Zuidereiland in zicht

Nieuw-Zeeland, Whanganui

Het is prachtig weer als we de deuren van de jeugdherberg in Wellington buitengaan. Net ervoor hebben we onze kwakende zeekiwi volgeladen. Naast onze 2 trolleys, trekrugzak en 5 dagrugzakken, vullen we de koffer verder met een frigobox, 2 bidons van telkens 5 liter water en een stuk of vijf grotere en kleinere kartonnen dozen met alles en nog wat gevuld, maar vooral met eten. Over een week zullen we een grote schifting moeten maken willen we onze bagage herleiden tot hetgene wat onze handen kunnen dragen. Hoe mee ruimte, hoe meer je verzamelt. Er schuilt dus wel enige waarheid in dit gezegde.

We nemen de State Highway SH1 langs de westkust en rijden noordwaarts. De koude laten we achter ons, het thermisch ondergoed is diep opgeborgen. De temperaturen klimmen opnieuw naar een behaaglijke 18°C. Een 20-tal kilometer verder stoppen we bij Porirua en gaan we op zoek naar de start van de Colonial Knob wandeling. Het is een moeizame start, de bewegwijzering is nogal onduidelijk en na een goed uur wandelen is er de vrees dat we toch ergens een pad gemist hebben. We bevinden ons immers op een breed en stijgend gravelpad, dat haarspeldbochtsgewijs langsheen de heuvels loopt. Het is eigenlijk wel saai wandelen, en ook Joppe protesteert met momenten. Maar er is geen ontkomen aan, er is geen andere weg. Gelukkig verwarmt de zon ons. En na het eerste uitzichtspunt verandert het pad stilaan in een laverend wandelpad naar de Colonial Knob op 468 m hoogte. In de verte zien we de toppen van het Zuidereiland opdoemen en kunnen we Wellington onderscheiden. De wind waait sterk en het is er koud. Maar de zon houdt ons gezelschap terwijl we onze picknick achter een houten hekken - half beschut tegen de wind - opeten. De rest van de wandeling is een parel. Ze loopt over heuvelruggen en het zijn net alpenweiden waar we door wandelen. De schapen - en vooral hun keutels - zijn in overvloed aanwezig. De jongens amuseren zich en zijn niet meer te houden. Ze spurten de hellingen af met hun armen wijdgespreid, net een vliegtuig dat maar niet wil opstijgen. Heerlijk!! En voor we het goed beseffen zitten we opnieuw in het bos - waar we een paar prachtige vliegenzwammen zien - en aan onze auto.

Het is nog een eindje rijden naar Whanganui. De wegenwerken en bijhorende file laten de autorit nog iets langer duren. Met de zon wordt het heerlijk warm in de auto. En ik dommel weg, terwijl op de achtergrond "De Vlo en de Professor" en "De Reisgenoot" spelen. Het is al na vijven als we stoppen in het Queens Park van Whanganui. De stad ligt er verlaten bij, de winkels zijn toe en auto's zien we niet in het straatbeeld. Het is Goede Vrijdag, een feestdag in Nieuw-Zeeland. We eten wat fruit, slenteren rond in het park en zetten richting onze hostel. Het charmante huis, de krakende vloeren, de gebloemde tapijten en de bijhorende muffe geuren nemen me met momenten mee naar het verleden, naar het huis van mijn grootmoeder. Het is hier gezellig vertoeven!

De volgende dag starten we met een bezoekje aan de zaterdagsmarkt en de I-Site. Daar zien we een maquette van Whanganui en zijn omgeving. De stad ligt aan de Whanganui rivier die zijn oorsprong vindt in het Tongariro gebergte. De rivier loopt vandaaruit verder zuidwaarts, doorkruist het nationale park en stroomt verder door de stad alvorens ze uitmondt in de oceaan. Sinds mensheugnis vormt de rivier de thuisbasis voor heel wat Maori stammen. Ook de eerste Europeanen hebbben zich hier proberen te settelen, al dan niet succesvol. Het blijft een verlaten en moeilijk bereikbaar gebied. Daar waar de dorpen vroeger enkel bereikbaar waren per boot, is er nu een smalle kronkelende weg die de weinige en kleine dorpen met elkaar verbindt. En deze weg zullen wij vandaag oprijden. We volgen de Whanganui rivier stroomopwaarts tot Pipiriki. Het is net een wereldreis die we maken als we onderweg stoppen in de Maori dorpen Athene, Korinthië, Londen en Jerusalem. Verder worden we getrakteerd op mooie zichten over de vallei en zien we zelfs de statige Ruapehu aan de horizon. Het is mooi, maar jammer dat we dit stukje natuur en cultuur met de auto moeten verkennen. Het gebied is weinig tot niet toegankelijk voor wandelaars. Je kan er kiezen voor een 8 uur durende wandeling of een tochtje van 1 tot 2 uur naar een - iets ontgoochelend - uitzichtspunt. Wij kiezen voor het laatste.

Het Whanganui National Park verken je eigenlijk het best vanuit Pipiriki en dan nog per boot. De tijd is onze limiterende factor en we zetten dit mooie stukje natuur op onze to-see lijst! Voor ons is het nu nog anderhalf uur terugrijden naar Whanganui. Het is lang in de auto zitten. Kristoffel is moe gereden en de kinderen vragen meer dan eens hoeveel kilometers we nog moeten rijden. We zien de zon langzaam wegzakken achter de heuvels.

Het is na vijf uur als we in het stadje aankomen. Ik word met de kinderen gedropt aan het speelplein terwijl Kristoffel inkopen doet bij de Pak'n Save. Dit uurtje uitleven doet hen deugd en ze zijn als herboren als we starten aan onze aperitief!

Geschreven door

Geen reacties bij dit reisverslag

 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.