Rond het schiereiland Snaefellsness

IJsland,

We slagen er in al om 8 uur te rijden. Dat is mooi, want we hebben wat afstand af te leggen vandaag, en heel wat dingen te zien. Om tijd te sparen op weg naar de Snaefellsness nemen we de tunnel onder de Hafnarfjordur door. Het is wel prettig dat ze met bordjes aangeven hoe ver je al bent in de tunnel. Dan kan ik aftellen tot we er weer uit zijn. Ik hou niet van tunnels. Aan de noordzijde van de fjord ligt een grote fabriek, we zien er weer een schip van Samskip liggen, dit keer niet de Helgafell maar een andere. En langzaam begint de zon te schijnen door de wolken die vanmorgen toen we vertrokken de hele lucht bedekten.

Bij Borgarnes hebben ze een dam gebouwd met een brug zodat je niet om hoeft te rijden langs de fjord. En vlak na Borgarnes zien we een paar mooie watervalletjes. Ik denk de Langarfoss. We rijden door een landschap van kleine meertjes, groene velden met lupine en bessenstruikjes, maar ook weilanden met boerderijen, en af en toe een lavadijk ertussenin. En op de achterkant de hoge bergtoppen van de Grimmstadamuli.

Na de eerste paar uur rijden van de dag verdienen we een warm badje. Landbrotalaug is een van de kleinste hotpots in IJsland. Hij is maar 1 meter in diameter en 1,5 meter diep, maar het water is heerlijk warm, ik schat zo' n 42 graden. En we hebben geluk, als wij bij het parkeerplaatsje geparkeerd zijn en na 50 meter wandelen en een klein beekje overgestoken te zijn bij het warme badje aankomen gaan de mensen die er waren net weg. Het is even lastig instappen in het badje, maar dan zitten we heerlijk samen in het warme water. Zucht van genot! Het is een geliefd badje want na 5 minuten genieten komt er een Franse familie aan. We vertellen hun dat het " tres agréable" is en dat we er over een kwartiertje wel weer uitkomen. Ze lopen terug naar de auto om hun spullen te gaan halen en wandelen dan wat rond in de omgeving tot wij er uit gaan. Bij het beekje spetter ik even wat koud water over mijn armen en nek om af te koelen en we lopen gewoon in onze badkleding terug naar de auto, ook dat koelt lekker af. Evengoed voel ik de warmte van het badje nog lang in mijn lijf. Heerlijk. Tegen de tijd dat wij bij de auto zijn, zijn er nog twee auto' s aan komen rijden, wij hadden weer mazzel want wij hoefden niet te wachten! De volgende stop is bij de Gerduberg basaltklif. Een muur van zo' n 10 meter hoog van grove basaltzuilen, en zeker 300 meter lang. Er zijn twee mensen de rotswand aan het beklimmen, zij klimt en hij houdt het veiligheidstouw vast. Als we terugkomen van achter in het dal waar een oud kerkje staat klimt hij en houdt zij het touw vast. Het kerkje is oud en verlaten, we kunnen naar binnen kijken door de ramen: halfronde bankjes, een preekstoel en een altaartafel met een schilderij er achter. En wel honderd dode vliegen in de vensterbank, yep, dit kerkje wordt al heel lang niet gebruikt. Het huis wat er bij staat is ook verlaten.

De weg loopt een eindje van de kust vandaan, door een moerassig gebied met frisgroene weilanden en blauwe meertjes, en op de achtergrond hoge bergen met hun toppen in de wolken. De Hafursfell, de Udarfell, de Hjardarfell. Mooie namen voor mooie bergen. Het strand bij Ytri Tunga heeft ook een mooie naam, maar wat belooft wordt in de folders en op het informatiebord hier, is er niet. Namelijk zeehonden. Er is er geen een te zien. Dat is ook niet zo erg, wij hebben al zeehonden gezien eerder in de Westfjords. De waterval Bjarnafoss geeft wat hij belooft; een mooi gezicht op naar beneden vallend water. In twee trappen valt het water naar beneden over een strook met basaltzuilen die langs de hele berg loopt.

Budir, het mag eigenlijk geen naam hebben, een hotel en een kerkje. En in het hotel vind ik een toilet, dat is fijn, want ik moest heel nodig wat anders wegbrengen dan alleen een plasje. Er is een lavaveld, het Budahraun waar ook een wandeling doorheen loopt, naar de schildvulkaan en ook naar een lavagrot. Maar die bewaren we voor morgen, we gaan eerst het verste punt van Snaefellsness doen.

Er is een uitzichtpunt bij een zendmast met uitzicht op de Budir schildvulkaan, het lavaveld Budarhaun, de weg die we gereden hebben hier naar toe en de weg die we nog gaan rijden, met - wel een beetje in de wolken - de Snaefellsness. Als we verder rijden hebben we prachtig gezicht op een paar hele mooie kleurige rhyolietbergen, groen, geel, wit, rood. Mooi! Alvast een voorproefje op de bergen van Landmannalaugar later in onze vakantie.

