stuk veiliger hier dan in Europa, er bestaat hier haast geen criminaliteit. Soms zien we aan het beginpunt van een rondwandeling dat iemand daar zijn rugzak tegen een paaltje zet en die weer meeneemt aan het eind van de wandeling. Nou, in Nederland is hij dan weg of staat er een terrorisme-team bij als je terugkomt. De lifter is hier nog nooit geweest en roept "awesome" als wij hem het solfatarenveld bij Hverir aanwijzen als we er langs rijden.

Dat gevoel van: "awesome" hebben wij later als we bij de Selfoss en daarna bij de Dettifoss staan te kijken. Om bij de Selfoss te komen moeten we eerst een eindje wandelen over een goed aangelegd pad, maar het laatste stukje wordt het klunen, want de Jokulsa stroomt hier over en tussen de gladde rotsen, maar gelukkig heeft Jan zijn hoge laarzen aan en ik heb mijn overlaarzen in de rugzak meegenomen dus is het geen probleem er te komen. De waterval is dus "awesome"! In een v-vorm stort de hoofdstroom zich naar beneden over de hoge rand van de canyon, en kleinere nevenstroompjes zoeken zich een weg over de stenen voor ze zich ook van de hoge canyonrand naar benden storten. Stroomafwaarts nadat de rivier eerst 600 meter schuimend en kolkend door de canyon stroomt ligt de hoofdattractie: de Dettifoss. De grootste van IJsland wordt er gezegd, en ook dat hij door de kracht van al het water ieder jaar een halve meter stroomopwaarts verschuift. De waterval ligt schuin in de rivier en begint in een wigvorm aan de linkerkant van de rivier naar beneden te stromen, en dan gaat het in een rechte lijn schuin over de rivier naar de andere oever, en langs de hele lijn dondert het water met een enorme vaart naar beneden, een rand van wit vallend en opspattend water. Stroomafwaarts heeft zich door al die waterkracht een canyon gevormd maar die kunnen we hiervandaan niet zo goed zien, dus gaan we naar ons volgend punt, de Hafragilsfoss, en behalve het uitzicht op nog een mooie waterval hebben we daarvandaan ook een mooi uitzicht over de canyon. Wat een oerkracht was daar voor nodig om zo een diepe canyon uit te slijpen! Stijle wanden, bruin snel stromend water, met langs de randen bij de rotsen waar het water stil staat ineens helder donker blauw water, stroomafwaarts een prachtige rand zwart zand waar het water tot rust komt en zijn slib achterlaat.

De volgende stop bereiken we pas na eerst een hele tijd over een enorm hobbelpad te zijn gereden. Want anders kun je weg 862 niet noemen. Tot aan Dettifoss was het een mooie asfaltweg maar hier is het verschrikkelijk: zand of gravel met heel veel gaten, kuilen, hobbels en diepe bruine plassen. De auto ziet er al gauw vreselijk vies uit..... De weg is verschrikkelijk maar naast de weg is het prachtig. Groen gras en bruin zand door erosie in mooie duinachtige randen gevormd. Af en toe een droogstaande rivierbedding met heel veel grote stenen. Zou hier in de lente nog water doorstromen? Of hebben de riviertjes hun stroom verlegd naar de grote Jokulsa en staan ze daarom droog? Of heeft het iets te maken met de nieuwe weg die aangelegd wordt bovenstrooms van al deze riviertjes? Geen idee.

Holmatungur is een vlakte met heel veel groene lage struiken en bloemen. Er is hier een mooie route uitgezet, langs de Jokulsa, maar die is wel 5 kilometer en we willen ook nog bij Vesturdalur gaan wandelen, dus moeten we kiezen. We besluiten hier alleen naar het uitzichtpunt bovenop de Ytra-Pórunnarfjall te lopen. In een kwartiertje lopen we naar boven, en worden beloond met een prachtig uitzicht over de Jokulsa rivier. Met aan de andere kant van de rivier een rare rots. Als je het stripalbum Yoko Tsuno "Vulcanus' smidse" hebt gelezen weet je wat ik bedoel met een "lavaprop" maar daar lijkt het dus op. Voor diegenen die Yoko Tsuno niet hebben gelezen (als je van stripboeken houdt zou ik dat zeker eens gaan doen) zal ik proberen het te omschrijven: het lijkt wel een soort ovaal zandtaartje wat je in de zandbak maakt met een vormpje: ovaalvormig, recht oprijzend uit de grond en van boven weer plat. En zo staan er twee een klein eindje boven de oever van de rivier.