Hé, iets wat niet op onze planning staat: we zien mensen wandelen naar een kloof in de berg. Er staat ook een bordje langs de weg. Raudafelldargja. We trekken de wandelschoenen aan en gaan even kijken, want ook onverwachte dingen zijn leuk! Het is maar een halve kilometer wandelen (en weer terug) langs een flauw stijgend pad tot aan het beginpunt van de kloof, die wel diep is, maar niet breed, een meter breed ongeveer, en die breedte moeten we dan ook nog delen met een klaterend beekje. Het is jammer dat we niet onze laarzen hebben aangedaan. Tja dat hadden we van te voren ook niet bedacht. Gelukkig liggen er wel stenen in de beek, dus voorzichtig over de stenen stappen en dan gaat het best. Maar na 15 meter in de kloof doorgedrongen te zijn houdt het dan toch op, want er is een hoogteverschil van een meter te overwinnen. Dat is teveel voor mij, zeker als er ook nog allemaal water langs de steen stroomt die je omhoog moet. Och, dit eerste stukje was ook mooi. Van de week konden we de Lambafjellsgja niet vinden en nu krijgen we deze zomaar kado! Mooi toch?

Wat wel op onze planning staat is een wandeling langs de rotsen van Arnarstapi. Prachtige basaltrotsformaties langs de kust Door het water in mooie vormen gebeukt. Rotsen met gaten, een afgeplat taartje, hoge pilaren, bogen waar je overheen kunt lopen. Van alles staat hier door elkaar. De meeuwen maakt het niet uit hoe het er uit ziet, als ze maar een richeltje hebben om te zitten en hun jongen groot te brengen. We zien jonge meeuwtjes, die hun snavel open sperren als mama (of papa) meeuw er aan komt vliegen. Sommige hebben nog donsveertjes. Zo schattig.

Bij Londrangar gaan we nog even een klein rondje lopen, heuveltje op naar het uitzichtpunt waar we twee rotsen zien die door de zee tot twee hoge pijlers van zo' n 75 meter hoog zijn uitgeslepen. Dan weet je dus dat al het land vroeger zo hoog moet zijn geweest als deze twee rotsen. Het is alleen een beetje jammer dat we de zon pal tegen hebben, daarom rijden we naar een volgend zijweggetje wat naar een vuurtoren gaat, daar nog 200 meter wandelen en dan zien we de rotsen tenminste echt en niet alleen een zwarte vorm in het tegenlicht van de zon.

Dan komen we bij Djupalonssandur, een strand met zwarte kiezeltjes. Vroeger was het een strand vanwaar veel gevist werd. De matrozen die wilden aanmonsteren moesten grote keien optillen en op een rots leggen om te laten zien hoe sterk ze waren. Ze mochten pas aanmonsteren als ze minstens een kei van 54 kilo konden tillen. De keien liggen er nog, en er staat een bord met de gewichten erop. Jan houdt het bij het kleintje, die is 23 kilo. Ook best heel wat. En volgens de moderne arbo wetten mag je ook niet meer dan dat tillen! Ook hier zijn mooie rotsen, eentje met een gat er in waardoor we de Snaefell zien liggen. Op het strand is vroeger een britse trawler vergaan, overal verspreid over - en waarschijnlijk ook onder - de kiezelstenen liggen nog stukken doorgeroest metaal.

De Snaefell zien we nu de hele tijd liggen. Soms een beetje verstopt in de wolken, op een ander moment stralend zwart en wit in het zonnetje. Het zou leuk zijn geweest om de Snaefell vanaf de top van de Saxholl te kunnen zien. Maar dat wordt het niet. Want volgens de informatie die we van tevoren verzameld hebben zou er een onverharde weg naar de top van de vulkaankrater Saxholl leiden, maar nu niet meer. Waar eerst een weg was, is nu een ijzeren trap gemaakt, waarlangs je 100 meter omhoog kunt klimmen om van boven af in de vulkaan krater te kunnen kijken en naar het mooie uitzicht. Maar wij hebben ons portie wandelen vandaag al gehad, dus dat slaan we maar even over. Al rijdend komen we ook op mooie plekjes, zoals de vuurtoren van Skardsvik, waar we 5 kilometer over een slechte ribbel/stenen weg heen hobbelen. Maar het de 5 kilometer weg loopt wel door een prachtig lavaveld, het Neshraun. Mooie zwarte plaatlava, vaak in grote stukken gebroken waardoor er een open rand aan de bovenkant ontstaat, soms ook in gebogen vormen, waardoor er een holte onder ontstaat. En ook nog scherpe lava ertussenin, er zitten diepe dalen tussen de verschillende lavastromen, waar felgroen gras in groeit. De dalen - oftewel gaten - zitten ook vlak langs de weg, dus voorzichtig rijden is geboden, anders verdwijnen we zo met auto en al in zo' n gat. Bij de vuurtoren zijn weer mooie basaltrotsen, en ook hier zitten duizenden vogels. We zien veel meeuwen, maar ook een zwarte alk, met een klein donzig bolletje ernaast. Voer voor mijn foto camera!

Maar met al die mooie dingen waar we steeds voor stoppen en gaan wandelen en gaan kijken, hebben we nu wel een probleem. We zijn lang niet zo ver gekomen op onze rondrit over Snaefellsness als we van plan waren geweest, en nu is het nog 2 uur en 15 minuten rijden naar Budardalur waar we bij Jonina zouden gaan logeren. En het is inmiddels 8 uur. Tja. We bedenken dat nu 2 uur heen en morgenochtend 2 uur terug om weer verder te gaan waar we waren gebleven, namelijk de weg langs de Snaefell, best veel energie en benzine kost. Dus besluiten we om een hotelletje te zoeken en er voor vandaag mee te stoppen. Morgen weer een dag! We vragen bij een benzinestation in Hellissandur aan de verkoopster of zij een guesthouse weet. Er hangt het een en ander opgehangen als reclame, een hotel hier, en twee guesthouses in Ólafsvik. Ze kijkt even voor ons op haar telefoon. Tja, de guesthouses zijn beiden volgeboekt. Het hotel hier is niet zo duur zegt ze, 16000 en dat is inclusief ontbijt. Tja, dat is nog best duur. We gaan wel even vragen, misschien krijgen we wel een discount omdat er toch geen andere gasten meer te verwachten zijn, en verhuren voor wat minder is dan beter als niets verhuren. Maar er is niemand, er hangt een briefje met een telefoonnummer wat je kan bellen. We gaan even verder zoeken en vinden in Rif een guesthouse - wat er best gezellig uitziet binnen, er zijn mensen aan het koken en aan het eten in de gezamenlijke keuken, we vragen naar de receptie, en worden door iemand naar een andere ruimte geloodst, er wordt gewezen: "daar die man, dat is de receptionist". Hij kijkt voor ons in de computer wat er nog vrij is. Een bed in een vierpersoonskamer met eigen douche en wc. En waarschijnlijk hebben we die dan voor onszelf, want het is al kwart over acht, dus zal er wel niemand meer komen. Het is 55 euro per bed. Hij laat ons de kamer zien. Stapelbedden! En ja, dat "waarschijnlijk komt er niemand meer" is ook maar relatief. Wij kwamen ook nog. Dan maar even bellen naar het hotel. We krijgen een receptionist aan de telefoon. Hij heeft nog wel een kamer in het hotel in Ólafsvik. Met dubbel bed, eigen badkamer en ontbijt inbegrepen. Ik praat er een discount af, we krijgen de kamer voor 12000 ISK en kunnen bij de receptie heet water voor thee halen. Geregeld.

Met een kwartiertje zijn we er, we betalen de afgesproken prijs en krijgen de code voor onze kamer, een keurige kamer. Met twee eenpersoonsbedden naast elkaar, een bureautje met 2 stoelen, een kleine badkamer met douche en wc. We kunnen beneden heet water halen, dus gaat Jan de thermosfles vullen en daarmee maken we lekker een pasta snack potje. Gemakkelijk, daar hoeft alleen heet water bij. Het is niet veel, maar nog wat fruit toe en ons buikje is weer vol.

We zitten hier aan zee, en de zon gaat onder in het noordwesten. Jan kijkt even op internet hoe laat. Kwart voor tien, nou, dan gaan we nog even naar de zonsondergang kijken, we rijden even naar een mooi plekje langs de kust waar een tafeltje en een bankje staan. Kopje warme thee uit de thermoskan, wat doppinda' s en daar zitten we samen naar de zonsondergang te kijken. Er komt nog een jong stel langs, ook hier naar dit plekje langs de kust om naar de zonsondergang te kijken, we delen onze pinda' s en maken een praatje. Even later gaat de zon prachtig onder. En dat is een mooi einde van de dag.

Geschreven door

Al 5 reacties bij dit reisverslag

Merken jullie al dat het 's nachts donker wordt? Anderhalve maand na midzomer.

Rita 2017-08-04 13:35:09

ja hoor, we hebben nu 2 x een zonsondergang gezien (in Sanefelsness) en 's nachts - in ieder geval van 1 uur tot 3 uur is het gewoon donker.

Iceland 2017-08-04 15:10:20

Wat maken jullie een mooie reis. We genieten mee door alle verhalen, wetenswaardigheden en vooral de mooie foto's. Erg leuk.

Gé en Anneke 2017-08-05 12:42:19

Geen groene flits bij de zonsondergang. Zat nog een klein laagje wolken....

Rysz 2017-08-05 13:40:32

Gé en Anneke: fijn dat jullie het leuk vinden. Te weten dat mensen er van genieten maakt het voor mij ook leuk om te doen. En wie weet: volgend jaar gaan jullie misschien ook wel....

Iceland 2017-08-05 22:33:43
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.