Bij Vesturdalur horen we bij het informatiepunt (alle nationale parken hebben wel een gebouwtje waar een informatiepunt is, bemenst met rangers die verantwoordelijk zijn voor het gebied, voor het sanitair, voor het schoonhouden van het park, en voor de naleving van de regels door de toeristen) dat het niet zeker is of we wel kunnen gaan wandelen vanaf de parkeerplaats wat dieper in het park want er is een ongeluk gebeurd. En inderdaad, als we naar de parkeerplaats rijden zien we de ambulance net wegrijden. De reddingsdienst is er nog wel. We maken een praatje, Jan vraagt hen hoe de 112 app nou precies werkt want daar zijn we nog niet echt achter. Het is een app die je aan kunt zetten als je gaat wandelen, als er dan iets gebeurt weet de reddingsdienst je te vinden. Ik vraag ze gelijk om een paar paracetamollen, want ik heb - heel dom, precies op een "lange dag" - mijn pillendoosje thuis laten liggen. Die hebben ze gelukkig. Dus kunnen we weer fijn gaan wandelen. Het is ook niet meer afgezet of zo, we mogen gewoon. Fijn! Want deze wandeling hadden we echt niet willen missen, wat een bijzonder landschap! Ik had al eens verteld over hoe basaltzuilen ontstaan, nou, het zit hier vol met basaltzuilen. Maar, en dat is echt wel apart, niet allemaal in nette verticale rijtjes, nee, het lijkt wel of de verticale rijtjes die er eerst waren door een grote reus in elkaar gevouwen en gekruld zijn tot er allemaal bizarre vormen ontstaan zijn. Zo bizar dat men ze namen is gaan geven: Kastali, Tröllid, Giant, Kirkja.

Na 3 kilometer ronddwalen door dit fantastische landschap gaan we op weg naar huis, we rijden natuurlijk niet dezelfde route terug, dat is niet leuk, dus gaan we over het noorden langs de kust. Vlak voor de kust komen we langs Asbyrgi, een grote hoefijzervormige rotspartij die recht oprijst uit de grond, met een vlakte van gras ertussenin. De sage verteld dat Odin' s paard hier een afzetsprong maakte en daarbij zijn hoefafdruk in het verder vlakke land achterliet. We zien de steile rechte wand liggen vanaf een afstandje. Maar ik zie allemaal vlaggetjes in het gras. Dat meen je niet.... ze hebben er een golf baan in gemaakt. Althans in het begin. Waarschijnlijk niet helemaal in het hoefijzer, dat zou niet leuk zijn voor de toeristen die hier een wandeling willen maken. Wij willen dat later ook nog wel een keer doen, maar niet meer vandaag, we moeten nog helemaal terug rijden. Ook al gaat de weg langs de kust over Husavik hopelijk sneller dan de heenweg over het hobbelpad het zal evengoed nog wel laat worden.

Door moeras en graslanden rijden we naar het noordwesten en dan verder langs de kust. We stoppen even bij een uitzichtpunt om uit te kijken over de zee. Daar lezen we dat het meer waar we net langs reden ontstaan is bij een aardbeving toen er een heel stuk land weggegezakt is, een slenk vormend waar later een meer in is ontstaan. Ze noemen het ook het aardbevingsmeer (maar dan in het IJslands Skjálftavatn). De rit langs de kust is mooi, en inderdaad een stuk vlotter dan de heenweg, we hebben zelfs nog tijd om bij een warm badje te gaan kijken, maar eerst even eten in Husavik. Gewoon bij een N1 benzinestation, die hebben prima eten voor een - voor IJslandse begrippen - redelijke prijs. Een paar kilometer terug naar het noorden vinden we het warme badje, de Husavik cheese tub. Hij krijgt zijn naam omdat het soort koperen kuip waar het wame water in zit ook wel gebruikt wordt om kaas te maken. Er zitten al vier jongeren in en er komen gelijk met ons nog meer jongeren aan, die bier bij zich hebben. Volgens mij gaan ze hier een feestje houden en ik denk niet dat ze het dan leuk vinden dat wij er bij komen. We gaan thuis wel in ons eigen bad.

Geschreven door

Geen reacties bij dit reisverslag

 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.